Mahu Oghene District 11
PROFIELAantal berichten : 33 Registratiedatum : 13-04-15
KARAKTERKarakter InformatieGeslacht: VrouwBeroep: Seizoensarbeidster, wannabe-monteurLeeftijd: 18
| ◊Onderwerp: Mahu Oghene | do apr 16, 2015 7:38 pm | |
| Naam: Mahu Oghene Geslacht: Vrouw Leeftijd: Mahu is bij de vierde Boete nog een paar daagjes 17. Woonplaats: Het zuiden van district 11 Familie, vrienden e.a.:
Mahu’s moeder heette Dal. Ze was een knappe vrouw met een bruine huid en amberkleurige ogen, die duidelijk een leven van hard werk achter de rug had. Ze was van nature een zachtaardig persoon, maar kon hard zijn wanneer ze dat nodig achtte. Ze werkte in een appelboomgaard en kon zo nu en dan wat extra geld verdienen met het zetten van tatoeages. Ze was 36 toen ze tijdens een van de laatste grote rellen in district elf omkwam.
Agé was een lange, gespierde man die te herkennen was aan zijn grote bos krulhaar. Hij geloofde in een strenge opvoeding voor zijn kinderen, maar was verre van gevoelloos en zijn kinderen twijfelden nooit aan zijn affectie voor hen. Het Capitool had zijn ouders van hem ontnomen toen hij negen was, en sindsdien had hij altijd voor zichzelf moeten zorgen. Hij wilde zijn kinderen voorbereiden op het zware leven in district elf, zodat ze altijd voor zichzelf zouden kunnen zorgen van niemand afhankelijk waren. Hij heeft zijn hele leven als katoenplukker gewerkt en was 37 toen hij in de begindagen van de grote opstanden als een van de leiders van het verzet geïdentificeerd werd en publiekelijk geëxecuteerd werd.
Helix was het eerste kind van Dal en Agé. Ze was kort maar sterk en zodra ze te groot was om naar de top van de appelbomen te klimmen, begon ze in de tarwevelden te werken. Ze was gepassioneerd en hardwerkend, en met haar donkere huid en dikke bos krulhaar leek ze als twee druppels water op haar vader. Haar haat jegens het Capitool was groot, vooral na de dood van haar vader. Waar Mahu en Lisa het brein in de familie waren, bood Helix de fysieke kracht, en ze hielp vaak bij het plaatsen van de explosieven die door de tweeling gecreëerd werden. Het was tijdens een van zulke missies dat ze niet snel genoeg kon wegrennen en zwaargewond raakte. De geneesmiddelen die de rebellen tot hun beschikking hadden waren niet genoeg om haar leven te redden, en ze overleed enkele uren later.
Lisa was Mahu’s tweelingbroer, en ze leken zowel fysiek als mentaal heel erg op elkaar. Ze waren allebei geïnteresseerd in technologie, maar Lisa richtte zich meer op de theoretische kant, terwijl Mahu liever haar handen uit de mauwen stak. Op elk stukje papier dat Lisa te pakken kon krijgen, tekende hij nieuwe uitvindingen en verbeteringen voor bestaande machines, en zo nu en dan, wanneer ze de juiste onderdelen te pakken kregen, hielp hij Mahu met het verwezenlijken van zijn ideeën. Ze waren een uitstekend team. Hij overleed aan het einde van de opstanden, vlak voor de val van district 13.
Sumwen is Mahu’s jongere broer en enige overlevende familielid. Hij is vijftien en praat niet veel. Hij heeft het nog steeds zwaar met het verlies van zijn familie, maar hij is een overlever. Mahu weet dat hij zich er wel doorslaat, maar het is toch moeilijk om hem zo te zien. Hij was zo’n vrolijk, goedlachs kind, en het is vreselijk dat ze dat licht in zijn ogen heeft zien doven. Mahu heeft er haar missie van gemaakt om hem zo vaak mogelijk aan het lachen te krijgen, en zo nu en dan, op een goede dag, lukt het haar ook. Sumwen werkt in het sorteercentrum, en het repetitieve werk kalmeert hem blijkbaar.
