Een RPG-forum gebaseerd op de Hongerspelen. Maak een personage aan voor een van de districten en doe mee aan de Hongerspelen!
 
IndexLaatste afbeeldingenZoekenRegistrerenInloggen

N

O

S

A

E

S

S

T

H

G

I

L

T

O

P

S

Personage van het seizoen
Milly Butterworth
Winnares 1e Spelen
Sage Malone
Winnares 2e Spelen
Madelynn Bristow
Winnares 3e Spelen
Solar Gbadamosi
Winnares 4e Spelen
Kasa Locklear

F

F

A

T

S

Admini
Cecilia Peak
Admini
Tyrell Peak
Moderator
Nike Foxglove
Moderator
Matthew Mills

S

T

I

D

E

R

C

© 2013 - 2015
De Hongerspelen RPG is ontworpen en gemaakt door de Adminies en is gebaseerd op de Hongerspelen trilogie van Suzanne Collins.

Deze skin is getest op
Google ChromeMozilla Firefox

Deel
 

 [DAG 7] On our way to new horizons

Vorige onderwerp Volgende onderwerp Ga naar beneden 
AuteurBericht
Dean Webster
District 8
Dean Webster

PROFIELAantal berichten : 239
Registratiedatum : 05-08-13
KARAKTER
Karakter Informatie
Geslacht: Man
Beroep: Multifunctioneel
Leeftijd: 14

[DAG 7] On our way to new horizons Empty
Onderwerp: [DAG 7] On our way to new horizons | do mei 14, 2015 2:43 am

De uren waren voorbij gekropen op hetzelfde tempo als waarin Dean zich vooruit bewoog. Toen het slechts een arm was geweest dat verlamd aan het raken was, was het nog goed te doen. Hij voelde zich niet al te goed en de gedachte aan de verlamming kwelde hem, maar hij kon zich zonder enig probleem voortbewegen. Hij had zijn tas aan beide schouders gedragen zoals eerder, met het idee dat, als hij zijn schouders uiteindelijk niet meer zou voelen, hij daar vast geen last van zou kunnen krijgen en hij de tas zou kunnen blijven dragen - hij kon alleen niet meer af.
Niets bleek minder waar, want toen na een halfuur zijn bovenarm compleet gevoelloos was en zijn schouder niets meer leek dan een stuk vlees wat hij verplicht mee moest slepen, zakte de jongen opeens naar achter. Het laatste beetje spier wat de tas èn zijn schouder in hun plek had gehouden, had het opgegeven. Hij wist zichzelf nog staande te houden, maar kon de tas op nog maar één schouder dragen.

Dat hielp het tempo totaal niet, want de tas gleed continu af omdat Dean zijn andere arm niet goed kon gebruiken om de tas vast te houden. Op deze manier zouden ze nooit de kano halen zoals de bedoeling was geweest, maar Dean weigerde de tas op te geven. Maar toen ook zijn andere schouder het begon te begeven, werd zijn tas van hem afgepakt en op de rug van één van zijn bondgenoten meegenomen. Het was goed om te weten dat ze zo veel voor hem overhadden, zelfs al kon hij elk moment sterven. Of was het omdat hij elk moment kon sterven? Liepen ze daarom met hem mee? Om zeker te weten dat hij dood zou gaan? Het was een eng gevoel om te weten dat het einde zo dichtbij was, maar niet per definitie enger dan andere dingen die hij had gevoeld in de Arena. Dean herinnerde zich eraan dat vanaf elk moment dat hij was geboren hij al bezig was geweest met doodgaan, al had hij zich dat nooit echt zo gerealiseerd. Het leek nu alleen allemaal wat echter, wat realistischer. Ondanks dat hij zich in de Opstand had verzet en zijn ouders was kwijt geraakt, was de dood nooit een optie geweest. Het was nooit bij hem opgekomen dat zijn acties fatale gevolgen konden hebben. Zelfs de paar keer dat hij bijna dood was gegaan van de honger, was er altijd iets geweest wat hem op de been hield. Iets wat ook nu nog bij hem was, al leek het verder weg dan ooit. Hij was nooit doodgegaan. Hij was nooit bezig geweest met het feit dat hij wel eens dood kon gaan. En toen kwamen de Spelen.

Maar doodgaan was een grappig ding, vond Dean. Je hele leven was je een slaaf en je kreeg hopelijk pas wat vrijheid en rust als je stopte met ademen. Je recht om adem te halen leek wel een straf, die je levenslang uit moest zitten. Zo hadden zijn ouders het hem echter ooit verteld en Dean was het daar wel mee eens. De enige reden dat hij nu dood aan het gaan was, was vanwege het feit dat hij was geboren. Nu zou hij alsnog onherroepelijk zijn gestorven als hij niet híer was beland, maar misschien niet nù. Hij wist vanaf het moment dat zijn naam werd geroepen bij de Boete dat hij geen kans meer maakte op een lang en gelukkig leven. Dat had hij sowieso niet voor ogen gehad, maar het was fijn dat het lot dat met hem had besloten. Dan was er natuurlijk ook nog het leven ín de Arena, waar letterlijk alles als bedoeling had om jou of een ander te doden. Het feit dat Dean het zo ver had geschopt, vond hij een wonder, maar wat was een wonder als het ging om het uitstellen van je dood?

