John Cropper District 4
PROFIELAantal berichten : 18 Registratiedatum : 18-08-14
| ◊Onderwerp: Feestjeeee! | za jan 06, 2018 12:07 pm | |
| John Cropper wist niet veel van andere districten. Hij wist niet wat de overeenkomsten waren met het leven in District 4 en hij kon ook niet uit zijn hoofd vertellen wat de voornaamste bezigheden van andere Districten. In zijn jonge jaren had hij, toen hij nog kapitein was geweest op een boot, wel eens een uitstapje gemaakt naar de Districten 8, 9 en 11, maar na de opstanden was hij daar natuurlijk te oud voor geweest, hoewel hij met liefde nog een keer zou gaan. Het was niet meer zo makkelijk als vroeger, had hij gehoord, en dat verbaasde hem niets. Je zou zeggen dat je op zee makkelijk kon “verdwalen” en dan “per ongeluk” bij een ander district terecht kon komen, maar niets was minder waar. Ook in de zee waren duidelijk grenzen aangegeven, via allerlei moderne technieken. Je moest niet voor niets je boot laten registreren, voordat je er mee op open water mocht komen. Had je dat niet gedaan, dan wist je zeker dat je niet lang meer te leven had. De kans dat ze je pakten was immers heel erg groot. Ook uit District 4 waren wel eens mensen “verdronken”, waarvan iedereen eigenlijk wel wist dat het geen noodlottig ongeval was geweest. Enfin, lang verhaal kort: John Cropper wist niet wat de overeenkomsten waren tussen alle districten, maar hij wist wel waarin District 4 zich onderscheidde van de andere districten: de vele strandfeesten. Om toch nog iets van het leven te maken, grepen de districtbewoners graag elke kans aan om het lange strand te bezaaien met kampvuren. Ook nu was er weer een feest georganiseerd, om de overwinning van Kasa Locklear te vieren. De arme meid was nog niet eens thuis, maar dat leek er niet toe te doen. John had een beetje gemengde gevoelens over dit “feest”, vooral met het oog op de 23 doden die eraan vooraf gegaan waren en de dood van Nakoma Locklear een aantal jaar geleden, maar een feest bleef een feest en John moest toegeven dat hij wel van een partijtje hield. Dus stonden John en zijn vrouw Norma die namiddag aan de rand van het strand en keken ze toe hoe het jonge grut druk in de weer was om de kampvuren aan de praat te krijgen. Het was warm, en er was weinig wind, dus aan het weer zou het deze avond in ieder geval niet liggen. ‘Je handen jeuken om ze te gaan helpen,’ merkte Norma op. John knikte en lachte: ‘Je kent me te goed,’ zei hij. Norma schudde haar hoofd. ‘Als je het maar uit je hoofd laat, jongeman,’ zei ze tegen haar man (die helemaal zo jong niet was). ‘Je weet wat de dokter zei, zolang je schouder niet hersteld is, mag je geen zwaar werk doen. Sowieso is het op jouw leeftijd geen goed idee om überhaupt nog zwaar werkt te doen.’ John zette een pruillip op. ‘Mijn schouder is al zo goed als genezen!’ riep hij uit. Norma keek hem streng aan. ‘Klets geen onzin,’ zei ze. ‘Je kunt jezelf nog niet eens zonder hulp aankleden.’ John liet zijn schouders zakken, wetend dat hij de discussie verloren had. Alweer. Hij klapte zijn handen in elkaar. ‘Kom,’ zei hij. ‘Ik zie de eerste vuren al branden en volgens mij... ah... Ja, hoor, volgens mij hoor ik het verfrissende geluid van een bierflesje dat geopend wordt.’ ‘Ach jij!’ riep Norma uit, maar ze lachte vrolijk. Zij wist ook wel dat haar man niet te veranderen was. En zelfs al was hij wél te veranderen, dan nog zou ze dat niet willen. Ze wilde de twee tassen die ze mee hadden genomen (iedereen zou zelf wat lekkers meenemen) oppakken, maar John was haar voor. ‘Geen denken aan,’ zei hij. ‘Mijn ene schouder mag dan nog wel een beetje zeer doen, met die andere kan ik deze twee tasjes prima dragen.’ ‘Nou, vooruit dan, maar denk eraan dat je er niet teveel mee schud, het fruit zou nog beurs worden!’ OOC: Dus. Zoiets. Omdat jij het niet doet, Soot. |
|