Mahu’s jongste broer heette Bran. Hij was nauwelijks negen toen hij stierf. De Donkere Dagen had hij overleefd, maar na de dood van zijn moeder was hij niet meer de oude. Hij weigerde te eten en had last van driftbuien. Werken kon hij niet meer, en meestal lag hij lusteloos in het huisje dat ze sinds kort nog maar met z’n drieën deelden. Mahu deed er alles aan om hem elke dag weer te overtuigen iets te eten, maar uiteindelijk was ze genoodzaakt om op dwangvoeding over te schakelen. Hij kreeg net genoeg voedingsstoffen binnen om te overleven, maar toen hij een jaar na het einde van opstanden een longontsteking kreeg, was zijn lichaam zo verzwakt dat hij het niet haalde.
Root Sorghum was Mahu’s vriendin. Ze leerden elkaar op school kennen toen ze zes waren en waren jarenlang goede vrienden voordat hun relatie oversloeg naar iets romantisch. Het midden van de Donkere Dagen was misschien niet het meest gepaste moment om een relatie te beginnen, maar de constante dreiging van de dood kon je dingen doen beseffen en opbiechten die anders misschien nooit aan het licht zouden komen. Hun relatie duurde drie maanden, totdat Root tijdens een aanslag van het Capitool om het leven kwam. Ze was niet eens echt actief betrokken bij de opstanden. Natuurlijk stond ze wel aan de juiste kant, en ze gebruikte de beginnende medische kennis die ze had om te helpen waar ze kon, maar ze nam niet deel aan gevaarlijke missies en stond niet aan de frontlinie tijdens de rellen. Ze hoorde veilig te zijn. Maar een bom sloeg in op luttele meters van haar huis en ze was op slag dood, haar lichaam verbrand en nauwelijks herkenbaar.
Harver Flint is Mahu’s beste vriend, en officieuze co-ouder van Mahu’s broertje. Hij is negentien, en heeft net als Mahu de meerderheid van zijn familie verloren. Zijn moeder was al jaren voor de opstanden gestorven, maar tijdens de Donkere Dagen heeft Harver zijn vader, twee oudere broers en een jonger zusje verloren. Hij hield enkel nog zijn jongste zusje, Winnow, over. Hij laat het minder merken dan Mahu, maar ook hij is veranderd door het verlies van zijn familie. Hij is nog steeds een grapjas, maar zijn luchtigheid voelt soms een beetje geforceerd, zeker voor wie hem goed kent. Hij werkt net als Mahu voornamelijk in de tarwevelden, maar is niet kieskeurig in het extra werk dat hij aanneemt, ondanks de mogelijke risico’s die eraan verbonden zijn.
Winnow is Harvers jongere zusje. Ze is dertien en werkt in de katoenvelden. Ze praat graag, en probeert ook Sumwen wat meer aan het praten te krijgen. Het lukt haar niet altijd, maar het is duidelijk dat Sumwen haar aanwezigheid en affectie apprecieert.
Uiterlijk:
Mahu heeft een bruine huid die bezaaid is met littekens – sommige opgelopen tijdens haar klusjes, andere tijdens de Donkere Dagen, maar de meeste van zweepslagen. Ze weet dat het niet verstandig is om voedsel te stelen, maar heeft het meer dan eens gedaan, en is ook meer dan eens betrapt. Ze heeft krullend bruin haar, donkere ogen, en een gezicht vol sproeten. Haar kledingstijl is simpel en licht, en ze heeft de luxe niet om zich zorgen te maken over scheuren en olievlekken. Om haar hals draagt ze een ketting in de vorm van een slot, een cadeau van Root dat sinds haar dood een enorme sentimentele waarde heeft.
Wat Mahu vooral herkenbaar maakt is de brace rond haar linkerbeen, die ze zelf uit afvalmateriaal gemaakt heeft om het wandelen te vergemakkelijken. Op haar linkerarm, net onder haar elleboog, heeft ze een tattoo van de maan, gezet door haar moeder toen ze dertien was. Een jaar later, na de Donkere Dagen, heeft ze zelf een zon op haar rechterarm getatoeëerd, ter herinnering aan haar overleden tweelingbroer.
