Met opgeheven hoofd begaf Kye zich naar de trein. De Spelen waren begonnen, zelfs al zou het nog een week duren voordat hij de Arena ingestuurd zou worden. Vanaf dit moment zou elke beweging die hij maakte kunnen worden uitgezonden naar potentiële sponsors. Hij kon zich dus geen moment van zwakte meer veroorloven: als ze dachten dat hij zwak was en toch geen kans maakte, zouden ze hem nooit sponsoren, dat had hij vorig jaar wel gezien. Nakoma was een goede kanshebber geweest, met haar twee bondgenoten, en zij hadden ook een aantal goede sponsoringen gehad. Zelfs toen de uiteindelijke winnaar, het meisje uit zeven, op sterven na dood was, hadden ze haar nog sponsoringen gestuurd om haar weer op te lappen. Zouden ze hem in zijn eigen kamer in de trein en straks in het Capitool ook volgen?
Door het raampje keek Kye hoe zijn district steeds kleiner werd, tot het uiteindelijk uit het zicht verdween. Het liefst zou hij nu zijn eigen coupé opzoeken en daar onder de dekens kruipen en daar pas onder vandaan komen als deze nachtmerrie voorbij was, maar als hij zich aan zijn beloftes wilde houden, moest hij meteen actie ondernemen. Een beetje verdwaald liep hij door de trein, tot hij Solar en de heks uit het Capitool in de gezamenlijke ruimte aantrof. Misschien moest hij stoppen met haar in zijn hoofd ‘de heks uit het Capitool’ noemen. Hij zou haar nog nodig gaan hebben, vermoedde hij. Junia.
“Kunnen we hier de Boetes kijken?” vroeg hij, terwijl hij op een van de stoelen ging zitten. “Ik wil eigenlijk wel weten wie ik tegenover me krijg.”
OOC: yeah...