Een RPG-forum gebaseerd op de Hongerspelen. Maak een personage aan voor een van de districten en doe mee aan de Hongerspelen!
 
IndexLaatste afbeeldingenZoekenRegistrerenInloggen

N

O

S

A

E

S

S

T

H

G

I

L

T

O

P

S

Personage van het seizoen
Milly Butterworth
Winnares 1e Spelen
Sage Malone
Winnares 2e Spelen
Madelynn Bristow
Winnares 3e Spelen
Solar Gbadamosi
Winnares 4e Spelen
Kasa Locklear

F

F

A

T

S

Admini
Cecilia Peak
Admini
Tyrell Peak
Moderator
Nike Foxglove
Moderator
Matthew Mills

S

T

I

D

E

R

C

© 2013 - 2015
De Hongerspelen RPG is ontworpen en gemaakt door de Adminies en is gebaseerd op de Hongerspelen trilogie van Suzanne Collins.

Deze skin is getest op
Google ChromeMozilla Firefox

Deel
 

 [DAG 1] Pull Me Under

Vorige onderwerp Volgende onderwerp Ga naar beneden 
AuteurBericht
Dean Webster
District 8
Dean Webster

PROFIELAantal berichten : 239
Registratiedatum : 05-08-13
KARAKTER
Karakter Informatie
Geslacht: Man
Beroep: Multifunctioneel
Leeftijd: 14

[DAG 1] Pull Me Under Empty
Onderwerp: [DAG 1] Pull Me Under | vr jan 09, 2015 1:15 am

Hij vertraagde en toen hij op het eerste oog niemand in zijn directe omgeving zag, liet Dean zijn tempo afzakken tot een trage wandeling. Zijn mond was droog en zijn gezweet had zijn shirt doorweekt. Dean trok met een ruk zijn jas uit en bond deze om zijn middel, net over zijn pistool die in zijn riem zat gestoken zodat niemand deze in eerste instantie zou zien. Als het goed was, had vrijwel niemand hem gezien toen hij het kleine meisje uit District 10 had proberen neer te schieten, en had dus ook niemand gezien dat er slechts confetti uit zijn pistool was gekomen. En hoewel hij nog steeds ziedend was, dacht Dean dat het hebben van dit pistool wel in zijn voordeel kon gaan werken.

Nog altijd begaf hij zich in de tegenovergestelde richting van het bos, iets wat compleet tegen zijn intuïtie leek in te gaan. Hij had zich graag verscholen tussen de bomen, maar hij wilde niet in dezelfde richting lopen als het meisje wat hij bijna had vermoord. Hoe hij dat überhaupt in zijn hoofd had weten te krijgen, snapte hij niet, want ze was geen directe bedreiging geweest en hij had zo vaak discussies met zichzelf gevoerd over in welke situaties geweld gepast was. Uiteindelijk had Dean beslist dat hij alleen aan zou vallen en eventueel zou moorden als hij echt niet anders kon, en was dit zo'n situatie geweest? Niet echt. Lisbeth had hem nooit kunnen overmeesteren en hij had makkelijk weg kunnen rennen. Maar aan de andere kant had het best gekund dat ze hem pootje had gehaakt en hij in het water was beland, en Dean kon niet zwemmen.

Hij stopte met lopen, keek even over zijn schouder of er niemand in de buurt liep en toen dat niet het geval leek te zijn, begaf hij zich richting het water. Het leek hier dieper dan het op de andere plekken had geleken, wat hem een onheilspellend gevoel gaf. Zolang hij in het water kon staan, was er niks aan de hand. Dit leek echter dieper en donkerder dan de andere waters die hij had gezien en er was hier ook niks van begroeiing dat vanuit het water omhoog stak. Natuurlijk kon het ook zijn dat het daarom juist dieper en donkerder leek, al was er ongetwijfeld op andere plekken ook geen begroeiing. Dean zijn kennis van de zee was nou niet echt geweldig en voor hem was alles waarin hij moest zwemmen, diep. En of dit nou dieper was dan iets anders, kon hem weinig boeien. Het voelde echter dieper aan als hij er zo naar keek, al begreep hij niet waar het vandaan kwam. Het weerhield hem er in ieder geval van om meteen iets stoms te doen zoals erin te springen.