Eigenschappen:
Mahu is empathisch en vrijgevig ingesteld. Dat laatste is mede te danken aan haar opvoeding, want haar ouders hebben het er altijd ingehamerd dat solidariteit tussen districtgenoten essentieel was. Iedereen had het immers zwaar, maar samen konden ze elkaars last helpen verlichten, zodat ze samen sterker zouden staan tegen het Capitool. Verder hecht Mahu zich snel aan nieuwe personen, iets waar ze sinds de Donkere Dagen tegen vecht, als een soort verdedigingsmechanisme.
Ze is een analytische denker, en haar creatieve brein stelt haar in staat om problemen op onverwachte manieren op te lossen. Ze weegt haar opties af voordat ze een keuze maakt, en is zich er doorgaans van bewust wanneer ze zich door haar gevoelens laat leiden in plaats van rationeel denkwerk.
Verder is Mahu een doorzetter, die moeilijke taken niet uit de weg gaat en volhardt tot ze ermee klaar is. Ze is een natuurlijke leider. Ze kan bevelen opvolgen – anders had ze het nooit zo lang overleefd in district 11 – maar speelt liever een belangrijke rol in het besluitvormingsproces en kan anderen ook motiveren om het nodige uit te voeren. Daartegenover staat dat ze eigenwijs is en vooral in het bijzijn van andere dominante persoonlijkheden bazig kan overkomen. Ze moet zichzelf er soms aan herinneren dat niet iedereen dezelfde kennis en wereldbeelden heeft als zij, en dat het soms noodzakelijk is om toegevingen te doen. Ook vindt ze het soms moeilijk om dingen los te laten, en toe te geven wanneer een van haar grootse ideeën gewoon niet haalbaar is. Zelfs wanneer ze weet dat het niet haar schuld is en er niets aan gedaan kan worden, zal het voor haar aanvoelen alsof ze gefaald heeft.
Vroeger was Mahu vrij sociaal en warmhartig, maar de Donkere Dagen hebben haar veranderd. Ze is niet onvriendelijk, maar een beetje afstandelijk naar iedereen behalve de drie belangrijkste mensen in haar leven. Ze houdt zielsveel van Sumwen, en Harver en zijn zusje, en hen zal ze nooit buitensluiten; ze kan het zichzelf gewoon niet veroorloven om nieuwe vriendschappen en relaties op te bouwen, omdat ze het risico om weer een dierbare te verliezen niet wil vergroten. Ze voelt een grote verbondenheid met haar district en zijn bewoners, maar dat geldt voor haar op een algemeen, en vrij abstract niveau. Ze helpt anderen omdat dat de enige juiste keuze is, niet omdat ze zich met individuele mensen verbonden voelt. Het is soms makkelijker gezegd dan gedaan, maar ze doet haar best om de muren die ze rondom zich opgebouwd heeft staande te houden. Dat betekent niet dat ze contact met anderen uit de weg gaat, maar ze krabbelt meteen terug wanneer het niet meer oppervlakkig en vrijblijvend aanvoelt. Het is een eenzaam leven, maar ze weet dat ze het niet nogmaals zou aankunnen om iemand te verliezen.
Verleden:
Mahu werd geboren als tweede kind in haar familie, vier minuten voor haar tweelingbroer, Lisa. Ze werden vernoemd naar een oud godenpaar in de mythologie van hun voorouders, de goden van de creatie. Het scheppingsverhaal was Mahu’s favoriet als kind: de eerste dag creëerden ze het universum en de mensheid, de tweede dag schonken ze de aarde aan de mensheid, de derde dag kreeg men kennis, taal en zintuigen, en – veruit Mahu’s favoriet – de vierde dag werd de mensheid technologie geschonken.
Mahu kan zich geen tijd herinneren dat ze niet gefascineerd was door technologie, van huishoudapparaten tot landbouwvoertuigen. Ze zou niets liever doen dan ze allemaal uit elkaar te halen, vast te stellen wat het nut was van elk klein onderdeeltje, en het hele ding vervolgens weer in elkaar te zetten. Of beter nog, het verbeteren. Ze was acht toen ze hun televisie – met dank aan het Capitool – uit elkaar haalde. Het duurde enkele weken om hem terug werkend te krijgen, maar het is haar gelukt.