Het had er wel voor gezorgd dat hij niet meer zo bang was. Helemaal zonder angst was hij natuurlijk ook niet, maar het was een soort opluchting dat er een eind aan zou komen. Hij was nooit van plan geweest om levend de Arena uit te komen - om zijn hele leven in dienst te stellen van het Capitool was de grootste schande die hij maar kon bedenken. Hij was zich er compleet van bewust dat zodra hij zijn laatste adem uit zou blazen, de dagen van Old Rose ook maar beperkt zouden zijn - als ze überhaupt nog zou leven, want Dean wist dat haar sponsoring een vermogen had gekost en ze kwamen al zo slecht rond. Maar dat zou alleen maar inhouden dat Dean snel weer bij haar zou zijn, samen met zijn ouders ook, en was dat zo slecht dan? Was het dan zo erg om te wensen dat het over was en was het zo vreselijk om niet meer bang te zijn? Hij wilde zijn leven niet doorbrengen als een moordenaar, hij wilde niet nog verder in dienst staan van de tirannie die het Capitool was. Er kon geen wereld bestaan die afschuwelijker was dan de wereld waarin hij nu leefde. Zelfs al kwam hij in de hel door alle slechte dingen die hij had gedaan, het kon bijna niet erger dan dit. Alleen onder dienst van het Capitool zou dat kunnen, en binnen nu en enige uren zou dit over zijn.

Pure wilskracht had Dean overeind gehouden toen zijn bovenlichaam compleet gevoelloos was en het leek de jongen erg onwaarschijnlijk dat dit nog lang door kon gaan. Sowieso begon hij een blok aan het been van zijn bondgenoten te worden, maar voor hemzelf was dit ook geen doen. Wat was het nut van lopen tot je neer zou vallen omdat je geen gevoel meer in je benen had? Hij was al zo licht in zijn hoofd, zijn hoofd wat een beetje rondhupste op zijn nek want ook dat deel werkte niet helemaal meer, en hij liep met een betonblok in zijn maag die hij niet meer kon voelen. Het was een afschuwelijk gevoel. Toch struikelde hij door, want hij moest en hij zou naar die stomme kano, want de kano zou alles beter maken. Waarom wist hij niet, maar hij wilde daar gewoon heen. Dat ding had hem dagenlang veilig gehouden van allerlei soorten onheil, dus waarom nu niet? Daarbij leek aan het water - op het water - een mooie plek om te sterven. Dean had nooit veel water gezien, maar de afgelopen dagen hadden dit gebrek in evenwicht gebracht en Dean vond water veel vrediger dan land, ondanks dat men continu blootstond aan de elementen.

Uiteindelijk was het gif toch sterker dan zijn wilskracht en op het moment dat het gif zich begon te verspreiden naar zijn benen,  was het dan ook zover. Dean nam een stap en in plaats van dat hij vooruit kwam, ging hij plots richting de grond en voordat hij doorhad wat er gebeurde, lag hij op het houten bruggetje waar ze overheen moesten. Verbaasd keek de jongen naar de donkere lucht boven hem, slechts verlicht door sterren en de maan. Waarom lag hij opeens op de grond? Zojuist had hij nog stevig op zijn benen gestaan, en het was niet dat opeens alle gevoel in zijn benen weg was!
Maar Dean besefte zich dat zelfs al waren zijn benen niet verlamd, er waren onderhand zo veel vitale spieren en gewrichten wèl gevoelloos dat het een wonder was dat hij nog zo ver had kunnen komen. Het feit dat zijn organen nog werkten - voor zover hij wist - was ook een wereldwonder, al gokte de jongen dat hij zich niet zonder reden zo licht in zijn hoofd voelde en zo'n zwaar gevoel in zijn maag had gehad. Dean probeerde overeind te komen om door te lopen, want dat was nou eenmaal wat hij deed. Het hoorde bij hem om in barre omstandigheden door te blijven gaan en het feit dat hij niet meer kon lopen was gewoon een klein probleempje wat vast wel verholpen kon worden door op te staan en de ene voet voor de ander te blijven zetten. Het enige wat hem nu tegenhield waren zijn benen die niet leken te luisteren naar de commando's die Dean ze gaf. Zijn voeten wiebelden een beetje heen en weer en ook zijn knieën leken een stukje van de grond te komen, maar zelf lag hij nog altijd plat op zijn rug op het harde hout. Hij kon zichzelf niet omhoog duwen, hij kon eigenlijk gewoon helemaal niks meer. Zijn hoofd lag roerloos op de grond en zijn ogen schoten heen en weer, zoekend naar iets waar hij naar kon blijven kijken. Hij had een flinke dreun gehad van de klap toen hij viel, al leek hij deze ook maar nauwelijks te voelen. Hij kon niks. Hij voelde niks. Alleen zijn benen leken nog onderdeel van zijn lichaam te zijn, maar wat had hij daaraan als hij verder niets meer voelde en niets meer kon?

"Madelynn?" Kraste de jongen in het niets, want hij zag helemaal niemand en hij wist niet meer of hij zijn ogen nou open had of dicht. "Madelynn, ben je hier?"
Hij hoorde het gekraak van hout onder iemands voeten en toen het geluid vlak bij hem stopte, wist hij dat ze naast hem stond. Haar stem bevestigde deze aanname, wat een zucht van opluchting zorgde bij Dean.
"Doe het. Je belofte. Doe het." Hij keek naar boven en zag niets behalve sterren en misschien, heel misschien de schim van een persoon die boven hem uittorende. Er verscheen een enkele traan in zijn ooghoek toen hij het geluid van metaal tegen metaal hoorde, maar hij voelde hem niet over zijn wang glijden.

En hij voelde ook het koude lemmet van het mes niet waarmee Madelynn zijn keel  doorsneed en daarmee een einde maakte aan zijn leven.

OOC:
-M(E?)ND (+George? Mag -ie zelf weten) lopen terug richting de kano's, maar komen ongeveer halverwege of zo.
-Madelynn snijdt Dean's keel door op zijn verzoek, nadat hij is neergevallen en niet meer op kan staan.