Dean had een overzicht over een groot gedeelte van de Arena, al kon hij niet duidelijk zien wat wat precies was. Wel had hij al eerder gezien dat hij in de richting liep van een groot houten platform wat aan de andere kant van dit water - en de weg waarop hij liep - te vinden was en dat was voor nu dan ook zijn doel. Het was direct aan de andere kant van de Arena en hij voelde zich niet veilig zo out in the open, maar hij zou iedereen kunnen zien en horen aankomen. Dat was een voordeel tegenover het bos, waarin alles en iedereen zich kon verstoppen.
Maar voor nu knielde hij aan de rand van de weg die hem over het water leidde en voorzichtig stak hij zijn handen in het water, en vormden zijn handen een kommetje. Hij vond het te link om van te drinken, maar hij plonsde het water in zijn gezicht en daarna nog eens en nog eens, en door zijn haren die tegen zijn huid plakten van het gezweet. Het verkoelde hem en het voelde heerlijk aan en het liefst had hij zich gewoon in het water laten zakken en was hij daar de rest van de Spelen gebleven. Dat leek hem echter geen strak plan, tenzij hij ergens een boot zou kunnen vinden. Er was in ieder geval niet zo'n groot gevaarte als vorig jaar en er was geen instortingsgevaar van huizen, want op de houten huisjes verderop na, die net te onderscheiden waren in de verte, waren die er niet. Het enige wat hem misschien zorgen zou baren, zou al het water zijn. Dean wist niks van gevaarlijke vissen, alleen maar van de eetbare varianten, maar zijn trainer had niet voor niets gezegd dat diepe wateren stille gronden hadden. Dat was een uitspraak die hij nooit had begrepen en ook toen zijn trainer dit hem op het hart had gedrukt, was het niet erg blijven hangen, tot nu. Het was zo aanlokkelijk, maar zo onbekend, en in het geval van de Spelen en een confettipistool als wapen waren de kansen niet in zijn voordeel als het om onbekend terrein ging.

Nadat Dean zich had opgefrist en hij een beetje was afgekoeld, en hij zijn lippen had bevochtigd met het zoete water wat een beetje van zijn dorst had gelest, begon hij op een rustig tempo richting het platform te joggen.

De huisjes doemden voor hem op - ook al kon hij ze eerder al zien - en ondanks dat onbekende dingen slecht waren en alles hier gemaakt was om hem dood te maken en daarbij hij hier ook nog eens zat vanwege het Capitool, was zijn nieuwsgierigheid wederom gewekt. Hij stroopte zijn mouwen op tijdens het rennen, al hielp het niet tegen de hitte. Het verbaasde Dean dat hij toch al zo lang in deze omstandigheden had kunnen rennen, maar het deed hem goed dat er in ieder geval íets goed leek te verlopen. Het was geen optimale Arena voor hem, al zou dat vast inhouden dat hij niet de enige zou zijn die er problemen mee hadden. Hij dacht even aan Flaire, het meisje wat op de eerste dag nogal vreemde capriolen uit had lopen halen met het vuur en haar haarkleur die vrijwel hetzelfde was. De hitte zou ze vast niet erg vinden, maar hoe zat het met het water? En hoe zou het met de rest zitten? De mensen uit District 4 konden allemaal zwemmen, maar Dean had geen idee hoe het met de andere Tributen zou zitten. In District 8 was zwemwater schaars, maar het was er wel. Dean hoopte maar dat hij niet de enige was die een nadeel had, en dat hij in ieder geval niet het grootste nadeel had.