Mahu was zes toen ze Root leerde kennen. Ze zaten maar één jaar in dezelfde klas, want het volgende schooljaar moest Mahu al gaan werken. Maar Root kwam uit een rijke familie, of toch voor de standaard van district 11, en haar familie kon het zich veroorloven om haar halftijds naar school te laten gaan, zelfs als tiener. Mahu zou er alles voor geven om in dezelfde situatie te zitten, want ze had zo veel vragen – over alles. Zo nu en dan, tijdens de weinige vrije tijd die ze nog had zodra ze begon te werken, gaf Root haar bijles in de dingen die ze op school leerde. Naarmate de jaren verstreken en Mahu’s werk steeds intensiever en vermoeiender werd, richtten ze zich enkel nog op de onderwerpen die Mahu echt interesseerden: wiskunde, biologie, en alles wat ook maar in de verste verte iets met wetenschappen of mechanica te maken had. Root had er niet dezelfde aanleg voor als Mahu en haar broer, maar ze deed haar best om zo veel mogelijk van de lessen te onthouden en haar notities zo uitgebreid mogelijk te maken, en zo nu en dan gaf Mahu haar vragen mee om aan de docenten te stellen. De informatie die ze op die manier kreeg was lang niet voldoende om haar nieuwsgierigheid te bevredigen, maar ze was Root er desondanks heel dankbaar voor.
Meer dan eens vroeg Mahu zich met geen kleine hoeveelheid bitterheid af hoe het zou zijn om in district drie te leven, waar alles om technologie draaide. Of zelfs in district vijf, want ze zou het ook wel zien zitten om de hele dag aan voertuigen te sleutelen. De enige auto’s in district 11 behoorden toe aan het Capitool, maar Mahu vond ze eindeloos fascinerend, en zou een week voedsel opgeven voor een simpele blik onder de motorkap.
Maar ze woonde nu eenmaal in district elf, en daar gaven de vredebewakers niets om kinderen die interesse hadden in technologie. Mahu en Lisa waren zeven toen hun moeder hen voor het eerst meenam naar de appelboomgaard waar ze werkte, want kinderen konden ze daar altijd gebruiken om in de hoogste takken te klimmen. Het was daar dat ze Harver leerden kennen. Hij was anderhalf jaar ouder dan hen, maar zijn groeispurt liet lang op zich wachten, en dus hadden ze enkele jaren om samen in de toppen van de bomen te praten en zingen.
District elf had het zwaar te verduren onder de tirannie van het Capitool, en Mahu wist niet hoe het de andere districten verging, maar ze kon zich maar moeilijk voorstellen dat het ergens anders nog erger was. Toen de eerste geruchten over massale opstanden en rellen haar omgeving bereikten, werd er vooral gereageerd met angst. Geen levende ziel in hun district, met uitzondering van de vredebewakers misschien, zou de val van het Capitool niet met volle overgave toejuichen, maar iedereen wist wat er gebeurde als je die gevaarlijke gedachten in actie probeerde om te zetten. Maar uiteindelijk, aangemoedigd door de jongere generaties en geruchten dat district 13 aan hun kant stond, begonnen de rellen dan toch uit te breken.
Omdat district 11 essentieel was voor de voedseltoevoer van het Capitool, is het zeer zwaar getroffen tijdens de zogenaamde Donkere Dagen, en Mahu was daar geen uitzondering in. Hoewel ze nog maar twaalf was toen de opstanden uitbraken, heeft ze er een actieve rol in gespeeld. Haar ouders waren beide betrokken bij de initiële organisatie van de rellen en protestacties in hun omgeving, maar toch probeerden ze hun kinderen aanvankelijk te verbieden om zich ermee te bemoeien. Dat was echter buiten de drie oudste telgen gerekend, die elk hun eigen manier vonden om iets aan het verzet bij te dragen. Mahu en Lisa waren twee ondervoede kinderen zonder enige vechtervaring, die maar weinig nuttigs zouden kunnen verrichten tijdens de fysieke aanrakingen met de vredebewakers. Maar de zeldzame technologische kennis die ze bezaten, maakte hen op andere manieren waardevol. Samen ontdekten ze hoe bommen gebouwd werden, hoe geweren gemodificeerd en onklaar gemaakt werden, en Mahu’s wens om de binnenkant van een auto te zien kwam eindelijk in vervulling.
