|
| RUN RUN RUN THEY ARE COMING! | |
| Auteur | Bericht |
---|
Jacob Kendall District 4
PROFIELAantal berichten : 106 Registratiedatum : 28-07-13
| ◊Onderwerp: RUN RUN RUN THEY ARE COMING! | do jul 24, 2014 3:54 pm | |
| Een nieuwe dag, nieuwe kansen. Het was inmiddels al dag 9 in dit horroravontuur en al een aantal dagen was er relatief weinig gebeurt. Dat kon natuurlijk niet anders in een groot gebied met maar vier tributen. Een groot deel van de arena was met de vloedgolf overstroomt geweest, daarbij was er ook wat vis meegespoeld. Jake en Sage hadden het geluk gehad zo'n 3 vissen te vangen met wapens en een scherp visdraad, welke inmiddels ook op waren. Ze waren hierdoor wel aangesterkt Jake had het zwemmen erg gemist en was dan ook erg blij geweest dat hij in het water kon waden en een beetje zwemmen. Het was nu vermoedelijk erg vroeg in de morgen, de zon was namelijk net aan het opkomen. Jake was voor nu degene die de wacht hield. Ondanks het geringe aantal tributen in de arena durfden ze het nog niet aan om beide tegelijk te slapen. Zeker nu ze in een weinig 'bebouwd' gebied zater. Hier waren meer bomen dan andere dingen. Eigenlijk was dat ook best lekker, de beschutting van wat bossigachtig gebied. In gedachte verzonken deed Jake even zijn ogen dicht. Hij dacht aan thuis en hoe het daar was, dat er daar weinig tot geen bosgebied was. Tot ineens... geritsel. Jake schoot overeind en porde Sage wakker. 'Sage wakker worden, geritsel' zei Jake, hopelijk niet te hard ingeval het een van de andere tributen waren. Sage werd vrijwel meteen wakker en stond ook op, na zoveel dagen kon je dat ook wel. Waakzaamheid en meteen vluchten als het nodig was, waren eigenlijk vereisten in een dergelijke arena en een dergelijk 'spel' als deze. Tot Jake's verbazing waren het apen, heeeeeel veeeel apen die massaal uit de bosjes komen. Ze zagen er echter niet uit als blije beesten die de twee mensen wilden verwelkomen. 'RENNEN!!' schreeuwde Jake, terwijl hij zijn dag en wapens die er lagen pakte en het op een rennen zette. Sage volgde hem, evenals de vele apen. Wat moesten die beesten, waarom waren ze hier. Jake had geen idee waar hij heen rende. In elk geval probeerde hij te lopen op de droge stukken, want als deze apen konden zwemmen hadden ze een probleem. Konden apen zwemmen eigenlijk? 'Sage kunnen apen zwemmen?' probeerde Jake al hijgend te vragen aan zijn bondgenoot. Hopelijk had ze het verstaan. Een andere optie was opslitsen, iets wat hij eigenlijk liever niet wilde. OOC: Weinig inspi :/ Verder zijn Jake en Sage goed gevoed door wat visjes en hebben ze hun spullen e.d. nog |
| | | Janaea Spurling
PROFIELAantal berichten : 120 Registratiedatum : 19-08-13
| ◊Onderwerp: Re: RUN RUN RUN THEY ARE COMING! | di aug 05, 2014 2:24 am | |
| Off: Sorry voor het infiltreren in dit topic en alles... ;__;
On:
Met tranen in haar ogen zat Janaea op het vlot, terwijl ze naar de overblijfselen van Bob staarde, bedekt met de fleecetrui van Caleb. Ze kon de breuk nog steeds zien zitten. Het maakte haar triest om haar lieve ukelele zo te zien. Negen dagen had hij haar en Caleb trouw gediend, en nu was hij stuk! En zij had het gedaan! Ze kon niet eens boos op Caleb worden deze keer, want ze had het helemaal zelf gedaan! Met een pruillipje bewoog ze één van de boekenplanken die zij en Caleb als peddels gebruikten. De jongen had aangeboden om beide peddels te bedienen, maar dat had Janaea geweigerd. Ze moesten hun krachten verdelen, zelfs al had hij er veel meer van dan zij, zodat geen van beide binnen de kortste keren volledig uitgeput zouden zijn. Ze hadden hun krachten nodig. De aanval van de gemene badeend was vast niet het ergste wat hen nog te wachten stond.
“Janaea?”, mompelde Caleb, terwijl hij om zich heen tuurde. “Ik weet niet hoe het met jou zit, maar ik wil graag weer grond onder mijn voeten hebben.” Het meisje kon ondanks haar verdriet een grijns niet onderdrukken. Het was moeilijk om niet te zien hoe verschrikkelijk Caleb het vond om hier op een vlotje te drijven. Ze wist niet precies hoe goed haar bondgenoot kon zwemmen, maar goed was het zeker niet. Zelfs zij, die nog wel enige zwemlessen gekregen had als klein meisje, zou het waarschijnlijk niet lang volhouden als ze in het water zou belanden en er iets zou gebeuren. Gelukkig leken ze steeds dichterbij het droge te komen. “Ik geloof dat het water hier al een stuk lager staat. Waarschijnlijk kan zelfs ik hier al staan, dus het kan niet lang meer duren.” Het water waar ze op dreven was niet echt helder te noemen, alsof het een enorme hoop viezigheid uit de stad had opgeslokt. Daardoor was het moeilijk in te schatten hoe ver het nog was. Bovendien dreven ze nog steeds in de stad, door enkele kleinere straatjes die ze de eerste paar dagen hadden leren kennen. Nu ze richting onbekend terrein gingen leek het onverstandig om via de hoofdwegen te reizen, hoewel de betrouwbaarheid van verschillende strategieën ook te betwijfelen viel. Vele gebouwen waren er nog erger aan toe dan in eerste instantie het geval was geweest. Het water had de stad geen goed gedaan.
