John Cropper District 4
PROFIELAantal berichten : 18 Registratiedatum : 18-08-14
| ◊Onderwerp: De Zatte Zeester | ma sep 08, 2014 10:43 am | |
| Zoals eigenlijk bijna elke dag, was John Cropper weer eens in de haven te vinden. Hij slofte tussen de hard werkende mensen door, af en toe iemand groetend. Bij een grijzende man bleef hij staan. ‘Moore! Verdraaid, waar heb je uitgehangen, ouwe makker?’ Hij sloeg zijn ex-collega grijnzend op de schouder. Die keek niet geheel verrast op. ‘Cropper!’ groette hij met een lach op zijn gezicht en hij vervolgde, terwijl hij John een ferme handdruk gaf: ‘Ik had het kunnen weten. Lang niet gezien, maat, hoe staat het vrije leven ervoor?’ Ze namen even de tijd om bij te praten, tot een schriel ventje riep dat Moore weer aan het werk moest. Er was nog een hoop te doen! Moore lachte verontschuldigend naar John. ‘Je hoort het,’ zei hij. ‘Ik moet weer aan de slag van meneer Brown.’ Hij sprak de naam met hoon uit, waaruit bleek dat hij weinig respect had voor zijn baas. John Cropper kon het hem niet kwalijk nemen. De jongeman zag er niet uit alsof hij verstand had van de visserij en nu hij erover nadacht deed de naam Brown wel een belletje rinkelen. De jongeman had zijn plek als baas waarschijnlijk verdiend door zijn goede naam, en niet door zijn kunde.
John Cropper stak nog een hand op naar Moore en slofte toen verder. Hoewel hij het niet toe wilde geven, begon hij toch een beetje vermoeid te raken en voelde hij hoe zijn hart sneller begon te kloppen en zijn ademhaling moeizamer ging. Het werd tijd dat hij een haventent opzocht.
Gelukkig wist John Cropper de beste kroegen in de haven met gemak te vinden en zo kwam het dat hij binnen tien minuten aan de bar zat, met een grote pul bier voor zich. Aan glazen deden ze hier niet, want dat leverde te veel rommel op, zo had de eigenaar al jaren geleden gemerkt. Omdat het nog vroeg in de middag was en bovendien heerlijk weer buiten, was het rustig in de kroeg. Hier en daar zaten wat zeebonken of verdwaalde niet-zeebonken, de ene aan de alcohol, de ander dronk water. Ondanks dat was de sfeer wel gezellig, zoals eigenlijk altijd. De Zatte Zeester was niet per definitie John’s stamkroeg, maar wel een kroeg waar hij graag kwam en herkend werd door de eigenaar. John nam een flinke teug van het koele bier en hoorde toen een stem naast zich. Een nieuwe bezoeker voor De Zatte Zeester. |
|