Uiteindelijk bereikte Dean het platform en binnen enkele minuten stond hij voor de deur van één van de huisjes. Hij had het prieel voor nu achter zich gelaten, daar dat geen goede schuilplek was en er op het eerste gezicht niks interessants leek te liggen. Daar kwam hij later nog wel een keer, mocht dat nodig zijn. Het werd naar zijn zin te veel omringd door water. Het had niet helemaal op de route gelegen, al had hij natuurlijk ook gewoon de huisjes achter zich kunnen laten. Of hij had toch kunnen gaan zwemmen. Het kon echter nuttig zijn, maar hij was meer geïnteresseerd geweest in de huisjes, met hun mooie daken en fijne houtwerk - niet dat Dean daar echt iets over wist, maar hij vond het gewoon mooie huisjes. Hij was er niet van overtuigd dat het openen van een deur in een moordlustige Arena veel goeds op zou leveren. Absoluut niet. Het was echter beter dan gewoon ergens gaan staan, of alleen maar blijven rondrennen. Het was nog beter dan iemand vermoorden. Dit was nog relatief onschuldig en het rottigste wat er zou kunnen gebeuren, was dat dit een val was en hij werd aangevallen. Misschien dat zijn dood lang en pijnlijk werd. Het zou hem niks verbazen, daar het Capitool hem toch al voor paal had gezet met dat stomme pistool en die schandalige poging tot moord op één van de jongste Tributen dit jaar.

Toch trok Dean het pistool achter zijn riem vandaan en hield deze zo zelfverzekerd als hij kon voor zich. Zijn rechterhand trilde zichtbaar en het was de vraag of hij überhaupt nog recht zou kunnen schieten, want met de seconde leek zijn hand meer te gaan wiebelen. Dean haalde de haan weer naar beneden, net zoals hij minder dan een uur geleden had gedaan. En met zijn vrije hand pakte hij de deurknop, draaide deze om, en zou nu zijn lot tegemoet komen.

OOC: Ik schopte wat dingen door elkaar dus ik hoop dat ik nu alles goed heb opgeschreven met die huisjes enzo..
- Dean rent in zuiderlijke richting.
- Hij stopt even om zich op te frissen.
- Daarna rent hij richting het platform en hij stopt bij het eerste huisje (althans, ik denk dat dit een huisje is?) bij F9. En als dit geen huisje is, doe dan maar het dichtbijzijnde andere huisje. Ik dacht namelijk dat F9 de prieel was en dat G9 het boothuisje was. Of zo.
- Hij probeert de deur open te doen.

G9 is het prieel, M9 is het boothuisje. Dus ik ga er van uit dat je bij het huisje van E9 komt, aangezien dat volgens mij het eerste huis is dat Dean tegenkomt.

Als Dean de deur opent, ziet hij zichzelf. En nog een keer zichzelf. En nog een keer zichzelf. Hij kijkt in verschillende lachspiegels, want het huisje is een lachspiegeldoolhof!
Terug naar boven Ga naar beneden
http://imetaltheworld.tumblr.com/
Dean Webster
District 8
Dean Webster

PROFIELAantal berichten : 239
Registratiedatum : 05-08-13
KARAKTER
Karakter Informatie
Geslacht: Man
Beroep: Multifunctioneel
Leeftijd: 14

[DAG 1] Pull Me Under Empty
Onderwerp: Re: [DAG 1] Pull Me Under | vr jan 09, 2015 6:12 pm

"WAAAAH!" Hij drukte zonder het te willen de trekker van zijn pistool in en dook zo snel als hij kon naar links, van de deur vandaan. Zijn hart klopte als een gek in zijn keel en Dean's ogen waren groot van de schrik. Hij slikte, terwijl hij vanaf de grond waar hij nu in de meest waardeloze positie lag als hij nu zou worden aangevallen, in de richting van de deur keek. Hij had iemand binnen zien staan. Hij had veel mensen binnen zien staan.
Maar waarom was er dan nu nog niemand op hem af komen stormen? Als er zo'n grote groep mensen in dit huis stond?
"Hallo?" Riep Dean, zoals ieder blank persoon dat hoorde te doen als er een potentiële moordenaar in de buurt was. "Is daar iemand?" Hij wachtte, telden de seconden af, en toen hij na tien seconden geen antwoord had gekregen, krabbelde hij overeind en stak hij heel voorzichtig zijn hoofd om de hoek van de deur.