Maximaal vijf minuten later, toen ze ergens links waren afgeslagen, zagen ze het dan eindelijk. Eerst Caleb, maar het was Janaea die als eerste opgelucht “LAND!” zuchtte, alsof ze al twee weken op open zee hadden gedobberd. Het meisje was er vrijwel zeker van dat de jongen net zo blij was als zij, waarschijnlijk zelfs blijer. Hij begon meteen de belangrijkste spullen - de wapens, thank you very much – te verzamelen om zich klaar te maken voor het gevecht. Ondertussen greep Janaea naar het langste voorwerp dat ze aan boord hadden, waar ze vervolgens driftig mee in het water prikte. Zodra ze had geconfirmeerd dat het ondiep genoeg was om te kunnen staan, liet ze zich met een zachte plons in het water zakken. Het begon weer aardig warm te worden in de arena, dus dit verkoelende bad was niet geheel onaangenaam. Terwijl Caleb zich klaar maakte om aan land te gaan, deed Janaea haar best om dit proces te versnellen. Voorzichtig duwde ze het vlot voorwaarts, terwijl ze met haar beentjes bijna een dansje deed in het water. Het voelde zo fijn! Het maakte haar weer een beetje vrolijk. De belangrijkste les die ze hier in de Arena had geleerd was misschien wel dat je nergens te lang stil bij kon blijven staan. Het spel gaat door.
Janaea was binnen een paar minuten weer helemaal boven water en was al bezig haar kleren uit te wringen, toen Caleb het vlot aan land trok. Ze pakten hun spullen, wat in Janaea’s geval haar slinger, mes, Els én Bob betekende. Je dacht toch niet werkelijk dat Janaea haar ukelele achter zou laten op een vlot?! Straks zou hun vlot gestolen worden en zouden ze Bob meenemen! Ze omhelsde het pakketje kapotte minigitaar, terwijl ze om zich heen keek. Waar ze zich nu bevonden leek op een voor hen onbekende plek. Niet erg gunstig, dus beter begonnen ze zo snel mogelijk met het leren kennen van de omgeving. Janaea vond al snel een paar struiken met enkele eetbare bessen eraan, die ze tussen zichzelf en Caleb verdeelde. Het was moeilijk voor te stellen dat de andere twee tributen zouden sterven en ze dan lijnrecht tegenover elkaar zouden komen te staan. Zover was het nog niet, maar wat als…? Wat zou Caleb doen? Zou hij doen wat Janaea zou doen? Het meisje hoopte ontzettend hard van niet. Terwijl ze aten, nam Janaea ook een paar slokken uit Els. Ze hadden hun spullen verplaatst naar een klein zijstraatje, waar ze terecht waren gekomen nadat ze even hadden rondgekeken. Hun vlot lag een heel stuk verderop, nog bij het water, maar ze hoopten van harte dat ze die de komende tijd niet nodig zouden hebben. Helaas beseften ze niet lang daarna dat vertrekken met hun vlot waarschijnlijk geen slecht idee zou zijn. “De andere Tributen?”, vroeg Caleb, toen hij en Janaea gelijktijdig een geluid leken op te merken. Hun blikken kruisten elkaar en Janaea beet op haar lip. “Ik denk het, maar ik weet het niet zeker. Het klinkt alsof ze dichterbij komen.” Caleb slikte en stond op, waarna hij richting hun vlot leek te willen lopen. Toen hij doorkreeg dat het meisje hem niet volgde, stopte hij en draaide hij zich om.
“Laten we gaan…!” “Nee.” “Wat? Ben je gek?” “Nee, ik ben het zat.” “Levensmoe zul je bedoelen.” “Moe of niet – drie van ons zullen binnenkort sterven. We kunnen het uitstellen…” “Of we doen het nu?!” “Sterven?” Een lachje sierde Janaea’s gezicht. “Ja?” “Nee. Nou ja… ja. Misschien. Maar we vechten. Dat is het belangrijkste.”
Dat willen vechten belangrijk was, daar waren ze het waarschijnlijk wel over eens, maar of Caleb het een goed idee vond, dat viel te betwijfelen. Janaea had haar keuze echter al gemaakt en begon te ratelen over wat ze konden gaan doen. De geluiden begonnen luider te worden en ze begon zich toch wel een beetje zorgen te maken over hetgeen hun kant opkwam. Het klonk als meer lawaai dan twee tieners zouden kunnen produceren. Veel tijd kregen ze echter niet om daarover na te denken. Caleb hield zich ergens schuil, waar hij klaar stond met zijn bijlen en dat andere monsterlijke voorwerp waar Janaea de naam van bleef vergeten, terwijl het meisje enkele meters bij hem vandaan verscholen te wachten stond. Met haar slinger in de hand wachtte ze op de mede-Tributen. Ze was klaar om dit spel ten einde te brengen. Het had ondertussen lang genoeg geduurd. De dagen waren voorbij gekropen, maar van elke minuut leek hun leven af te hangen. Één seconde wegkijken kon het verschil betekenen tussen leven en dood. Één seconde van meedogenloosheid en je was een moordenaar. Één seconde van medelijden en je werd het slachtoffer. Het was stom. Niet alleen hadden zij hier moeten overleven in onmenselijke omstandigheden, maar hun families zaten nog steeds in onzekerheid over wie terug zou keren naar huis. Janaea had sinds ze in de arena was gekomen weinig aan haar familie gedacht. Overleven was altijd de eerste prioriteit geweest. Toch kon ze niet ontkennen dat ze haar ouders miste. Hun geur, hun stemmen… hun liefde. Gelukkig had ze Caleb nog.