Tumbling in the multitude
On our way to new horizons
Drowning in a mass of refugees
Liberation in demise
Revolution in disguise
Failing to survive these battlefields
We’re standing on the edge
Terug naar boven Ga naar beneden
http://imetaltheworld.tumblr.com/
Madelynn Bristow
District 7
Madelynn Bristow

PROFIELAantal berichten : 466
Registratiedatum : 28-07-13
KARAKTER
Karakter Informatie
Geslacht: Vrouw
Beroep: Winnares HS2
Leeftijd: 19

[DAG 7] On our way to new horizons Empty
Onderwerp: Re: [DAG 7] On our way to new horizons | vr mei 15, 2015 1:53 am

Het was nog steeds donker in de Arena en met moeite had Madelynn haar arm verbonden met hulp van haar bondgenoten. Ook Eloises wonden hadden ze verzorgd en na enkele gefrustreerde pogingen om het getinte meisje bij bewustzijn te krijgen opende ze godzijdank haar ogen. Degene die echt hulp nodig leek te hebben was Dean en Madelynn voelde zich schuldig dat ze hem hierin mee had gesleurd. Als ze niet op het idee was gekomen om een in ieder geval tijdelijk bondgenootschap te sluiten, dan had hij nog veilig in zijn bootje gezeten. Wellicht had hij dan wel kunnen winnen. De kans dat dit nu nog zou gebeuren leek bijzonder klein.

Na zelf ook wat ze hebben gedronken, bood Madelynn Eloise, die nog enigszins suf op haar overkwam, wat water aan, terwijl Lynn hun nieuwste ‘bondgenoot’ vanuit haar ooghoeken in de gaten hield. George, zoals de jongen scheen te heten, was Nakoma’s districtgenoot en hoewel ze in eerste instantie had geprobeerd om de jongen weg te jagen, had ze verder niet aangedrongen en had ze zich gericht op andere, belangrijkere zaken. Madelynn was ook te druk bezig geweest met andere dingen om zich al te veel zorgen te maken om dat jochie met zijn ooglapje. Zolang hij hen niet zou aanvallen, dan zou zij hem voor nu ook met rust laten. Vertrouwen was er echter niet en eigenlijk hoopte Lynn dat hij snel zijn eigen weg weer zou gaan.

Na de spullen van van Sköll en Flaire te hebben verzameld en onderling te hebben verdeeld tussen de leden van MEND, besloten ze weer in beweging te komen. Ze wilden teruglopen naar de kano’s, maar Madelynn zag hoe slecht het ging met Dean. Het gif tastte zijn lichaam aan en ze voelde een groeiende haat jegens George.
Ze voelde haar eigen arm juist steken, hoewel ze het idee had dat het bloeden inmiddels enigszins was gestopt. Dat zag ze dan maar als een goed teken, net als het feit dat ze haar vingers allemaal nog kon bewegen. Haar arm voelde echter stijf en mocht ze hem moeten gebruiken, dan zou dat vast en zeker pijnlijk zijn.

Terwijl ze liep, begon ze zich te realiseren wat er zojuist allemaal was gebeurd – wat ze had gedaan. Ze had Sköll vermoord. Hij was dood dankzij haar. Nakoma had wellicht de fatale klappen uitgedeeld, maar het was Madelynn geweest die de aanval op touw had gezet. Ze voelde een vlaag van paniek in zich opkomen, alsof de emoties van de mensen thuis in een soort tsunami op haar af zouden worden gestuurd. Hoe graag ze ook naar huis wilde, hoe graag ze ook wilde winnen, het idee dat ze haar familie onder ogen zou moeten komen – dat ze zijn familie onder ogen zou moeten komen – was zo ontzettend beangstigend.
Haar gedachten schoten naar Caleb. Wat moest hij wel niet van haar denken nu? Zelf had hij misschien Diana overmeesterd, maar hij had haar laten gaan zonder haar iets aan te doen. Alleen die stomme ukelele had hij van haar afgepakt. Zij had Skölls leven afgepakt. Zijn toekomst. En dat was iets waar ze tot haar eigen dood mee zou moeten leven, wanneer dat moment ook zou komen.

Madelynn liet zich afleiden door Dean, die het steeds zwaarder leek te krijgen en uiteindelijk nam ze zijn rugtas van hem over. Hij kon hem gewoon echt niet meer dragen en ze had geen flauw idee hoe het nu verder moest. In de lucht prijkte nog steeds een getal, ondertussen een vier, waardoor ze in ieder geval wisten dat er werd afgeteld, waarschijnlijk per uur. Als ze naar Dean keek, dan had ze het vermoeden dat hij niet meer mee zou maken waar het getal voor stond.
Uiteindelijk ging het gewoon niet meer en begaven ook Deans benen het. Madelynn wilde geschokt zijn, maar het lukte haar niet. Zonder al te veel emotie op haar gezicht staarde ze naar hem, hoewel ze vanbinnen opnieuw de paniek voelde oplaaien. Dit was haar schuld. Zij had hem… Nee! Nee, dit was niet haar schuld. Ze had Dean misschien het gevecht in gesleurd, maar het was dat kleine donkerharige snotjong dat hem had vergiftigd! Ze snoof, terwijl haar paniek omsloeg in woede, iets waar ze zich gewillig door liet overmeesteren, omdat het gewoonweg zoveel prettiger was dan die blinde paniek. Voor nu dan.
Madelynn hoorde haar naam, maar de stem van de jongen uit Acht klonk bijna onwerelds, alsof hij al praktisch dood was. Ze staarde naar hem en voelde nog steeds een woede, maar probeerde deze opzij te zetten voor zijn bestwil. Hij was aan het sterven en hij verdiende haar aandacht. “Ik ben hier, Dean,” antwoordde Lynn zachtjes, hoewel ze maar amper op haar stem durfde te vertrouwen. Het voelde alsof haar stem ieder moment kon breken. Ze voelde zich op dat moment ontzettend kwetsbaar.
“Doe het,” sprak Dean, en even stopte Madelynn met ademhalen. Bedoelde hij...? Mijn belofte, dacht ze gefrustreerd, wensend dat ze zijn voorwaarde nooit had geaccepteerd. Maar nu lag hij hier en was het uit zijn lijden verlossen niet het minste wat ze voor hem kon doen? Het zou niet lang meer duren voor het gif zijn gehele lichaam in zijn greep had, en als zijn bondgenoot en als een vriendin, was ze het hem dan ook niet gewoon verplicht om hem, met het kleine beetje waardigheid dat je nog bezat na alles wat je meemaakte in deze Arena, te laten sterven?  
De rest wist niet van haar overeenkomst met Dean en zonder iets te zeggen pakte ze een van zijn messen. Als ze al niet toe hadden gekeken, dan had het geluid van metaal hen wellicht alert gemaakt, maar voordat iemand haar kon tegenhouden liep het bloed langs Deans keel en nek. Druppels bloed dropen van de messen op de grond, en Dean was niet meer.