Hij zag wel tien hoofden, grote hoofden, kleine hoofden, dunne hoofden en dikke hoofden en het was iets wat Dean nog nooit eerder had gezien en het bezorgde hem rillingen die over zijn rug liepen en die hem voor zijn gevoel tien graden afkoelden. Wat deden al die hoofden hier? Waarom waren ze allemaal zo verschillend? En waar waren al die mensen heen die hier zojuist hadden gestaan, met een geheven pistool op Dean gericht.
"Oh," klonk het uit de mond van de jongen, terwijl hij volledig in de deuropening stapte. "Spiegels. Natuurlijk." Als zijn pistool kogels had gehad, had hij een kogel door zijn hoofd gejaagd omdat hij zich zo schaamde voor zijn stupiditeit. Hij kon echter niet veel meer dan confetti over zich heen strooien en dat was nou niet iets wat hielp, dus in plaats daarvan stapte hij voorzichtig het huisje binnen dat van binnen bezaaid was met allemaal spiegels.

Hij liet de deur achter zich open, bang dat hij anders de deur niet meer open zou krijgen. De spiegels met al hun verschillende weerspiegelingen van de jongen, maakte hem niet erg gerust en hij was nu nog banger dan toen hij bij de Hoorn stond. Het lukte hem aardig om zijn ademhaling onder controle te houden, maar de jongen trilde nog steeds oncontroleerbaar en het pistool, wat hij nog altijd voor zich uithield, want je wist maar nooit, zwaaide heen en weer in zijn hand. Hij liep naar de dichts bijzijnde spiegel, de enige spiegel die hem normaal weergaf. Met zijn linkerhand raakte hij het koele glas aan en half verwachtte hij dat er iets zou gebeuren. Dat gebeurde niet, natuurlijk, want dit waren de Hongerspelen en geen reisje naar Zweinstein. Toen wendde hij zich naar de lachspiegels, iets wat hij niet kende of herkende, en hij vond het maar een naar idee dat dit soort spiegels bestonden. Ze gaven een verkeerd beeld af, en deze spiegels waren een stuk nuttiger geweest als ze gewoon hadden gewerkt. Het had voor de districtsmensen iets kunnen zijn, aangezien niet iedereen een spiegel kon veroorloven maar je er alsnog goed uit moest zien. Of zo.

Dean liep terug naar de deur en deed deze op een kier, zodat het niet meteen duidelijk was dat er iemand binnen was. Daarna begon hij zich door het doolhof te bewegen en het was aanzienlijk lastiger dan hij had verwacht. De spiegels maakten hem nerveus en het feit dat hij niet goed in kon schatten hoe ver hij nog moest lopen, maakten het ook niet veel beter. Het huis had aan de buitenkant vrij groot geleken, maar door de weerkaatsende spiegels leek het gigantisch en heel klein tegelijk. Toen hij uiteindelijk bij het einde van het huis was gekomen was hij opgelucht dat hij niet was aangevallen en eigenlijk was dit wel een goede schuilplaats. Maar het was nu nog geen tijd voor schuilplaatsen. Het was nog licht en er waren hier meer huisjes, dus op naar de volgende!

En zo geschiedde het dat Dean zijn weg weer vond uit het huisje met de lachspiegels. Ditmaal deed hij de deur wel dicht, zodat voor de volgende persoon leek alsof er nog niemand was geweest. Daarna rende hij naar het volgende huisje, een stuk verderop, en ook hier trok hij zijn pistool en richtte deze op een potentiële aanvaller voordat hij de deur opengooide.

OOC
Het was E9 idd, niet F9.. zucht. ANYWAY
- Dean schrikt zich wild en springt opzij
- Daarna besluit hij, na een typische white people in horror movies roep, om toch maar naar binnen te gaan.
- Hij vindt de spiegels eng en raar, maar probeert er niet al te veel bij stil te staan en baant zich een weg door het doolhof naar achter (en ik ga er vanuit dat daar niks lag).
- Dean gaat weer terug, sluit de deur en rent naar het volgende huisje in H9.

(zitten er meerdere confettikogels in het geweer of was er maar eentje?)

Als Dean de deur opent, onthult hij het interieur van een Aziatisch restaurant, met veel donkere houten tafels en nog veel meer rode stoelen (sfeerplaatje). Alle tafels zijn gedekt en voorzien van Aziatisch eten, dat vlak voor het begin van de Spelen is neergelegd. Er is een balie, met daarachter schappen waarop gevulde wijnflessen staan. Er is ook een deur die naar de keuken leidt, waar de pannen nog warm zijn maar alle fornuizen uit zijn, en een deur naar de toiletten.