Twee rennende Tributen kwamen niet veel later in het vizier. Janaea hield zich eerst nog stil, terwijl Caleb de aanval inzette door zijn bijlen naar het hoofd van de mannelijke Tribuut te gooien. Hoewel Sage een elf had gekregen bij de trainingsscore zag de jongen uit District 4 eruit alsof hij toch een grotere bedreiging zou vormen, zeker nu een groot deel van de arena met water was bedekt. Toen zette ook Janaea de aanval in door met haar slinger op volle kracht een steen richting Jake te gooien. Al snel daarna ging Caleb met zijn morgenster (zó heette dat andere enge wapen) op Jake af, naar wie hij één keer fel uithaalde, voordat Janaea naar hem begon te gillen. “BEESTEN!” Ze wist echter niet of Caleb haar niet gehoord had, of dat hij haar liever negeerde en zijn gevecht degelijk beëindigde. In dat geval kon hij echter niet hebben gezien wat op hen afkwam, want het leek enkel logisch dat ze zouden rennen. Waarom deed hij dat nou niet?! Straks… straks dan… Als Janaea had ingestemd om verder te varen, dan was dit nooit gebeurd! Stomme ik, stomme ik, stomme ik, mompelde het meisje in gedachten, terwijl ze het op een rennen wilde zetten, maar hoeveel ze ook bleef schreeuwen, Caleb kwam niet in beweging, behalve dat hij opnieuw uithaalde met de morgenster.
Janaea zag wat er gebeuren zou. Ze slikte, terwijl ze een stuk of twintig apen hun kant op zag komen. “CALEB!”, gilde ze opnieuw, maar zelfs als hij zou reageren, dan zou hij niet in staat zijn om nog op tijd uit te halen. Janaea’s korte beentjes zetten een sprint in, één die langer leek te duren dan een uur, maar in werkelijkheid misschien nog geen drie seconden nodig had. Ze trok haar mes, terwijl ze voor Caleb sprong en stak. Ze stak en stak en stak, maar de aap haalde ook nog uit en gooide Janaea een meter of vijf door de lucht, voordat hij in elkaar leek te zakken. Niet dat Janaea dat nog meekreeg. Ze bloedde. Haar blonde haar kleurde rood door het bloed, waarna ze ontdekte dat dat misschien wel de laatste van haar zorgen was. Haar buik kleurde eveneens rood en er was meer dan ze ooit had kunnen denken. “Janaea!”, hoorde ze Caleb, maar ze riep hem toe dat hij door moest gaan en dat de tijd van bondgenootschappen voorbij was. Ze wist niet hoe de andere Tributen eraan toe waren, maar als zij stierf dan waren ze nog met z’n drieën. Sage en Jake zouden kunnen samenwerken om Caleb uit de weg te ruimen, maar wat dan? Dan werden ze elkaars obstakel en als ze slim waren, zo vond Janaea, dan beseften ze dat nu. Het was jammer dat Janaea nooit zou weten wie zou overleven – wie terug zou kunnen keren naar huis. Of wie zou het zeggen? Misschien kon ze dat wel. Wellicht bood het hiernamaals wel een geweldig uitzicht op Panem, beter dan welk gebouw dan ook. Ze hoopte het. Ze wilde haar familie graag nog een keertje zien.
Bloedend kroop Janaea naar de plek waar ze nog geen twintig minuten eerder rustig hadden gezeten. Goddank was het niet meer dan een paar meter. Meer had Janaea waarschijnlijk ook niet gered. Op handen en voeten bewoog ze voort, waar ze moeizaam de trui van Caleb om Bob vandaan haalde. Ze huilde. Niet omdat het pijn deed. Eigenlijk voelde ze helemaal niets. Ook niet omdat ze verdrietig was, want dat was ze niet. Ze was heel erg blij dat ze op deze manier mocht sterven en ze hoopte dat haar dood niet tevergeefs zou zijn.
Gewoon het idee dat het voorbij zou zijn. De Hongerspelen. Zij.
Janaea omhelsde Bob, terwijl ze haar ogen sloot. Een prachtige glimlach sierde haar gezicht. Ze leek vredig en dat was ze ook. En niemand zou haar dat nu nog kunnen afpakken. Het was voorbij.
OOC: ;__; Godmoden Caleb met toestemming.
- Ze drijven op hun vlot in de richting van een droog stuk arena. - Janaea gaat het laatste stuk het water in om het vlot te duwen en ze gaan aan land. - Caleb en Janaea doen een snelle kennismaking met de plek waar ze zitten. - Ze horen iets en denken dat de andere Tributen eraan komen. - Caleb is van plan weer het water op te gaan, maar Janaea weigert en wil de aanval inzetten. - Janaea en Caleb maken zich gereed voor een gevecht en vallen met name Jake aan, die ze als grootste gevaar zien, zeker nu de stad voor een deel onder water staat. - De apen komen steeds dichterbij en Janaea probeert Caleb te waarschuwen, maar die reageert niet op haar. - Janaea springt voor Caleb als een aap hem wil aanvallen en steekt hem met haar mes. De aap gooit haar door de lucht en Janaea is zwaargewond. - Janaea kruipt naar Bob, haalt hem onder Calebs fleecetrui vandaan, en omhelst hen, terwijl ze met een glimlach op haar gezicht sterft.