Opnieuw werd Madelynn overspoeld door paniek toen het kanonschot klonk, en opnieuw probeerde ze deze gevoelens te verdrijven door boos te worden. Ze verruilde het mes in haar rechterhand snel weer voor haar bijl, waarna ze zich tot George richtte. Haar ogen spuwden vuur en dreigend bewoog ze iets in zijn richting. “Jij hebt hem vermoord,” verweet ze hem nog enigszins beheerst, maar die beheersing verdween al snel. “Ik heb hem misschien gedood, maar jij hebt hem vermoord!”
Het beeld van Dean, bloedend op het houten pad, was eentje dat perfect aansloot bij de eerdere doden die Madelynn op haar geweten had. Daar zou ze mee moeten leven, en ze realiseerde zich hoe ontzettend zwaar dat zou zijn en het liefste zou ze nooit meer haar ogen sluiten uit angst voor nachtmerries. En toch wilde ze het niet opgeven. Het idee dat ze hier zou sterven was onwerkelijk. Ze haatte het. Het voornaamste hout dat ze had gezien waren de paden over het verschrikkelijke water, wat zo ver verwijderd leek van thuis. Nog altijd wilde Madelynn niet sterven in de Arena, maar ze realiseerde zich dat áls het gebeuren moest, dit niet de plek in de Arena was waar ze aan haar einde wilde komen.
“Waarom ben je überhaupt nog bij ons?!”, snauwde ze toen, alsof George het kwaad zelve was. “Je bent misschien Nakoma’s districtgenoot, maar je bent niet onze bondgenoot!” Haar stem brak bijna en even keek ze naar Nakoma om te zien hoe die hier op zou reageren. Ze begon voor het eerst in dagen weer echt te twijfelen aan hun bondgenootschap. Zou ze voor haar district kiezen, zoals Madelynn niet had gedaan? “Jij hebt Dean vermoord,” herhaalde ze toen tegen George. “Hij was onze bondgenoot.”

Madelynn was niet van plan om opnieuw in een gevecht verstrikt te raken, dus als niemand anders besloot dat ze best weer konden gaan vechten, dan wilde ze het hier graag voor gezien houden. Ze hoopte dan ook van harte dat de boodschap naar George toe duidelijk was.
Ze keek even naar Nakoma en Eloise, iets gekalmeerd, maar niet minder zeker van haar zaak. “Ik ga naar het bos,” stelde ze, de enige plek in deze godvergeten Arena die ook maar een klein beetje deed denken aan thuis, en een plek die ze eerder had voorgesteld om heen te gaan, maar die haar bondgenotes toen hadden afgewezen. “Gaan jullie mee?”, vroeg ze, terwijl ze vanuit haar ogen George in de gaten hield. Ze zag hoe Eloise erover nadacht, maar wellicht twijfelde zij ook over Nakoma’s loyaliteit, want ze stemde in met het plan, iets wat Madelynn ergens niet had verwacht. Lynn keek naar het meisje uit Vier. Wat zou Nakoma gaan doen? Zou hun bondgenootschap uit elkaar vallen en zou een nieuw bondgenootschap ontstaan?

OOC: In overleg met George. Eloise wakker in overleg met de A’tjes.
TL;DR
- MEND houdt zich mainly bezig met het zo goed mogelijk verzorgen van wonden en bijkomen van het gevecht. Ook hebben ze de spullen van Skaire verzameld en onderling verdeeld.
- Madelynn is niet blij met George.
- Oh, shit, I killed Sköll.  (No shit, Sherlock!)
- Arme Dean. Rust zacht. ;___;
- Madelynn geeft George de schuld van Deans dood en roept wat dingen.
- Madelynn zegt naar het bos te gaan en vraagt of Eloise en Nakoma meegaan.
- Eloise zegt dat ze meegaat.
- Madelynn twijfelt aan Nakoma’s loyaliteit.

Terug naar boven Ga naar beneden
Nakoma Locklear
District 4
Nakoma Locklear

PROFIELAantal berichten : 236
Registratiedatum : 27-12-13
KARAKTER
Karakter Informatie
Geslacht: Vrouw
Beroep: Visser
Leeftijd: 17

[DAG 7] On our way to new horizons Empty
Onderwerp: Re: [DAG 7] On our way to new horizons | vr mei 15, 2015 5:49 pm

Dean wilde terug naar de kano’s. Niemand maakte er bezwaar tegen, misschien omdat het als een laatste verzoek klonk en geen van hen hem dat wilde of durfde te ontzeggen. Ze verzamelden de spullen van Sköll en Flaire, die blijkbaar aardig wat gevonden of gesponsord gekregen hadden, en vertrokken naar het zuiden. George kwam met hen mee, en Nakoma wist nog steeds niet helemaal hoe ze zich daarbij voelde. Ze kon niet echt inschatten om welke reden Madelynn en Eloise zijn aanwezigheid duldden, maar vertrouwde er nog niet helemaal op dat ze hem later niet zouden willen vermoorden. Noch wist ze welke kant ze zou kiezen als het inderdaad op een gevecht zou uitlopen. Dat waren enge gedachten, en eigenlijk wilde ze nog steeds dat George gewoon wegging. Maar het mocht niet zijn.
 