Ze kon er bijna blij om zijn. Als ze het kleine detail vergat dat ze bijna elke week wel een vriend, kennis of familielid verloor. Haar vader was de eerste persoon van wie ze hield die tijdens de Donkere Dagen vermoord werd. Dal had haar kinderen verboden om naar de openbare executie te gaan, ook al was het eigenlijk verplicht. Maar Helix en Mahu konden zich niet thuis verstoppen terwijl ze wisten wat er op het stadsplein gebeurde, en glipten naar buiten zodra hun moeder weg was. Lisa bleef enkel omdat hij zijn twee jongere broertjes niet wilde achterlaten. Er brak die dag weer een enorme rel uit, maar hun vader was er niet meer om het te aanschouwen.
Het was na de dood van Helix, toen ze het thuis niet meer kon volhouden en iemand nodig had om haar frustraties en verdriet tegen te uiten, dat Root haar zoende. Mahu had nooit echt over haar gevoelens voor Root nagedacht, en ze had het zo druk dat ze maar weinig tijd had om ze grondig te analyseren, maar ze wist dat ze zielsveel van Root hield, en deze nieuwe vorm van affectie werkte geruststellend. Dat kon toch enkel maar een goed teken zijn? Zo nu en dan kon Root haar heel even laten vergeten hoe vreselijk haar leven was en hoeveel mensen ze verloren had, en was dat niet waar het allemaal om draaide? Nu, jaren later, kan Mahu nog steeds niet helemaal begrijpen wat Root ooit in haar gezien had – al helemaal nu ze er niet meer is om haar eraan te herinneren.
Haar dood werd snel opgevolgd door die van Mahu’s moeder, en enkele weken later volgde ook haar tweelingbroer. Na Root was er iets in haar veranderd, en waar ze na de dood van haar vader en Helix woedend en verdrietig en miserabel was, was het nu bijna alsof ze helemaal geen emoties meer overhield om te voelen. Zelfs de kogel die zich in haar been genesteld had tijdens dezelfde missie die haar broer van zijn leven beroofd had, voelde ze nauwelijks. Ze hadden deel uitgemaakt van een kleine groep die een wachttoren probeerde op te blazen, maar enkele vredebewakers hadden hen betrapt en aarzelden niet om hen te beschieten. Lisa werd in zijn rug geraakt, en Mahu kan zich nog steeds het moment herinneren waarop ze hem met een doffe dreun tegen de grond hoorde gaan.
Toen ze omkeek waren zijn levenloze ogen haar niet ontgaan, en ze voelde zich zo ontzettend leeg en uitgeput, maar ze moest iets doen, iets proberen om hem te redden, want dit kon niet. Dit was haar broer, en ze moest voor hem teruggaan. En toen werd ze zelf geraakt. De pijn was ondraaglijk, daar was ze zich vaag van bewust, maar het was minder belangrijk dan haar broer, en het feit dat ze bij hem moest komen om hem te helpen, om hem op zijn minst hier weg te krijgen.
Het had nog steeds twee mensen vereist om haar weg te slepen, zelfs nu ze niet meer in staat was om te rennen. De volgende momenten waren één grote waas, maar uiteindelijk bevond ze zich in het huis van een van de weinige helers die het nog zo lang overleefd hadden, en drukte iemand een doek tegen haar wonde. Vanuit de verte hoorde ze zichzelf schreeuwen. Ze had al te veel bloed verloren en er was niemand met de juiste medische kennis om de kogel eruit te halen zonder haar ter dood te veroordelen, laat staan genoeg tijd om zich op zo’n taak te concentreren. Haar wonde werd dan maar zo snel mogelijk schoongemaakt en dichtgenaaid, en sindsdien was de pijn er.
Later, toen ze weer bij bewustzijn was en de wonde nog steeds pijn deed – meer dan normaal was – werd haar uitgelegd dat de kogel waarschijnlijk een zenuw beknelde. Zelfs als de operatie die nodig was om de kogel te verwijderen niet extreem gevaarlijk was gezien de omstandigheden, konden de helers de constante stroom van zieken en gewonden allang niet meer bijhouden, en niemand kon het zich veroorloven om meer aandacht aan haar te besteden dan absoluut noodzakelijk was. En dus ging Mahu naar huis.