A happy death is there But just for the people who care About others more than themselves And sacrificed their lives To give the others the chance To be with their husbands and wives To be with their family When he or she survives Who can live a little longer And might grow a little stronger |
| | | Caleb Green District 7
PROFIELAantal berichten : 279 Registratiedatum : 28-07-13
| ◊Onderwerp: Re: RUN RUN RUN THEY ARE COMING! | wo aug 06, 2014 12:14 am | |
| Land. Eten. Geluiden. Keuzes. Aanvallen en dan vluchten en zijn liefste bondgenootje kwijtraken en stond Caleb nou bovenaan of onderaan de voedselketen?
Het had best een tof plan geleken om níet terug te gaan naar het vlot en misschien was het inderdaad beter om het sterven niet meer uit te stellen - als zijn tijd kwam, kwam het toch wel, of dat nou nu was door medetributen of valse apen of dat het over drie dagen was door de honger. En hij zou vechtend ten onder gaan, dus het moest nu. Het kon ook niet anders dan nu, want de hel was al losgebarsten en door stil in een hoekje te gaan zitten zou hij niet blijven leven. Waarschijnlijk was dit ook het beste plan geweest. Janaea had gelijk gehad, want ze konden niet blijven rennen. Ze stelden het al veel te lang uit en toegegeven was dat ook geweest omdat ze niet bepaald in de buurt van elkaar waren geweest. Caleb en Janaea hadden de nacht doorgevaren en waren op land gestuit. Caleb, gewend aan de frisse lucht van de bossen thuis, had het maar niks gevonden om die zoute lucht in zijn neus te hebben. Dat gewiebel van het vlot was ook niet zijn ding. Nu was de grond in het bos ook niet altijd stabiel; hij kon er in ieder geval op staan en dat was al heel wat. Kans op verdrinken in een bos was niet groot en hij kon er wegkomen mocht dat nodig zijn.
En nu was er bos in de buurt en het was maar goed ook, want Caleb moest rennen voor zijn leven. Letterlijk.
Ze ploften neer op de vaste grond en plukten bessen van de struiken en aten ervan en Caleb zag Janaea uit Els drinken. Ze was nog zo jong en het was zo ongelooflijk oneerlijk dat ze hier was want ze maakte simpelweg geen schijn van kans als het op een gevecht aankwam. Hij had zijn leven aan haar te danken, maar het was ook zeker andersom geweest want zodra iemand Janaea had gezien, had diegene haar in koele bloede afgeslacht zoals ze deden bij de kippen die te oud of te zwak waren om nog eieren te leggen. Janaea was schattig en ze had de bom gesponsord gekregen omdat ze slimmer was dan Caleb - hij kreeg niet voor niks de bijl, hij was de domme kracht. Niet dat hij dom was, maar Janaea ondanks dat ze nog jong was en dat ze overenthousiast was, gewoon slimmer en daarbij veel beter in het leggen van verbanden en logisch nadenken. Ze had briljante plannen, zorgde voor eten en drinken.. Caleb was waarschijnlijk niks waard geweest zonder haar. Ze waren niks zonder elkaar. Ze waren perfect in balans en Caleb wist dat ze uiteindelijk uit balans zouden worden gebracht, maar hij had niet verwacht dat dat zó snel zou gebeuren. Of misschien toch wel, want er was al een eeuwigheid verstreken sinds dat Janaea er met de ukelele van Diana vandoor was gegaan. Er was een eeuw verstreken sinds de laatste keer dat hij Madelynn had gezien en hij vroeg zich af of dat überhaupt nog wel een keer zou gebeuren. Het was iets meer dan twee weken geleden dat hij in zijn District rondliep, het was misschien pas een maand geleden, of twee maanden dat hij voor het eerst Madelynn kuste. Hoe lang was het geleden dat ze een boom op had staan kappen in een gebied waar dat niet mocht?