Op het moment dat Dean de deur opent, valt er achter hem een pakketje neer. Als hij het opent zal hij een grote bril zien (ongeveer dit formaat en dit design). Er zit een briefje bij met de tekst: 'Helaas zie je mij niet als je je weerspiegeling ziet.'
Terug naar boven Ga naar beneden
http://imetaltheworld.tumblr.com/
Dean Webster
District 8
Dean Webster

PROFIELAantal berichten : 239
Registratiedatum : 05-08-13
KARAKTER
Karakter Informatie
Geslacht: Man
Beroep: Multifunctioneel
Leeftijd: 14

[DAG 1] Pull Me Under Empty
Onderwerp: Re: [DAG 1] Pull Me Under | ma jan 12, 2015 2:39 am

De deur vloog open en onthulde een grote ruimte en op dat moment besloot Dean dat God echt was en hem vandaag bij leek te staan. Natuurlijk was het nog vroeg in de Spelen en was dat misschien voorbarig om te zeggen, maar de spiegels hadden hem al op een idee gebracht en nu hij dit hier zo zag, had hij toch wel flink wat mazzel. De plof die hij achter hem hoorde, deed hem echter weer enorm schrikken en hij vloog bijna een meter de lucht is. Deze omgeving was niet goed voor zijn bloeddruk, dat bleek maar weer. Maar toen Dean zich had omgedraaid met zijn pistool in de aanslag, zag hij niemand en hij keek naar beneden, waar hij een pakje zag liggen.
Een hoorbare "Huh?" Floepte uit zijn mond terwijl hij zich bukte om het pakje op te pakken. Het kon niet anders dan voor hem zijn, en er was hem verteld dat er sponsoringen werden gegeven aan de leukste of interessantste tributen. Dean was er toen vanuit gegaan dat hij nooit iets zou krijgen - alsof hij iets zóu willen krijgen vanuit het Capitool. Bah. Bacteriën. Maar voor de verandering was hij veel te nieuwsgierig en vond hij alles veel spannender en interessanter dan hij had verwacht. Zijn woede van de afgelopen weken was redelijk afgekoeld nu hij er daadwerkelijk was en het voelde verrassend fijn. Niet dat hij blij was om hier te zijn, maar hij kon er niet veel aan doen. Hij kon alleen doen wat hij wilde dat hij zou doen, en op dit moment was dat zo veel mogelijk openmaken en zien en ervaren, want nu kon het nog. Morgen misschien niet meer.


Dus zodoende liep Dean met het pakje in zijn handen naar binnen en met zijn voet duwde hij de deur achter zich dicht. Het pakje was licht, maar wel groot. Dean zette het op de dichtstbijzijnde tafel en strekte gedachteloos zijn hand uit naar een sashimi die op het bord lag en stopte deze zonder door te hebben wat hij deed, in zijn mond. Al kauwend scheurde hij het pakje open, en hij onthulde wat de meest afzichtelijke, lelijke, nutteloze, meest overduidelijk Capitoolse modegril van de eeuw moest zijn. Het was een gigantische roze bril, met allemaal rare franjes aan de buitenkant die absoluut niet handig waren en het complete nut van een bril overboord leek te gooien. Dean, nog altijd kauwend, trok een gezicht maar haalde toch het kaartje wat op de bril lag er vanaf.
"Helaas zie je mij niet als je je weerspiegeling ziet." Las hij hardop. "Ja, dat is echt verhelderend." Dat hield waarschijnlijk in dat het iets met de spiegels van daarstraks te maken had, en Dean vroeg zich geïrriteerd af of iemand hem uit had zitten lachen, daar, in het verre veilige Capitool, maar aan de andere kant had deze persoon wel geld aan hem uitgegeven in de hoop dat het hem zou helpen. Daarom pakte Dean de bril uit de de doos en zette deze op zijn neus. Niks was anders, natuurlijk, totdat hij richting de ramen liep die aan de waterzijde van het restaurant waren. Hij had de bril even afgezet en was in eerste instantie er van overtuigd dat er niks zou gebeuren als hij de bril weer op zou zetten wanneer hij zijn weerspiegeling zag. Het kon echter geen kwaad om het uit te testen: het was niets voor niets aan hem gegeven. Dus Dean stopte twee meter voor de ramen, waar hij zijn weerspiegeling flauwtjes zag en een prachtig uitzicht had over een net zo prachtige Arena. Zonder te weten wat hij moest verwachten, deed hij de lelijke bril op en hij keek naar de muur.

