Het was muisstil in de hoofdstraat van de Winnaarswijk. De villa’s werden verlicht door de ronde maan, die fel aan de wolkeloze hemel stond. Het was een warme en benauwde nacht, zo’n nacht waarop slapen geen optie is en rondlopen evenmin. Ofelia was echter verplicht om rond te lopen, want ze had nachtdienst. Deze nacht had ze de Winnaarswijk toegewezen gekregen. Ze moest controleren of er geen mensen rondslopen die er niet hoorden rond te sluipen, want de villa’s waren aanlokkelijk voor de arme mensen uit het district, die soms tot zoveel wanhoop werden gedreven, dat ze villa’s probeerden open te breken – niet dat er wat te vinden was in die villa’s, want ze werden nog niet bewoond.
Ofelia kon zich slecht inleven in die arme dieven. Ze begreep niet hoe mensen zo ver kwamen, dat ze bereid waren andermans spullen kapot te maken of weg te nemen. Had dan wat beter je best gedaan op school, dacht ze wel eens. Of meldt je aan als vredebewaker, dokter of docent... De banen lagen misschien niet voor het oprapen in het District, maar ze wáren er wel en als je maar goed genoeg je best deed...
De vredebewaakster was bijna aan het einde van de straat, toen ze plots een geluid hoorde in één van de villa’s. Ze stond abrupt muisstil en luisterde of ze nog meer hoorde. Ze keek om zich heen en zocht naar Ethan, haar collega. Hij was samen met haar op patrouille, maar omdat ze geen grote problemen verwachtten, hadden ze zich opgesplitst. Ze zag de vredebewaker nergens, maar hoorde weer een geluid in de villa, dus besloot ze zelf op onderzoek uit te gaan. Met een zaklamp in haar ene hand en een pistool in haar andere, liep ze op haar hoede naar de villa toe. Zoals gezegd: echte problemen verwachtte ze niet, maar de kunst was om ook met het onverwachtse rekening te houden.
Bij de villa aangekomen, voelde ze dat de deur dicht was en alle ramen aan de voorzijde dicht waren. Ze liep langzaam om het donkere huis heen en zag toen een kapot raam. Er was een stuk tak doorheen gevallen, waarschijnlijk als gevolg van de milde zomerstorm van een aantal dagen geleden. Ofelia liep naar het raam toe en scheen met haar lamp naar binnen. Ze hoorde weer wat gestommel. Misschien is het maar een kat, dacht ze en ze vroeg: ‘Wie is daar?’
OOC: Open voor iedereen