Terug naar de Arena. De twee hadden iets gehoord en waren direct tot de conclusie gekomen dat dit de overige tributen waren. Minstens één. Minuten later waren het ze allebei, was het duidelijk dat ze samen waren, samen op de vlucht maar dat zag Caleb niet want hij had zijn aandacht gericht op de jongen van District 4, groter en gespierder dan hij en vast een goede zwemmer dus een gevaar nu en Caleb lette niet op want hij gooide zijn kapotte bijl met volle vaart achter hem aan en Janaea haalde uit met de slinger en het meisje had de elf maar hij zou zo haar nek kunnen breken, ze kostte waarschijnlijk minder moeite dan de jongen en dat was niet erg en misschien da-
"JANAEA!" Er waren apen en er was bloed en ze riep dat hij moest rennen en hij weet niet waarom maar zijn benen begonnen zich te bewegen en lieten het kleine meisje achter nadat ze vijf meter door de lucht was gegooid en met een afschuwelijk geluid weer op de grond terecht was gekomen. Caleb betwijfelde of hij zich ooit meer had gehaat en hij wist nu dat hij dit móest overleven om dit goed te maken, want ze zou hem tot moes stampen in het hiernamaals als hij dit niet ging halen en haar leven voor niks was geweest. Hij zou het zichzelf sowieso kwalijk nemen, nog meer dan dat hij zich dit kwalijk nam. "BEN ZO TERUG," Schreeuwde hij over zijn schouder terwijl hij de andere kant opholde, van de apen vandaan richting de twee tributen. Ze hadden amper voorsprong, het enige nadeel wat hij had was dat hij niet precies wist waar ze heengingen en dat hij ook niet kon zien welke wapens ze hadden. Tranen brandden in zijn ogen terwijl hij ze verwoed weg knipperde, want dit was niet de tijd om te huilen. Huilen kon als hij had gewonnen en huilen kon als hij doodging. Zo terug. Maar hoe? Heel of in stukjes? Ademend of niet? En Janaea, hoe erg was ze eraantoe? Werd ze zo in stukken gescheurd door een afschuwelijk wezen, of mocht ze haar eigen dood sterven? Ging ze dood? Ze was hoe dan ook verlamd, dat kon niet anders. Caleb had mensen uit hoge bomen zien vallen, had ze in rare posities op de grond terecht zien komen. Sommige kwamen er goed vanaf, anderen konden niet meer lopen, weer anderen bliezen hun laatste adem uit onderaan een boom, letterlijk gebroken. Men zei dat doodgaan beter was dan verlamd zijn, want een lamme kon niet werken en kostte alleen maar geld. Een persoon met een verlamming kostte alleen maar geld, tijd, en ruimte.
Caleb haalde uit met de morgenster, zijn krachtigste wapen. Hij durfde zijn kleine bijl niet te gooien, want de kans dat hij tweehandig zou moeten gaan vechten was aanwezig en dat kon niet met maar één wapen. Waar de andere bijl was gebleven was hem een raadsel. Hij hoopte maar dat hij iemand ermee had geraakt. Hij moest Janaea wreken, ondanks dat zij niet degene waren die haar hadden gedood. Het was meer zijn schuld dan de schuld van iemand anders, maar hij was zijn leven aan haar schuldig en kon niks anders dan deze schuld proberen te vereffenen. Maar hoe zorgde hij ervoor dat hij niet werd vermoord. Hoe kon hij twee mensen, in een bondgenootschap, van zich afslaan. Hoe kon hij ervoor zorgen dat ze aan elkaar gingen twijfelen, als ze dat nog niet deden. Want er kon er maar één winnen en ondanks dat hij graag degene zou zijn die won, moesten er alsnog twee dood. Hoe wilden zíj dat gaan doen, aangezien hij dat probleem niet had. Als er nou een ter plekke neerstortte was dat makkelijk, maar Caleb kon niet met zekerheid zeggen dat dat zou gebeuren. Hij moest ze laten twijfelen, zelfs al was het maar een minuscuul klein beetje. "HEY!" Schreeuwde hij, nog altijd achter ze aanrennend assuming you're still running maar er is geen edit over de apen tot nu toe dus ik ga er vanuit dat je blijven rennen totdat de apen weg zijn en dan maybe tot Caleb oprot? "Vraagje!" Ze waren dichtbij en het zou lastig zijn om nu Caleb niet onbewust aandacht te geven na die schreeuw. Ondertussen probeerde hij ze nog steeds te raken met de morgenster. "Er op gokkend dat jullie mij ombrengen zodra het kan, hè," Hij pauzeerde even en haalde weer uit. Toch jammer dat hij niks had waarmee hij durfde te gooien, aangezien Janaea de slinger en het mes had gehad en ze toch al wat metertjes achter hen lag, "En dat jullie allebei blijven leven, ongedeerd - en ga daar maar niet vanuit," Goh, de Arena was beter geweest voor Caleb's conditie dan hij ooit had kunnen hopen. Deze hitte, de spanning, adrenaline en toch gewoon lucht om te praten? Wauw. "Hebben jullie als bondgenoten ook al beslist wie er het loodje gaat leggen en wie blijft leven?" Caleb zwaaide weer met de morgenster. Hij zou het toch wel waarderen als het gewoon een gevecht zou worden, want dit rennen was een beetje jammer. Het was het plan om vandaag nog te winnen of te sterven en dit stelde het alleen maar uit. "Iemand van jullie moet dood hè, dat weet je toch? Toch een beetje bagger als je iemand moet backstabben - letterlijk - niet waar?"
((OFF:
-basically wat Soot postte met Janaea - Caleb probeert Jake (of Sage, maar hij is meer naar Jake gericht) eerst te raken met de morgenster (dit staat geloof ik in Janaea's post, ik wilde niet alles exact herhalen en zo) en daarna gooit hij de kapotte bijl er achteraan - Caleb zet het op een lopen en rent achter de twee aan, slecht op korte afstand (variërend tussen de 1-3 meter iguess?) - Caleb zwaait met de morgenster in de hoop de dichts bijzijnde persoon te raken. - Caleb probeert te stoken door ze erop te wijzen dat als ze Caleb eerst aan gaan vallen - iets wat hem logisch lijkt aangezien ze bondgenoten zijn - ze daarna elkaar moeten vermoorden.))
De bijl die naar Jake werd gegooid, miste in alle hectiek zijn doel, maar wist wel Sage licht te verwonden.
Het al rennend uithalen van Caleb had meer effect: Jake wordt geraakt en houdt een venijnige wond over, Sage wordt gelukkig voor haar slechts geschampt.