De tocht naar de kano’s verloop steeds moeizamer. Het gif verspreidde zich van Deans arm over zijn bovenlichaam naar zijn andere arm, en uiteindelijk had het ook zijn benen aangetast. De jongen viel voorover en kon niet meer op eigen houtje overeind komen. Al het wantrouwen dat Nakoma aan het begin van de dag nog jegens de jongen gevoeld had, en haar irritatie bij de mysterieuze belofte die Madelynn hem gemaakt had, was intussen volledig verdwenen. Deze jongen, dit veertienjarig kind, zou langzaam sterven, en er was niets wat ze eraan konden doen. Enkel een sponsoring van het Capitool kon dit oplossen, maar als iemand bereid was om hem dat te geven, zouden ze dat intussen al wel gedaan hebben. Nee, het Capitool genoot te erg van dit soort dingen. Er zou geen hulp komen.
 
Dean vroeg met veel moeite om Madelynn, en Nakoma had haar rugzak net van haar schouders gehaald, zodat ze de jas daarin aan de speren kon binden en misschien een soort brancard voor Dean kon maken, toen Madelynn een mes tevoorschijn haalde. Nakoma’s eerste instinct was om zich op een aanval voor te bereiden, maar wat voor een vreemd tijdstip was dit nu om een gevecht te beginnen, en waarom zou Madelynn haar überhaupt willen aanvallen? Of ging ze dan toch voor George? Wilde ze hem straffen voor wat zijn pijl met Dean gedaan had?
 
Nee. Met een vlugge beweging sneed ze Dean de keel over, en Nakoma’s adem stokte. Ze wist dat dit hem enkel uit zijn lijden verlost had, want het alternatieve vooruitzicht was veel slechter dan deze snelle, hopelijk pijnloze dood. Maar toch. Dit had niet mogen gebeuren. En ze zou hierbij niet in Madelynns schoenen willen staan. Het kanonschot weerklonk en Nakoma ademde bevend uit.
 
Tijd om mentaal afscheid te nemen en dit een plaatsje te geven kreeg ze niet, want het volgende moment had Madelynn plots haar bijl weer vast en stapte ze dreigend naar George. Instinctief bewoog Nakoma zich wat naar de jongen toe, ook al wist ze nog steeds niet met zekerheid of ze Madelynn zou tegenhouden als ze hem aanviel. Madelynns woorden waren hard maar waar, want het mocht dan wel een ongeluk geweest zijn, maar Dean zou nu nog leven als George zich niet met het gevecht bemoeid had.
 
“Waarom ben je überhaupt nog bij ons?!” snauwde Madelynn. “Je bent misschien Nakoma’s districtgenoot, maar je bent niet onze bondgenoot!” Nakoma beet op haar tanden, maar behield haar positie, half tussen Madelynn en George in. Ze vreesde dat het moment om een keuze te maken nabij was, en ze wist nog steeds niet wat ze zou doen. Ze dacht niet dat ze in staat zou zijn om Madelynn te vermoorden, ook indien zij George aanviel, maar ze wist ook niet of ze zou kunnen toekijken hoe Madelynn haar districtgenoot om het leven bracht. Het werd steeds waarschijnlijker dat er geen optie bestond die iedereen in leven zou laten.
 
Maar Madelynn zei nog wat venijnige woorden tegen George en leek vervolgens een klein beetje te kalmeren. Nakoma vertrouwde er nog steeds niet helemaal op dat ze George hiervan zou laten wegwandelen, maar toen ze haar en Eloise aankeek en vervolgens stelde dat ze naar het bos ging, leek die kans wel groter. “Gaan jullie mee?” vroeg ze, en Eloise ging vrij snel akkoord. Nakoma staarde lang naar de grond, volledig in tweestrijd. Vervolgens keek ze naar George, en ten slotte, toen ze de knoop doorgehakt had, ook naar Madelynn, die het blijkbaar al opgegeven had en begon weg te wandelen, op de voet gevolgd door Eloise.
 
Nakoma fronste en beet weer op haar tanden. “Het ga je goed, George,” fluisterde ze weemoedig naar haar districtgenoot, en met een gepijnigde zucht jogde ze achter haar bondgenoten aan. Ze voegde zich in stilte bij hen, en als Madelynn of Eloise opmerkingen hadden over het feit dat Nakoma hun bondgenootschap bijna verraden had, hielden ze die voor zich. Ze namen een afslag naar het oosten en van daaruit naar het noorden. Aan de rand van het bos hield het houten pad op en liepen er enkel nog een reeks platte stenen de duisternis in. Nakoma, die het bos niet helemaal vertrouwde, zeker nu er een grote 3 aan de hemel stond die allerlei onheilspellende dingen kon betekenen, raadde aan om aan de bosrand te blijven tot ze wisten wat er na de aftelling zou gebeuren, en een beetje tot haar verbazing gingen haar bondgenoten ermee akkoord. Ze gingen zitten en verdeelden hun voorraad opnieuw, nu Dean er niet meer was om een vierde te dragen.
 