Muur.

"Wat de.." Dean haalde zijn bril van zijn neus - na een poging over de glazen heen te kijken wat natuurlijk niet lukte - en staarde door het raam, wat nog steeds een geweldig overzicht gaf over de Arena. En toen hij de bril weer opzette, was er geen raam. Er was een muur op de plek van het raam, die er hetzelfde uitzag als de rest van de muren. Nerveus stapte hij dichterbij en hij strekte zijn arm uit naar de muur. Hij voelde echter de koelte van het glas en de warmte van het zonlicht wat er doorheen straalde. Op dit punt was Dean extreem in de war, want wat hielp het nou als hij geen ramen zag? Hij zag zichzelf niet, maar in dit geval zag hij ook niemand die áchter de ramen stond. En zij zagen hem met een lelijke bril. Het zou waarschijnlijk werken voor alles wat weerspiegelde, dus ook water. Maar wat was het nut van het zien van water als een muur? Je kon er nog steeds niet op lopen. Het enige waarin dit praktisch zou zijn, was wanneer hij in een omgeving was met niks anders dan spiegels, en in een omgeving waarin zijn spiegelbeeld hem af zou leiden, hem oncomfortabel zou maken. Het zou pas handig zijn als hij anders niet duidelijk zou kunnen zien waar hij heenging, of waar eventuele belagers waren. Maar waar was dat? Waar in deze Arena waren er dan zo veel spiegels? Waren ze in de buurt?

Het duurde langer dan Dean ooit in zijn leven toe had willen geven, maar op het moment dat hij het begreep verscheen er een enorme grijns op zijn gezicht. Hij zette de bril af en stopte deze in zijn broekzak, waar de afschuwelijke roze zijkant zichtbaar was omdat de bril zo belachelijk groot was. Toen keek hij voor het eerst écht naar waar hij nou was beland, en zijn mond viel open.

Dean bevond zich in een restaurant. En niet zo maar een restaurant, maar een restaurant met eten op de tafels, gigantische schappen met flessen van, wat hij vermoedde was wijn achter de balie, een dubbele deur richting de keukens, een deur naar de toiletten, en eten op de tafels. Eten. Op. De. Tafels.
Meteen sprong de jongen uit District 8 naar de dichtstbijzijnde tafel en keek hij naar het eten wat er voor zijn  neus lag. Het drong nu ook pas tot hem door dat hij net wat had gegeten zonder het door te hebben, maar de heerlijke geuren van verschillende vissoorten, rijst en groenten vulden zijn neus en lieten zijn maag rommelen. Zonder er over na te denken, schoof hij aan tafel aan en at hij met zijn vingers - want er was geen bestek en Dean had nog nooit gezien dat iemand met stokjes at  - alles wat er op het bord lag. En het was heerlijk. In het Capitool had hij al heerlijk eten geproefd, maar was vooral bij de dingen gebleven wat hij al kende. Vis was een enorme luxe in District 8 - voor hem althans - en het feit dat er nu iets onbekends voor hem lag met ingrediënten waarvan hij nog nooit had gehoord als het hem nu zou worden opgenoemd, hier, in de Spelen, was echt belachelijk. Het was allemaal te mooi om waar te zijn, maar goed. Eten was tof, en hij had er veel te weinig van gehad in zijn leven om het nu te laten staan. En hij kon nu nog eten, dus hij deed zich tegoed aan de sushi en gefileerde zalm en rijst en alle andere dingen die er op zijn bord lag. Daarna pakte hij nog wat dingen van het bord tegenover dat van hem en uiteindelijk zat de jongen dan toch echt vol.