De apen zullen pas weggaan als de tributen stoppen met wegrennen. |
| | | Sage Malone District 3
PROFIELAantal berichten : 125 Registratiedatum : 03-08-13
| ◊Onderwerp: Re: RUN RUN RUN THEY ARE COMING! | do aug 07, 2014 6:08 pm | |
| Ze waren net gewend geraakt aan het water, hadden vissen gevangen en waren weer een beetje aan het aansterken toen Sage en Jacob ineens werden lastig gevallen door een kudde woeste apen. Ze hadden er niet bepaald vriendelijk uitgezien, niet als het type aap dat je met een banaantje kon temmen, maar meer als een soort mensenetend apentype, vandaar dat ze zo snel als ze konden de benen hadden genomen. Na een stuk gerend te hebben vroeg Jake of apen konden zwemmen, buiten adem (want zoveel beter was haar conditie niet geworden sinds het wegrennen voor het water) had Sage geantwoord dat ze dacht van niet, maar dat dit er niet echt als normale apen uitzagen dus je nooit zeker kon weten. Ze vroeg zich af aar ze deze apen vandaan hadden gehaald, waren ze misschien speciaal gefokt door het capitool om op mensen te jagen of kregen ze dit op andere wijze voor elkaar? 'Laten we het water ingaan en allebei een deel van het visdraad vasthouden en dat om ze heen proberen te wikkelen als ze toch het water inkomen!' Riep Sage naar haar partner, dat was het beste idee wat ze op dit moment had. Sage griste twee stenen van de grond en rommelde in haar zak om het draad te zoeken, terwijl ze iemand hoorde schreeuwen. Nog rennen begon ze met het knopen van de steen en het draad waarna ze naar Jake schreeuwde met de vraag wie er achter ze was, maar eigenlijk wist ze het antwoord al wel. Ze draaide zich om en zag Caleb, maar kon ook nog maar net op tijd een wapen ontwijken. De bijl schampte langs haar buik en scheurde haar kleding. Tijd om te kijken hoe erg ze was geraakt was er niet, want Jake werd ook aangevallen. Tot haar grote afschuw zag Sage dat Janaea ernstig gewond was, die lag namelijk een stukje verder op. Met dat lieve meisje had ze vriendschap gesloten zodra ze elkaar ontmoet hadden, hoewel Jake haar bondgenoot was was het in de eerste instantie ook de bedoeling geweest dat ze dat met Janaea zou zijn geworden in de hoop haar te beschermen . 'Neeeee, niet Janaea!' Schreeuwde ze in paniek, maar tijd om haar te gaan helpen had ze niet. Ze rende nog een paar meter verder met Jake en toen luisterde ze naar wat de jongen allemaal zei. Over dat 1 van hen dood zou moeten. Daar hadden Jake en zij het al lang over gehad, ze hadden een duidelijk plan en Sage was er van overtuigd dat dat wel goed zou komen. Ze kreeg echter wel tranen in haar ogen. 'IS DAT WAT ER MET JANAEA IS GEBEURD? WAS JE BANG DAT ZE JE VAN KANT ZOU MAKEN OMDAT JULLIE BONDGENOTEN WAREN? HEB JE HAAR DAAROM VOOR OUDVUIL DAAR AAN HAAR LOT OVER GELATEN?' Schreeuwde ze boos, met alle kracht die ze in haar armen had gooide ze de steen met het scherpe draad naar Caleb toe, als ze een beetje goed gemikt had zou het om hem heen slaan en hopelijk zou het hem verwonden en verzwakken. Ze draaide zich meteen om en rende weg, terwijl het haar opviel dat de apen ondertussen waren verdwenen. Achter haar gooide Jake met een gevaarlijk uitziend wapen en vertrok richting het water (de tegenover gestelde richting van Sage). OOC godmoden van Jake met toestemming: - Jake en Sage zijn dus op de vlucht voor de apen: a wild Janaea and Caleb appeared - Sage is van slag omdat Janaea gewond/dood is - Sage wordt geraakt door de bijl die voor Jake bedoelt was en raakt licht gewond - Sage heeft haar superscherpe visdraad aan een steen gebonden (eerst om de apen te verslaan, maar dan voor Caleb) en gooit dit naar hem toe in de hoop dat het om hem heen slingert en hem verwond en rent weg. - Jake gooit een chakram naar Caleb - Jake heeft een bloedend been en loopt mank, gaat richting het water En om eerlijk te zijn vond ik het wel een beetje lastig dat je/jullie al zoveel had ingevuld want dit was niet echt wat we hadden willen doen, maar omdat er nu nog zo weinig tijd was heb ik maar zo goed mogelijk geprobeerd me eraan te houden Sages steen mist het doelwit faliekant, maar Jakes chakram raakt Caleb wél en brengt een levensgevaarlijke wond toe.
