‘Gangen graven, ja gangen graven!’ Vrolijk zingend stond Goliath in een ondiepe kuil op het kerkhof. Met grootse gebaren schepte hij op de maat van de muziek zand uit de kuil, nu eens neuriënd, dan weer zingend. Eigenlijk was hij helemaal niet zo dol op zijn werk: hij kreeg altijd al rugpijn als hij nauwelijks twee scheppen zand had verplaatst, maar werk betekende wel weer brood op de plank en dat was iets wat hij wel kon gebruiken. Al een tijdje had hij geen graven meer hoeven delven en was hij bijna weer aan de bedelstaf geraakt, maar nu – dankzij die ge-ni-a-le Hongerspelen – had hij weer werk voor twee! Twee graven mocht hij delven!
Misschien zou hij het verschrikkelijk moeten vinden dat de twee tributen van District 8 beide waren uitgeschakeld, maar dat zat Goliath gewoon niet in het bloed. Hij vond zijn eigen gewin nog altijd belangrijker dan dat van twee mensen die hij toch niet kende. Bovendien waren het maar kinderen geweest. Wat waren kinderen nou helemaal? Lastposten, dat was het enige dat ze waren.
‘Blijven graven, nimmer versagen, hm-hmmm-hmm-hm....’
Weer een schep aarde die door de lucht vloog. Om de dood van William Mocca had hij hard gelachen. Gedood door een taart! Zou dat ook op z’n grafsteen komen te staan?
Hier ligt
William Mocca
Onze geliefde zoon
Die teveel vertrouwen had
In een taart
De dood van Belle Deveno had Goliath helaas niet meegekregen. Hij had toen liggen genieten van een welverdiende slaap. Dat vond hij jammer, maar hij wist ook heel goed dat hij niet vierentwintig uur per dag naar de Spelen kon kijken. De eerste dag had hij het volgehouden tot diep in de nacht, toen de tributen zo’n beetje waren gaan slapen. Blijkbaar had hij toen alsnog wat gemist, want toen hij wakker werd waren er opeens gewonden. Alles wat hij gemist had, moest hij dus van andere mensen horen, maar het geval wilde dat hij niet zo goed kon opschieten met de andere mensen in zijn district en dat hij er geen vertrouwen in had dat ze hem de juiste informatie gaven. Ze hadden hem meteen de eerste dag al willen wijsmaken dat de Piratenbadeend een van de favorieten had opgegeten.
Een herhaling kijken was ook geen optie, want Goliath had geen eigen tv. Elke dag moest hij voor het grote scherm op een van de pleinen zitten, of staan, of liggen, wat hij zelf het leukste vond. Maar ook dat was er vandaag niet bij, want vandaag moest hij werken.
‘Gangen graven, ja gangen graven...’
Het zou niet lang meer duren voordat de twee dode tributen met hun families herenigd zouden worden, waarna ze voorgoed in de grond zouden verdwijnen, hij de gaten zou dichten en zijn geld zou ontvangen. Lang leve de dood, dacht hij.
OOC: ervan uitgaand dat het kerkhof aan de rand van de stad ligt ^^