Veel was er niet te zien in het bos, en dat maakte Nakoma nerveus. Ze was ontzettend moe, maar als ze niet alert bleef, konden de overgebleven tributen hen moeiteloos aanvallen nu ze uitgeput en gewond waren. En dus bleef ze wakker. Na wat wel een oneindigheid leek, verdween de teller aan de hemel en schrok het drietal ontzettend van een rinkelend geluid dat van een eindje verder leek te komen. Met haar drietandjes meteen in de aanslag keek Nakoma rond in de duisternis. Het was frustrerend dat ze bijna niets konden zien, en dus niet wisten of er iets gevaarlijks aankwam.
 
Net toen Nakoma begon te denken dat de teller gewoon een grote grap geweest was, begon ze het te merken. Het was warmer dan enkele minuten geleden. Beduidend warmer. Was het Capitool van plan om hen allemaal dood te koken? Dan zou er toch helemaal geen winnaar overblijven, en was dat niet juist het doel van dit zogenaamde spel? Er gingen nog enkele minuten voorbij, waarin het drietal hun opties besprak voor als het echt steeds warmer zou worden (voorlopig hadden ze nog geen geweldige plannen kunnen bedenken), en toen hoorde ze het. Het water, dat lichtjes begon te borrelde. En ondanks de zeer beperkte verlichting, kon ze het ook zien, in de dichtstbijzijnde plassen. Het water begon te koken.
 
Vol afkeer keek Nakoma ernaar, niet in staat om haar blik af te wenden. Dit was… dit hoorde niet! Dit was barbaars! Water hoorde alleen te koken als het in een pan boven het vuur hing, niet buiten! Dit was water waar leven in zat! Al die piranha’s, die hen ondanks hun bloeddorstige aard zo goed in leven gehouden hadden, zouden er nu aan gaan. En als dit lang bleef duren, zou haar eerdere idee dat het Capitool hen dood probeerde te koken, ook nog niet zo ver van de waarheid zitten. De temperatuur zou enkel nog maar hoger worden, en behalve naakt verder te gaan – dat zou het Capitool wel willen, hé? – konden ze daar maar heel weinig aan doen.
 
“Wat nu?” vroeg Nakoma vertwijfeld aan haar bondgenoten. Ze konden dieper het bos in gaan, om zo in ieder geval niet rechtstreeks boven het kokend water te hangen – ze mochten echt van geluk spreken dat Madelynn in haar woede naar het bos vertrokken was – maar Nakoma vreesde dat het ook daar op den duur te warm zou worden om uit te houden. Zo kon ze toch niet sterven? Vermoord door water… haar hele district zou haar uitlachen. Er moest iets op te vinden zijn.
 
 
OOC: Godmoden met toestemming. Ik hoop dat ik het verloop van het kokende water in de zompige delen een beetje juist beschreven heb? Let me know if I haven’t.
 
TL;DR:
- wanneer Madelynn George begint af te snauwen, gaat Nakoma een beetje dichter bij hem staan, ook al weet ze niet of ze Madelynn zou tegenhouden als ze George echt aanviel.
- Madelynn zegt dat ze naar het bos gaat, en Nakoma twijfelt lang, maar kiest dan toch voor het bondgenootschap.
- ze wandelen totdat ze aan de bosrand aankomen en stoppen dan, om te wachten tot de teller op nul komt.
- Nakoma schrikt van de badeend die begint te rinkelen, maar is verder een beetje underwhelmed.
- Ze merken dat het warmer begint te worden, en bespreken wat dit kan betekenen en of ze er iets tegen kunnen doen.
- Uiteindelijk merkt ze dat het water begint te koken, en is ze heel verontwaardigd, want dit gaat echt te ver. Heiligschennis!
Terug naar boven Ga naar beneden
Madelynn Bristow
District 7
Madelynn Bristow

PROFIELAantal berichten : 466
Registratiedatum : 28-07-13
KARAKTER
Karakter Informatie
Geslacht: Vrouw
Beroep: Winnares HS2
Leeftijd: 19

[DAG 7] On our way to new horizons Empty
Onderwerp: Re: [DAG 7] On our way to new horizons | za mei 16, 2015 1:45 am

Het was vrij frustrerend dat Nakoma zich praktisch verdedigend voor haar districtgenoot geworpen had en dit voedde natuurlijk enkel het wantrouwen dat Madelynn voelde. Betekende het bondgenootschap dat niets voor haar? Zou ze alles zomaar achter zich kunnen laten, alsof Eloise en Madelynn niets meer dan twee handige pionnen waren geweest? Lynn vond Nakoma zo ontzettend aardig en ze wilde haar echt kunnen vertrouwen, maar nu steeds meer Tributen het loodje legden werd dat steeds lastiger. En dit hielp dus niet.

Een antwoord van Nakoma leek bovendien ook uit te blijven en ietwat geïrriteerd draaide Madelynn zich om, zonder verder ook nog maar een woord te zeggen, waarna ze het pad richting het bos begon te volgen. Ze hoorde voetstappen achter zich en het duurde niet lang voordat Eloise naast haar liep. Spreken deed ze niet meer, alsof ze bang was haar laatst overgebleven bondgenoot ook weg te jagen, maar de woede was nog altijd niet helemaal weggezakt. Bovendien - hoewel ze het niet wilde erkennen - voelde ze zich enigszins gekwetst.

Het tweetal was al enkele meters verder, toen Madelynn enigszins snelle voetstappen hun kant op hoorde komen. Ze keek over haar schouder, al was het maar om zichzelf ervan te verzekeren dat ze niet in de rug werden aangevallen, maar het leek loos alarm te zijn. De passen klonken niet op volle snelheid, maar gewoon net snel genoeg om hen in te kunnen halen, niet bedoeld om een snelle verrassingsaanval uit te voeren. Had Madelynn te snel geoordeeld? Want hoe snel haar glimp naar achteren ook was, ze wist meteen wie hen volgde. Nakoma.