Ze moest zich een tijdje gedeisd houden, want als een vredebewaker haar kogelwonde zag, zou ze waarschijnlijk ter plaatste geëxecuteerd werden, en ook al kon het haar allemaal niet meer schelen of ze deze oorlog overleefde, toch wist ze ook dat er iemand moest overblijven om voor haar twee jongste broertjes te zorgen. En dus deed ze wat ze kon om genoeg voedsel bijeen te schrapen om hen een kans te geven deze hel te overleven en hopelijk als vrije mensen op te kunnen groeien. Harver, die intussen evenveel familieleden verloren had als Mahu en nu enkel nog een jonger zusje had, was waarschijnlijk de voornaamste reden dat Sumwen en Bran het de laatste weken volhielden, voordat de ijzeren greep van het Capitool weer op het district neerdaalde.
Na de val van district 13 wist iedereen in district 11 dat het afgelopen was. Ze hadden verloren. Iedereen was dood, hun hele district lag in puin, en ze hadden verloren. Binnen de kortste keren werd de herovername van de districten door het Capitool officieel gemaakt; er vonden nog wat laatste executies plaats, de overheidsgebouwen werden hersteld en heropgebouwd, en iedereen moest weer aan het werk.
De vredebewakers waren meedogenlozer dan ooit, en toonden geen genade voor arbeiders die traag of slecht werk verrichten, ongeacht hun mogelijke verwondingen of handicaps. Mahu kon het zich niet veroorloven om niet naar de velden terug te keren, want Bran was mentaal zo afgetakeld dat werken momenteel geen mogelijkheid was, en op het loon van Sumwen konden ze geen drie mensen in leven houden. Uit afvalmateriaal, dat tegenwoordig overal te vinden was, kon Mahu een brace voor haar been maken. De pijn was er nog steeds, maar met de brace werd het bijna draaglijk.
En zo vertrok ze terug naar de tarwevelden, en niets was nog zoals het vroeger was. Haar dromen om monteur te worden had ze intussen allang opgegeven. In dat opzicht zouden de Donkere Dagen waarschijnlijk de gelukkigste van haar leven zijn. Te midden van alle gruwelen die ze had moeten aanschouwen, had ze immers wel eindelijk de kans gekregen om zich nuttig te voelen met werk dat haar fascineerde. Ze wist dat dat macaber klonk, maar kon niet de moeite nemen om zich daar veel van aan te trekken. Haar bommen hadden veel vredebewakers gedood, en de geweren die ze gesaboteerd had, hadden waarschijnlijk ook een aantal levens gered. Ze kon zich geen betere manier voorstellen om haar talenten te gebruiken dan tegen het Capitool, en daar zou ze zich niet voor verontschuldigen.
Maar dat was intussen allemaal voorbij. District elf was altijd al arm geweest, maar nu bleven er nog minder apparaten en machines over om te repareren, en minder mensen die het zich konden veroorloven om iemand ervoor in dienst te nemen, en de weinige opdrachten die Mahu, zeker de eerste maanden, kon aannemen, verrichtte ze vaak gratis. Haar ouders hadden altijd het belang van vrijgevigheid benadrukt, en zeker in deze moeilijke tijden zou ze niemand laten stikken.
Ze hadden het zwaar, maar met de introductie van tesserae, die Mahu meteen aannam, konden ze meestal net rondkomen. Brans gezondheid ging echter nog steeds bergaf. Hij at weinig, en je kon nooit zeker zijn dat hij zijn voedsel zou binnenhouden. Mahu begon wanhopig te worden, maar er was niemand die haar met deze kwestie kon helpen. Brans problemen waren mentaal en emotioneel van aard, niet fysiek, en dat soort helers waren er niet in district 11.
Dat waar ze voor gevreesd had gebeurde ongeveer een jaar na het einde van de Donkere Dagen. Een longontsteking was waar Bran uiteindelijk aan bezweek, zijn tengere lichaampje te zwak om tegen de ziekte te vechten. Mahu had allang geen tranen meer over om nog te laten vloeien, maar een klein stukje van wat er nog van haar hart overbleef, begroef ze mee met het lichaam van haar jongste broertje.
