Eén blik was genoeg geweest om Dean uit te laten breken in een stroom met vloeken en verwensingen.
"Niks. NIKS." Hij had zich direct weer omgedraaid en was zo snel mogelijk van het doodlopende eind afgesprint, in de richting van de andere kant van het platform. Hij werd vertraagd door zijn zware tas, maar alsnog had Dean niet het idee dat er iemand zo dicht in zijn buurt was dat deze voor problemen op zou kunnen leveren.
Hij passeerde het restaurant, twijfelde om daar naar binnen te gaan maar dat zou ongetwijfeld gezien worden. Daarbij had hij alle voorraden daar uitgeput, dus veel had hij er niet te zoeken. De andere huisjes, dat zou een optie zijn, maar als er drie mensen op het platform liepen, zou hij hoe dan ook gevonden worden. Als ze op zouden splitsen zou hij er misschien nog wel één uit kunnen schakelen, maar als er meer dan één in hetzelfde huisje terecht zouden komen.. Dat zou niet positief uitpakken voor Dean. Eén persoon zou alleen problematisch worden als ze diegene ook weer zouden opzoeken nadat Dean hem had omgelegd. Dat zou alleen een probleem zijn als hij natuurlijk zelf niet eerst kon ontsnappen. Als, als, als.
In de verte zag hij alweer een huisje aan de rand van het platform, met vlak daarbij in de buurt een pad naar een ander gedeelte van de Arena. Het zag er vanaf hier relatief rustig uit, zonder al te veel dodelijke Tributen in de buurt. Het kon natuurlijk ook gewoon schijn zijn, want in de verte was begroeiing en niet lang daarna begon het bos. Op goed geluk besloot Dean toch eerst voor het huisje te gaan, in de hoop dat er iets van een boot zou liggen waarmee hij zich door deze waterige arena voort zou kunnen bewegen. Maar na de laatste halte, bij het lege prieel, was er niet veel meer van zijn hoop over. Hij had waarschijnlijk al zijn geluk al opgebruikt.
Toch was het niet helemaal hopeloos, want er lagen twee kano's voor zijn neus op het moment dat hij aankwam bij het boothuis. Zo snel - en voorzichtig natuurlijk - als hij kon, ging hij in de gele kano zitten. Het kostte moeite, zeker met de tas die hij nog af moest doen en hij voor zich in het gat wist te schuiven, maar uiteindelijk zat hij dan. Als eerste gaf hij de rode kano een zetje, zodat eventuele achtervolgers niet achter hem aankonden tenzij ze zouden zwemmen, daar de kano nu weg zou drijven. Daarna begon Dean voorzichtig met peddelen, en hij voer weg van de kant van het zuiderlijke platform, in een nieuwe richting van deze onveilige omgeving.
OOC:
- Dean rent richting het boothuis, en gaat kanoën tot in den eeuwigheid. Hij geeft de andere kano ook een zet zodat deze wegdrijft.