George was allang blij dat er vandaag geen slang als wekker zijn dienst deed. Sterker nog, hij stond op met het besef dat hij beter had geslapen dan alle dagen hiervoor in de arena. Het besef dat hij in een beschutte omgeving was, met geen pad in de directe omgeving hielp. Hij was gister dan ook tijdens het volkslied al in slaap gevallen, zo snel dat hij maar één foto had kunnen zien. Hij rekte zich uit en pakte zijn tas die aan een tak bungelde. Hij checkte meteen of alles er nog in zat. Zijn liniaal, een halve encyclopedie, een volle etui, wat er over was van het zalfje, het wapen wat hij per sponsoring had gekregen en zijn nieuwste aanwinst en bondgenoot: Jack Ducklass. Hij had gister ruim de tijd genomen om het ding te bestuderen en omdat er geen ontploffing was ontstaan had hij het ding maar in zijn tas gestopt. Het tikkende geluid zou de meeste waarschijnlijk wegjagen, maar George voelde zich erdoor een stukje minder eenzaam. Hij sprong uit de boom, en hing de tas om zijn schouder. Vandaag zou hij toch echt moeten doen wat hij al een tijdje heeft uitgesteld: hij moet de arena in. Met een beetje geluk komt hij iemand tegen die hem niet blindelings aanvalt, want hij begon het alleen zijn behoorlijk vervelend te vinden.
Gisteren had hij met zijn liniaal een klein pijltje getekend op de boom die in zijn looprichting stond, zodat hij niet weer terug naar de slangen zou lopen. Daarom liep hij niet lang te dwalen tot hij het water weer steeds dieper zag worden. Na wat struinen en tot zijn knieën doorweekt te zijn wist hij een stel stenen te vinden die verdacht veel op een pad leken. Hoe glibberig de stenen ook waren, het liep sneller dan het drassige gebied van hiervoor. Het duurde dan ook niet lang tot hij de grens van het woud bereikte en een vertrouwd houten pad tegenkwam.
Hij was nog maar een paar stappen in de wijde omgeving toen hij ten zuiden van hem een toren zag met behoorlijk wat mensen erbij. Hij gokte op minstens zes mensen, dus zowat de helft van de nog levenden. Bij het zien van deze andere levende wezens werd hij zich opeens akelig veel bewust van het getik van Jack. Met een zucht haalde hij zijn tas van zijn schouder en haalde hij de zwakke kruisboog en Jack eruit. "Sorry jongen, maar je maakt te veel lawaai. Het was gezellig samen." zei hij tegen het gele badeendje voordat hij hem voorzichtig terug in het water liet glijden. "Plus, je hoort thuis in het bos. Niet hier." Hij staarde even hoe de beste vriend die hij tot nu toe in de arena had gemaakt, langzaam van hem wegdobberde. Vervolgens switchte hij weer naar meer praktische zaken. Voor de veiligheid stopte hij zijn liniaal weer in zijn zak en hield hij het afstandswapen weer in zijn hand.
Toen hij zijn wapens weer binnen handbereik had begon hij zich langzaam richting de toren met de mensen te lopen. Onderweg keek hij vaak om zich heen, om er zeker van te zijn niemand onverwacht tegen het lijf te lopen. Het voelde goed om weer in het licht te lopen, pas door hier weer te lopen besefte hij hoe deprimerend het donkere woud was geweest. De beschutting en veiligheid was fijn geweest, maar hij had het er waarschijnlijk niet veel langer uit kunnen houden zonder mentale problemen te krijgen. Nee, dit was goed. Plus, met een beetje geluk kende hij een paar van de groep, of kon hij wachten tot ze weggingen en als een aaseter de overgebleven spullen proberen te gappen. Nee, dit was misschien wel zijn beste plan tot nu toe.
TL;DR:
~ George word wakker na aardig goede nachtrust
~ George verlaat eindelijk het bos
~ Hij neemt afscheid van Jack Ducklass
~ Hij gaat ook richting de toren in hoop op bondgenoten of op steelbare spullen