In eerste instantie was het nog steeds de twijfel en het wantrouwen dat de overhand had. Waarom was Nakoma hier? Kwam ze hen aanvallen? Had ze iets afgesproken met George en kwam ze nu bij hen terug om de schijn op te houden? Het duurde even voordat Madelynn weer kalm was en helder genoeg kon nadenken om in te zien dat dit wellicht – waarschijnlijk – helemaal niet het geval was en deze gedachte zorgde ervoor dat Lynn werd overspoeld door een golf van opluchting. Vanuit haar ooghoeken keek ze naar Nakoma en zwakjes glimlachte ze, dankbaar dat hun bondgenootschap stand had gehouden.

Een bos was eigenlijk altijd duister. Dat was niets nieuws voor Madelynn, maar ze moest toegeven dat dit onbekende bos, zo vroeg in de ochtend dat je sowieso al bijna geen hand voor ogen kon zien, ook haar enigszins de kriebels gaf. Geen van hen wist wat ze daar nog allemaal tegen zouden kunnen komen, en Madelynn had er daarom ook niet heel veel op tegen dat ze in ieder geval het aftellen zouden afwachten om het bos daadwerkelijk te betreden. Met een beetje geluk was het tegen die tijd ook enigszins licht en konden ze tenminste zien of er gevaar op de loer lag.

Nadat het volkslied had geklonken was de tijd even zo snel gedaan, dat het nu bijna onwerkelijk langzaam leek te gaan. Ze wilden weten wat er gebeurde als de teller op nul kwam te staan, maar het leek wel dagen te duren voordat het getal versprong, met enkel de aanhoudende nacht als bewijs dat er toch echt maar een uur was verstreken. Het leek dan ook wel een eeuwigheid te duren, voordat de één in een nul veranderde, en Madelynn bijna een hartaanval kreeg van een naar, hard geluid dat uit het bos leek te komen. Er leek verder echter niets te gebeuren. Tenminste, niet meteen.

Alle drie konden ze het al snel merken. De drukkende hitte, die nog erger aanvoelde dan de sterke zon overdag. Het was alsof ze boven een waterketel hingen, niet dichtbij genoeg om zich daadwerkelijk te branden, maar alsof de zuurstof in de lucht steeds minder werd. Madelynn voelde tevens hoe haar lichaam steeds klammer begon te worden, niet alleen door de hitte, maar ook door de toenemende luchtvochtigheid.

Het drietal besprak hun mogelijkheden, maar het was in deze hitte moeilijk om helder te denken. Waren er überhaupt nog slimme oplossingen, of was dit allemaal gewoon gebaseerd op puur geluk? Het leek er namelijk niet op dat ze echt iets konden doen om dit te laten stoppen, dus het enige wat ze konden doen was gebruik maken van hun omgeving en hopen dat ze niet allemaal als gestoomd mensenvlees zouden eindigen.

Ze konden het water ondertussen horen borrelen en steeds meer water in de Arena leek tot het kookpunt te worden gebracht, steeds dichterbij de drie meiden. Madelynn was er niet gerust op dat dit goed ging komen, zeker omdat Nakoma ook niet al te zeker van haar zaak klonk. Als die stoere meid uit het waterdistrict niet eens wist wat ze hiermee moesten, hoe moesten zij uit het graan- en boomdistrict hier dan een oplossing voor weten?!

Hoewel?

“We moeten het bos in,” sprak Madelynn gedecideerd, terwijl ze naar het pad keek dat hen het bos inleidde. Ze was echter gewend aan een stevige ondergrond en de platte stenen in de zompige ondergrond maakte ook haar niet al te enthousiast, zeker niet nu het water in de Arena kookte. Hoewel het hier wellicht niet zo nat was als elders, was de kans groot dat het ook hier zou gaan koken. Maar wat konden ze ook anders? Het grootste gedeelte van deze Arena bestond uit water, dat was ook de reden dat het hier nu zo belachelijk benauwd was, dus was het bos niet hun beste kans? Dat was een van de weinige plekken waarvan ze met zekerheid konden zeggen dat ze niet wisten wat er te vinden was, en dat leek in dit geval een betere optie dan welke plek in de Arena ook.

Eloise leek niet helemaal blij te zijn met dit voorstel, hoewel ze had toegestemd hierheen te gaan. Nu ze hier eenmaal waren leek ze het plan toch minder leuk te vinden dan gedacht. Ze keek toe hoe Madelynn de eerste steen voelde om te kijken of er al verschil in temperatuur leek te zijn. Ze dacht een beetje, maar het was niet alsof ze haar vingers brandde. Om eerlijk te zijn was alles gewoon te warm om echt een oordeel te kunnen vellen. “Laten we gaan!”

Met iets meer haast dan eerst ging Madelynn van het houten pad af. Ze bleef op de stenen, want het geluid van kokend water werd steeds luider en het leek steeds dichter bij te komen. Scheldwoorden schoten door haar hoofd, terwijl ze lichtjes in paniek zocht naar oplossingen. Ze bevonden zich echter in een bos, en Madelynn – als trots inwoonster van District 7 – kon maar één oplossing bedenken: ze moesten een boom in.

Zonder dit vrij logische plan uit te spreken, keek Madelynn om zich heen, op zoek naar een boom of bomen waar ze in konden klimmen. Ze realiseerde zich al snel dat ze niet te lang moest wachten, want de kans was groot dat ze toch de zompige grond moesten betreden om bij een boom te komen, en wie wist hoe lang het zou duren voor ze daadwerkelijk in een boom zaten. Het zou voor Madelynn niet de eerste keer zijn dat ze een boom beklom, maar dit was nou niet bepaald een ideale situatie.