Dean liep richting de balie van het restaurant en graaide daar twee flessen wijn van de schappen vandaan. Hij had echter niet de intentie dronken te worden, dus begaf hij zich richting de keuken, die net zo groot bleek te zijn als de woonkamer van Dean en Old Rose's huis. Maar dat was terzijde, want hij had hoge verwachtingen gehad voor deze keuken en ze werden stuk voor stuk gehaald. Het eerste wat Dean zag was de kraan, twee meter van hem vandaan, en het kostte hem nog geen vijf seconde om eronder te hangen en koel water in zijn mond te laten stromen. Eerst al dat eten, toen een kraan met lopend water dat ook nog eens koel was, het leek wel alsof zijn kansen op het moment écht in zijn voordeel waren. En toen Dean genoeg had gedronken  - maar niet te veel, want hij moest mobiel blijven en dat kon niet met een klotsende buik - was het tijd om rond te neuzen in de keuken en iets te zoeken waarmee hij de kurken uit de fles kon halen. Hij trok de meest dichtstbijzijnde lade open en viste daar een mes uit - iets wat hem hoop gaf, want er lagen hier dus messen en dat was een goed teken.

Nadat hij met de eerste poging de kurk per ongeluk ín de fles had geduwd, kreeg hij het de tweede keer wel voor elkaar om de kurk eruit te krijgen. Daarna gooide hij de fles leeg in de gootsteen en liep hij met de andere terug naar de balie, zette deze terug in het schap en pakte twee andere flessen, die hij later in de keuken ook ontkurkte en leeggoot. Daarna spoelde hij de flessen één voor één om, vulde hij ze met water en stopte de kurk er weer in. Hij had geen idee of het mogelijk was om met drie zware, glazen flessen rond te zeulen in deze hitte - al was het in het restaurant heerlijk koel en daar was hij de Spelmaker dan ook eeuwig dankbaar voor, ondanks dat Dean Peak alsnog met alles wat hij in zich had vervloekte - en of hij überhaupt iets kon vinden om dit mee te nemen, maar dan had hij het alvast.

Dean doorzocht de kastjes en kwam wel wat bruikbare dingen tegen, maar dat waren helaas dingen die hij niet kon gebruiken als hij niks kon vinden om het mee te nemen. Hij was al wel bakjes tegen gekomen om wat kleiner spul in te doen, maar nog niks groters.  Dat was problematisch. Lichtelijk geërgerd keek hij rond op het aanrechtblok, wat het grootste gedeelte van de keuken bestrekte, waar hij iets zag wat hij wel kon waarderen. Een gevuld messenblok. Een grijns verscheen weer op het gezicht van Dean, al veranderde dat snel naar een blik van afschuw, bedoeld naar zichzelf.
"Hoe kan ik met zoiets blij zijn?" Vroeg Dean zich hardop af, maar hij wist het antwoord al. Hij was niet van plan om iemand zo maar te vermoorden, maar hij zou zeer zeker wel aangevallen worden en hij had nu niks anders dan een fles wijn om zich mee af te weren. En nee, hij wilde geen moorden op zijn geweten, natuurlijk niet. Hij zou echter niet de kans krijgen om te beslissen en hij wilde zeker niet opgeven zonder strijd.

Zonder enige aarzeling verzamelde hij alle messen uit het messenblok en stopte ze op verschillende plekken in zijn kleding: tussen zijn riem, in zijn zakken, en hij twijfelde zelfs om er één aan de binnenkant van zijn arm vast te maken met het eerste beste touwachtige voorwerp wat hij zou vinden. En het was een ontzettend goede keus geweest om een broek te verzoeken die heel erg veel zakken had, want het had niet beter uit kunnen komen. En zo had Dean opeens zeven messen van verschillende grootten. De grootste en scherpste had hij in de mouw van zijn jas gedaan, die hij aan de onderkant had dichtgeknoopt zodat hij er niet uit zou vallen. De rest zat redelijk ver van gevoelige plekken verwijderd, dus daar zou hij geen last van hebben.