Het begint te schemeren, het zal niet lang duren voordat de nacht invalt. |
| | | Caleb Green District 7
PROFIELAantal berichten : 279 Registratiedatum : 28-07-13
| ◊Onderwerp: Re: RUN RUN RUN THEY ARE COMING! | do aug 07, 2014 11:23 pm | |
| Gelukkig was alles niet voor niks geweest. Caleb had de twee daadwerkelijk geraakt, zij het niet al te extreem. Iets was echter beter dan niets en dat hield Caleb zichzelf dan ook maar voor. Het plan om de twee bondgenoten tegen elkaar op te stoken, mislukte echter compleet. 'IS DAT WAT ER MET JANAEA IS GEBEURD? WAS JE BANG DAT ZE JE VAN KANT ZOU MAKEN OMDAT JULLIE BONDGENOTEN WAREN? HEB JE HAAR DAAROM VOOR OUDVUIL DAAR AAN HAAR LOT OVER GELATEN?' Tranen van woede sprongen in de ogen van Caleb en hij had gewild dat hij iets had gehad om mee te gooien. 'ALS JE ZO'N GROTE VRIENDIN VAN HAAR WAS HAD JE HAAR MAAR ALS BONDGENOOT MOETEN HEBBEN. JANAEA IS BETER DAN IEDEREEN OP DEZE AARDE!' En het was waar. Het voelde als een mes door zijn buik toen ze dat zei, want hij had Janaea nooit achter willen laten. Hij kende haar echter goed genoeg om te weten dat ze het hem nooit had vergeven als hij deze kans had laten lopen. Het was vandaag winnen of sterven. Niet morgen. Het was de hoogste tijd. En ondanks dat mensen zouden zeggen dat het niet uitmaakte of Janaea hem zou vergeven aangezien ze nu dood was, want hij kende Janaea en ze zou zijn leven zuur maken als spook tot hij zelf dood zou gaan, om hem daarna nog uit te gaan foeteren. Nee, dat wilde hij niet. Daarbij wilde hij dit winnen voor haar en voor zichzelf en voor zijn familie, dus er was maar één optie: doorgaan.
Caleb had nog net een steen met visdraad kunnen ontwijken, wat bijna te laat was geweest omdat zijn zicht was vertroebeld door de tranen, maar hij had de chakram van Jake niet gezien en was ook veel te laat. Caleb kon nog enigszins wegduiken, maar de chakram belandde precies in het midden van zijn borstkas en bleef daar zitten. Hij schreeuwde het uit van de pijn en viel op zijn knieën en hij keek naar de chakram die nu uit zijn borst stak. Zijn wapens, die hij op de grond had laten vallen, pakte hij weer op zodra hij weer lucht kreeg en met zijn laatste krachten gooide hij de kleine bijl die hij van zijn familie en zijn liefste Madelynn gesponserd had gekregen zo hard mogelijk in de richting van degene die hem verwond had, namelijk Jake, met zijn bloedende been. Daarna strompelde hij in de richting van het bos, slechts meters van hem verwijderd, waar hij zo snel hij kon uit het zicht verdween.
'Het kan me niks meer schelen,' mompelde Caleb een uur later, terwijl hij door het donker door het woud strompelde. Zweetdruppels stonden op zijn voorhoofd en zijn shirt was kletsnat. Hij had het benauwd en zijn voorhoofd was roodgloeiend. Hij voelde zijn arm niet meer, waar hij zijn morgenster in vasthield en hij concludeerde dat het een wonder was dat hij dat ding nog niet had laten vallen. Caleb had nog geprobeerd hem in zijn riem te steken, maar het optillen van zijn arm kostte te veel moeite en hij zou zijn laatste energie nog moeten gebruiken voor wat anders. De chakram stak nog altijd uit zijn borst. Caleb had ooit geleerd dat bij diepe wonden het soms beter was het voorwerp te laten zitten, omdat die het bloed in het lichaam hield. Hij was zich er echter van bewust dat hij niet wist wat dit voorwerp voor effect had op zijn ingewanden en de koorts die hij had gekregen in zo'n korte tijd voorspelde niets goeds. Hij moest echter doorzetten, hij zou niet opgeven, zelfs als zou hij dat maar wat graag doen.
Twee uur later. Het was pikkedonker en Caleb kwam nauwelijks nog vooruit. Ademhalen was zo moeilijk dat hij ging twijfelen of er niet toevallig een long was doorgeprikt, maar hij hield zichzelf voor dat hij dan al dood was geweest. Het had geen nut te klagen want daar had hij meer dan genoeg tijd voor zodra hij dood was. Hij hoestte en een substantie die donkerder was dan speeksel vloog uit zijn mond: bloed. Hij zag het niet, maar de metaalachtige smaak die bloed met zich meebracht was onmiskenbaar zodra het zich in zijn mond bevond. Het was zo'n smaak die je herkende, zelfs al had je het nog nooit geproefd. Net zoals dat iedereen wist dat zwavel naar rotte eieren ruikt, maar lang niet iedereen ooit aan rotte eieren had geroken. De bladeren van het dichte woud kraakten onder zijn voeten en ondanks dat hij zeker wist dat hij dood aan het gaan was, voelde hij zich merkwaardig rustig. Dit was niet zijn soort bos, maar het was een bos. De lucht was vochtig doch fris en vol van zuurstof en hij herkende de geur van hout en het geritsel van insecten en de wind die zich bewogen door zijn naaste omgeving. 'Ik hou van je,' Het had niet zachter kunnen klinken maar Caleb wist zeker dat hij goed in de gaten werd gehouden. Hij zag overal in dat minuscule beetje maanlicht de reflectie van camera's die zijn kant heen flitsten, want hij was zwaar gewond en ziek en zwak. Bij Caleb thuis keken ze zelden tv, maar hij wist hoe journalistiek op ramplocaties er aan toeging.