De lucht werd nog steeds drukkender en als ze niet had geweten dat het door het water kwam, dan had ze gedacht dat de zwaarste onweersstorm ooit op komst was geweest. De hitte maakte het onprettig om te ademen, maar Madelynn gaf niet op. “We moeten gaan klimmen, voordat het water hier ook kookt,” zei ze, en zonder af te wachten stapte ze van het pad af, met haar bijl in de aanslag in het geval van gevaar. Het water was al warm en het neigde zelfs al richting heet, maar het was niet pijnlijk om doorheen te lopen. Nog niet.

Nakoma had de minste schade opgelopen tijdens het gevecht en begon vrij snel te klimmen, maar Madelynn had het gevoel alsof Eloise nog leed onder de gevolgen van het gevecht. Ze had een nare wond in haar gezicht, die ze hadden verzorgd, maar Madelynn wist dat als ze dit zou overleven en er geen Capitool met magische geneesmiddelen zou zijn, dit waarschijnlijk een naar litteken achter zou laten. Ze kon in ieder geval onmogelijk al volledig hersteld zijn en Madelynn besloot haar te helpen om in de boom te komen. Het duurde even, want de boom bleek hoger te zijn dan verwacht, maar uiteindelijk leek Eloise veilig in de boom te zitten.

Madelynn had al snel door dat ze onmogelijk in dezelfde boom zou kunnen komen, zelfs als Eloise haar omhoog zou kunnen trekken. Er was gewoonweg niet veel ruimte op die tak, dus ze liep iets verder waar evenwel een boom stond, die goddank geschikt leek voor wat ze van plan was, maar het zou niet gemakkelijk zijn om zichzelf omhoog te krijgen. Het was gewoonweg te heet en haar arm was natuurlijk nog altijd pijnlijk.

Langzamerhand begon ook hier het water op een dermate hoge temperatuur te raken, dat het niet meer prettig was om rustig te blijven staan, alsof je een bad nam en het water nog te heet was om er daadwerkelijk in te gaan. Nu stond Lynn dan ook niet rustig, want twee keer hakte ze met haar bijl in het hout: de eerste keer om zichzelf iets meer grip te bieden, de tweede keer om haar handen vrij te maken, zodat ze kon klimmen. Het voelde alsof de laatste keer dat ze in een boom had geklommen meer dan een jaar geleden was, een onwerkelijk tijdsbestek voor iemand uit District 7 wellicht. Het ging ook niet zo soepel als ze gewend was, ondanks haar jarenlange ervaring. Ze had echter nooit geklommen met deze temperaturen, deze luchtvochtigheid, met zompige grond onder zich dat dreigde haar voeten eraf te koken of met een wond in haar arm – laat staan met dat alles tegelijk.

Het lukte echter. Vraag niet hoe, maar uiteindelijk zat Madelynn hoog en droog (lees: hoog, heet en extreem vochtig) op een dikke tak, maar ze voelde de hitte nog aan haar voeten hangen, terwijl beneden langzaam de eerste bubbels in de grond bij hen in de buurt zichtbaar begonnen te worden. Het was onprettig om je ogen open te hebben, vond Madelynn, maar als ze om zich heen zou kijken, dan kon ze de damp zien stijgen, klaar om het hier nog warmer te maken dan het al was. Voorzichtig haalde Madelynn de tas van haar rug en haalde ze een van haar flesjes water tevoorschijn. Dit hadden ze gelukkig niet al te lang geleden nog gevuld en er waren sindsdien maar enkele slokken uitgegaan. De hitte had Madelynn echter dorstig gemaakt en gulzig klokte ze de helft van het flesje achterover. Ze probeerde haar lichaam vervolgens zoveel mogelijk te beschermen tegen de omhoogkomende damp, maar vervelender vond ze op dit moment haar armwond die stak, omdat ze hem bij het klimmen had opengescheurd. Hoe pijnlijk het ook was, ze had haar arm nodig gehad om zichzelf omhoog te hijsen. De wond was nog steeds verbonden, maar het was helaas wel weer gaan bloeden. Maar eerlijk was eerlijk: liever dat, dan dat ze nog daar beneden stond.

Nu was het echter afwachten. Geen van hen wist hoe lang het water zou blijven koken en Madelynn had ook geen flauw idee hoe lang het water te heet zou zijn om terug te keren naar de grond. Als ze dat al zouden kunnen. Af en toe nam ze een slokje water, maar de hitte was verschrikkelijk. Ze kon alleen maar hopen dat het allemaal heel snel over zou zijn, op welke manier dan ook. Als ze zou sterven, dan was ze in ieder geval hier – in het bos.

OOC: godmoden met toestemming. Ik hoop dat t zo goed is. En anders laat het maar weten. ^^;

TL;DR
- Wantrouwen, woede en opluchting.
- Dúúrt lang!
- Hitte en vocht. Bah.
- O chips, kokend water. Help.
- Hup, het enge bos in.
- Benauwdheid en meer kokend water.
- De boom in! (Nakoma klimt in een boom; Lynn helpt Eloise ook eentje in)
- Meer hitte en vocht. O, en meer kokend water. Because joy.
- Lynn klimt een boom in. Haar armwond doet auwies.
- Lynn drinkt wat en probeert haar lichaam verder te beschermen tegen de hete damp van beneden.

Terug naar boven Ga naar beneden
Gesponsorde inhoud



PROFIEL
KARAKTER

[DAG 7] On our way to new horizons Empty
Onderwerp: Re: [DAG 7] On our way to new horizons |

Terug naar boven Ga naar beneden
 

[DAG 7] On our way to new horizons

Vorige onderwerp Volgende onderwerp Terug naar boven 
Pagina 1 van 1

Permissies van dit forum:Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum
De Hongerspelen :: De Spelen :: Het Hongerspelen Archief :: 2de Hongerspelen :: De Arena-