Soms wist ze de pijn in haar been wel te appreciëren, al was het enkel maar omdat het haar eraan herinnerde dat ze nog leefde. Maar blijkbaar wilde de wereld haar zelfs dat nog ontnemen. De gevoelloosheid begon klein; zo nu en dan was het moeilijk om haar tenen te bewegen, of haar knie ver genoeg te buigen. Maar naarmate de maanden verstreken begonnen de dagen waarop het haar echt hinderde steeds talrijker te worden. Soms had ze er dagenlang geen last van, en voelde ze hooguit wat tintelingen, maar bij andere momenten kon ze nauwelijks nog wandelen. Ze hoopte maar dat het nooit zo erg zou worden dat ze niet meer kon werken; ze mocht dan wel slim zijn, maar ze kon zich toch niet voorstellen dat ze ooit een oplossing voor een volledig verlamd been zou verzinnen.
Sterktes en zwaktes in de Hongerspelen:
Mahu’s overlevingskansen in de Hongerspelen zijn heel erg afhankelijk van de arena. Snel rennen kan ze niet meer – al zeker niet zonder haar brace – en hoewel het bomen klimmen nog steeds in haar zit, duurt het beduidend langer dan vroeger, en dat zou wel eens het verschil tussen leven en dood kunnen betekenen. Ze maakt de beste kans in een arena met veel verstopplaatsen, waar het verrassingselement haar gebrek aan snelheid en beweeglijkheid kan compenseren.
Wat de omgeving betreft zou Mahu, ondanks haar district van herkomst, niet noodzakelijk de beste kans maken in een landelijke arena, maar eerder in een stedelijke of industriële setting. Als ze in de arena de juiste middelen kon bemachtigen, zou ze bommen, valstrikken, en andere technologische snufjes kunnen maken om haar te helpen en haar tegenstanders uit te schakelen.
Toch zou ze ook niet ontevreden zijn met een bosrijke arena. Ze zou zich nog steeds kunnen verstoppen, en haar kennis van planten en insecten zou haar kunnen helpen overleven. Ze weet heel wat eetbare planten te identificeren, en heeft ook een basiskennis van helende planten. Hoewel ze heel wat giftige planten kan herkennen, weet ze vaak niet wat voor uitwerking ze op mensen hebben – enkel dat je ze niet wilt eten.
Met wapens heeft Mahu maar weinig ervaring. Ze weet precies hoe je een geweer in elkaar moet zetten, maar heeft er nog nooit mee geschoten. Met een mes zou ze nog wel wat kunnen, maar het vereist dan ook niet veel intellect om te weten dat je met het scherpe deel naar je slachtoffer moet uithalen. Een zeis en sikkel gebruikt ze regelmatig tijdens het werk, maar een tarweveld is niet bepaald een geduchte tegenstander. Ook op puur fysiek vlak zit het haar niet echt mee; ze heeft wel wat armkracht, maar heeft een gemiddelde lengte en breedte, en geen vechtervaring.
Wat ze wel heeft is een ongelofelijke overlevingsdrang – niet omdat haar leven haar zo dierbaar is, maar omdat er iemand moet zijn om voor haar broertje te zorgen. Mahu wil geen mensen vermoorden, zeker geen kinderen uit de districten, maar als ze in de Spelen belandde, zou ze doen wat nodig is om weer naar huis te kunnen.
Ze staat open voor bondgenootschappen, hoewel ze extreem geredeneerd te werk zou gaan bij het maken van haar keuze, en enkel allianties zou vormen op basis van tactische voordelen. Ze wil in ieder geval vermijden dat ze iemand uitkiest aan wie ze zich kan hechten, en zou dus eerder geneigd zijn om een bondgenootschap voor te stellen aan iemand die ze niet kan uitstaan.
Bonnenaantal bij de 4e boete: 15. Ze heeft zes bonnen door haar leeftijd, het eerste jaar heeft ze drie extra bonnen genomen, en de volgende jaren telkens twee.
Laatst aangepast door Mahu Oghene op ma nov 14, 2016 11:38 am; in totaal 2 keer bewerkt |
|