'En het spijt me,' Caleb zette zijn voet tegen de stam van een beklimbare boom. Als hij ergens dood zou gaan, dan zou dat in een boom zijn. District 7, tot uw dienst. En ondanks dat hij niet zeker wist dat hij doodging - maar hij voelde zich zo ziek, het kon voor zijn gevoel niet anders dan dat hij zodra hij zijn ogen sloot, hij ze opendeed met Janaea over zich heen gebogen - voelde hij dat hij dit moest doen. En daarom klom hij met alle kracht die hij nog bezat, de kracht die hij nog over had gehouden, ondanks dat dat niet zo veel meer was, in de hoogste en dikste boom die hij had kunnen vinden. Hij had niet veel moeite gedaan om een goeie uit te kiezen want daar had hij de kracht niet voor, maar dit was een fikse, stevige boom die volgens hem een complete boomhut kon houden. Het was als gisteren dat hij nog met Janaea in een ruïne lag, in hun vlot. Het was daadwerkelijk gisteren. Minder dan vierentwintig uur geleden werden ze aangevallen door een badeend. Misschien dat acht uur geleden Bob overleed. En ongeveer drie uur geleden blies Janaea haar laatste adem uit. Een week geleden zijn districtgenoot. Hij wilde Madelynn niet achterlaten, echt niet. Hij wilde niemand achterlaten, maar hij zou de mensen die hem achter hadden gelaten ook weer zien en vice versa.
Hij klom en klom en het werd zwart voor zijn ogen maar hij moest doorzetten en hij klom nog meer en het zweet droop langs zijn rug naar beneden en zijn morgenster zat nu toch in zijn riem maar zat in de weg en ja, daar was hij dan. Er was een prachtige splitsing van de boom op ongeveer dertig meter boven de grond waar Caleb nu zat uit te hijgen. Hij dankte zijn spierkracht en zijn training en de tijd in de Arena, want als hij dat niet had gehad had hij het nooit voor elkaar gekregen ook maar een centimeter van de grond te komen. Maar hij was er en hij zat nog redelijk beschut ook. Caleb kon zichzelf nog vastmaken met zijn lianenriem zodat, als hij om zou vallen, hij niet meteen uit de boom zou vallen, en zekerde zijn morgenster achter twee takken, waar deze netjes bleef hangen. Het was het enige wat hij nog had, samen met de chakram die God mocht weten hoeveel centimeters diep in zijn borstkas vast zat. Nu was het al helemaal geen doen meer om hem eruit te trekken, want als de wond zou gaan helen - en hij was wel aan het bloeden geweest aan de buitenkant, maar dat was gestopt, dan zou hij het hele heelproces verstoren door dat ding eruit te halen. Dan was het echt foute boel. Nee, als hij dood zou moeten, zou hij dat wel doen, maar tot die tijd liet hij de chakram zitten waar hij zat. Wie weet waren de beschadigingen aan de binnenkant wel niet zo erg. Misschien was zijn long niet doorboord geraakt en stond hij ook niet op het punt doorboord geraakt te worden als hij dat nog niet was. Misschien zou zijn luchtpijp niet worden geraakt. Misschien woedde er geen honderden bacteriën door zijn systeem en was hij hard bezig om dood te gaan. Misschien had hij geen 40 graden koorts. Misschien was dit allemaal niet gebeurd. Wie weet was hij nog gewoon gezond en waren dit illusies. En wie weet zou hij morgen weer herenigd zijn met zijn familie.
En met die gedachte, viel Caleb Green in slaap in een boom, alleen, ziek, zwak, zwaargewond. En in zijn slaap, met onrustige dromen vol met schuldgevoel en achtervolgingen en ziekte en meer nare ongein, mompelde hij zachtjes, 'Het spijt me dat ik je niet kon redden. En mezelf..' En zijn dromen werden kalmer naarmate de ochtend naderde, dromen met mensen die hij liefhad, die hij verlangde weer te zien. En als Caleb precies nu wakker was geworden, had hij waarschijnlijk gewenst dat die droom zijn laatste moment van bestaan had kunnen zijn.
((OOC: -Caleb wordt in zijn borstkas geraakt door de chakram, die zich enkele centimeters diep in zijn lichaam boort en maybe maybe not wat vitale organen schaadt (ik dacht zelf aan meer inwendige dingen dan uitwendige dingen, aangezien hij natuurlijk wel een flinke wond op kan lopen maar inwendige dingen leuker zijn om over te schrijven dan 'hij had een wond en bloedde dood') - Hij valt op zijn knieen en wanneer hij weer opstaat - maximaal 10 seconden later want we hebben het wel over Caleb, liefst wat eerder - smijt hij zo hard hij kan de kleine bijl achter Jake aan. Ik kon alleen Jake niet goed positioneren in mijn hoofd en waar hij staat kinda, dus ik weet niet of dat realistisch is? Maar goed, we hebben het nog steeds over Caleb. Waarom voeg ik hier altijd zo veel dingen aan toe. Gawd. - Hij strompelt het bos in en blijft een paar uur lang doorstrompelen en dat is niet goed voor zijn inwendige onderdelen. - Daarna klimt hij een boom in en gaat daar slapen. ))
De bijl miste zijn doelwit, misschien omdat Jake al te ver weg was, of misschien omdat Caleb niet meer goed kon mikken door de tranen.
Enkele uren later, toen Caleb in de boom in slaap viel, klonk een kanonschot. Caleb zou nooit meer wakker worden. |
| | | Gesponsorde inhoud
| ◊Onderwerp: Re: RUN RUN RUN THEY ARE COMING! | | |
| |
| | | | RUN RUN RUN THEY ARE COMING! | |
|
| Permissies van dit forum: | Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum
| |
| |
| |