Nadat hij zich had voorzien van de messen, begon zijn zoektocht door het restaurant naar een tas om zijn spullen in kwijt te kunnen. Die waren echter nergens te vinden, wat een grote domper was voor Dean. Eén blik op de gordijnen gaf hem gelukkig weer wat moed, en binnen de kortste keren had hij een gordijn door de midden gesneden met zijn mes - en was hij ook erg blij dat hij uit het textieldistrict kwam  - en door middel van wat alledaagse voorwerpen vernuftig te gebruiken, zoals hij thuis altijd al had gedaan en waar zijn oma hem ook altijd zo om had geprezen, kreeg hij het voor elkaar om een redelijke tas te fabriceren die op het moment niet enorm stevig was, maar stevig genoeg om zijn spullen bij te houden en ook nog eens over zijn schouder kon worden gedragen. Het kostte hem natuurlijk wel even om dit te doen, maar hij was nog niet lastiggevallen door andere Tributen en hij hoopte ook heel erg dat dat niet zou gebeuren; in ieder geval niet voordat hij helemaal klaar was.

Het was nu alleen nog de bedoeling dat hij twee van de flessen water (waarvan hij om de hals een plastic zakje had gedaan en had vastgemaakt) in de tas zou doen, minstens één bakje zou vullen met eten, minstens één ander bakje zou vullen met eten wat hij zou gaan pekelen met het zout op de tafels en dan eventueel nog wat andere dingen die hij kon vinden en die hem konden helpen, zoals gardes die hij later nog uit elkaar kon trekken om een val van te zetten. Dean liep weer terug naar de keuken om deze dingen uit te voeren, met zijn oren gespitst en zijn geest alerter dan ooit.


OOC:
- Dean komt het restaurant binnen, test de bril bij het raam, merkt dan pas dat hij in een restaurant is.
- Hij gaat wat eten, neemt flessen wijn mee, drinkt aan de kraan, vult de flessen wijn (3) met water.
- Dean rommelt door de kastjes, vindt een aantal messen (7) in een messenblok, bewapent zich hiermee.
- Dean maakt een tas van een gordijn (denk aan een buideltas). Hij is relatief stevig en middelgroot, gemaakt met repen stof en stevige knopen, en met dingen die hij kon vinden in het restaurant zoals like. servetten of zo.
- Dean pakt zijn tas met twee (2) flessen wijn, twee (2) kleine bakjes vers voedsel, één (1) bakje gepekeld voedsel.

Note voor eventuele intruders: Dean is nu in de keuken, dus je zal hem in eerste instantie niet zien.

Toestemming voor al het geloot en het messenblok etc.

Eén ding waar ik een beetje mee zit: het had imo weinig zin om over dit ding verschillende posts te maken, want like. Idk. Dat zou niet helemaal logisch zijn en ook niet realistisch. Maar de tijd tikt wel door, en door het feit dat hij overal langere tijd is geweest (ongeveer een uur van de Hoorn naar de lachspiegels, daar een halfuurtje, tien minuten van daar naar restaurant, ongeveer twee (en een half perhaps)  uur in het restaurant tot nu toe. Approx.)  loopt Dean qua tijd voor op de rest. Nu is er op Michelle na niemand in de buurt en ik weet niet helemaal of zij en ik qua tijd gelijk lopen. Ik geloof dat zij sowieso nog zat te chillen bij het water.
Anyway, ik hoop dat het goed is dat ik nu gewoon dit heb gedaan. Potentiële aanvallers kunnen  altijd afwachten of eerst verder rondrennen, en tegen de tijd dat ze in het zuiden zijn, is Dean klaar met alles. Mocht het niet goed zijn en moet ik meer ruimte laten voor een invasie, roept u maar, maar idk. Ik denk dat dit het beste is? De kans dat hier nu iemand post is relatief klein..
Oh, en als Dean te veel heeft gevonden hoor ik het ook wel. Maar ik ben die pb dus kwijt.. ghehe.


Laatst aangepast door Dean Webster op ma jan 12, 2015 11:13 pm; in totaal 1 keer bewerkt (Reden : tyraps en beveiligingsstrip aangepast.)
Terug naar boven Ga naar beneden
http://imetaltheworld.tumblr.com/
Gesponsorde inhoud



PROFIEL
KARAKTER

[DAG 1] Pull Me Under Empty
Onderwerp: Re: [DAG 1] Pull Me Under |

Terug naar boven Ga naar beneden
 

[DAG 1] Pull Me Under

Vorige onderwerp Volgende onderwerp Terug naar boven 
Pagina 1 van 1

Permissies van dit forum:Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum
De Hongerspelen :: De Spelen :: Het Hongerspelen Archief :: 2de Hongerspelen :: De Arena-