|
| [DAG 3] Moord, doodslag en meer van die zooi | |
| Auteur | Bericht |
---|
Caleb Green District 7
PROFIELAantal berichten : 279 Registratiedatum : 28-07-13
| ◊Onderwerp: [DAG 3] Moord, doodslag en meer van die zooi | vr feb 21, 2014 3:26 am | |
| Hij had zich in de afgelopen ergens in de zeventig uur nog niet zo rustig gevoeld als nu. Hij was behoorlijk goed bewapend en de morgenster en halve bijl lagen nu naast hem op de grond, klaar om te pakken zodra het nodig was. Zijn maag was gevuld en hij was niet tot moes gestampt door de jongen die de naam Trevor had gedragen. Hij had expres de eerste wacht op zich genomen. Telkens als hij zijn ogen sloot - en Caleb wilde nou nog wel eens knipperen - zag hij het weer voor zich: de jongen die hij had vermoord. Het meisje wat ook door zijn schuld om was gekomen. Hij voelde zich vreselijk en telkens liet hij zich meeslepen door die gedachten. Hij probeerde zijn trillende handen te verbergen van Janaea, zodat ze niet zou zien hoe moeilijk hij het er mee had. Het was licht geweest toen Trevor zijn laatste adem uitblies door toedoen van Caleb. Het was nu na middernacht.
Ondanks dat zijn lichaam moe was, was hij geestelijk veel te opgewekt, al was opgewekt misschien niet het juiste woord. Het was waarschijnlijk meer richting onrustig. Om zijn gedachten af te leiden van alle kinderen die vandaag waren gestorven, had hij klimop van de ruïne geplukt waar hij en Janaea zich aan het verschuilen waren. Hij had een paar dikke strengen gepakt en was bezig voor zichzelf een riem te maken waar hij de kapotte bijl en de morgenster in kon bewaren. De morgenster zou nog een probleem vormen met alle scherpe punten. Die zou hij mogelijk aan de riem moeten laten bungelen en een knoop maken die snel los kon laten. Daar zou hij waarschijnlijk Janaea nodig voor hebben en als het goed was, lag ze nu te slapen. Zij zou de latere wacht op zich nemen. Hij had geen flauw benul hoe laat het was, dus hij zou op goed gevoel moeten besluiten om haar wakker te maken. Ze had meer slaap nodig dan hij en ja. Hij zou gewoon op zijn gevoel moeten vertrouwen, of haar pas wakker maken als het licht was. Zou het toch niet handiger zijn geweest als zij de eerste wacht had gedaan? Caleb's ogen dwaalde af naar het meisje. Ze had hem dan wakker kunnen maken zodra ze moe werd, al bestond de kans dat ze Caleb helemaal niet wakker zou maken omdat ze dat zielig vond. Punt was dat Caleb dat probleem nu ook had. Wilde hij haar wel wakker maken? Hij moest altijd gefocust zijn, zeker omdat overdag het gevaar groter was. Hij moest dus wel voldoende slaap hebben, anders was hij waardeloos in een gevecht. Zijn blauwe plekken en schrammen hinderden hem niet en toen zijn neus werd geraakt tijdens het gevecht met Trevor, had het erg geholpen dat Caleb's neus al eens gebroken was geweest en er niet veel schade te verrichten viel. Een geluk bij een ongeluk. Soort van.
Caleb was zo langzaam mogelijk aan het vlechten. Zo was het makkelijk om zichzelf rustig te houden en er voor te zorgen dat hij niet te snel Janaea wakker zou maken. Het was erg fris en ondanks dat hij zijn fleecetrui aan had getrokken, was het niet echt een fijne temperatuur. Het was nog wel redelijk boven het vriespunt, iets waar Caleb de Spelmakers voor bedankte. Het was namelijk de eerste nacht dat ze onbeschut waren. De nacht hiervoor waren ze goed beschermd geweest in een dichte, met klimop overgroeide ruïne waar bovendien een matras lag. Die luxe was er nu niet. Het was snel donker geworden en veel tijd, zin en energie om de ruïnes rond te gaan om te kijken welke er het meest comfortabel was, was er niet. Het was nu puur hopen dat er niemand hun ruïne binnen zou vallen. De kansen leken echter in hun voordeel.
Caleb had zijn riem klaar en om zijn middel gebonden en was al bezig met de knopen toen hij het idee kreeg dat de lucht lichter werd. Hij was absoluut niet moe en wilde graag bezig blijven, maar hij kende zichzelf en wist dat, als hij niet zou slapen, hij een ramp zou zijn deze dag. Dit was dag drie en driekwart van de tributen was dood. Hij had geen sponsoring ontvangen behalve de bom maar had wel een stel fijne wapens, dus had hij de conclusie getrokken dat dit wel eens de laatste dag kon zijn. Hij wist niet precies hoe alles in zijn werk ging, maar natuurlijk had hij de geruchten gehoord over de arena die bestuurd zou worden door de Spelmakers. Ze zouden alles kunnen aanpassen, zo scheen het, zelfs het weer. Ze zouden natuurrampen kunnen ontketenen met een druk op de knop. Caleb had zich een waardig tegenstander gebleken, wat waarschijnlijk wel te zien was geweest op de televisies. Het zou hem niks verbazen als ze hem daardoor extra uit zouden gaan dagen. Hij voelde het in zijn buik. Dit kon een belangrijke dag worden en hij moest topfit zijn. Dat was al lastig, want zodra het licht werd, was het bloedheet en Caleb wist niet of hij daar goed doorheen kon slapen, maar misschien dat ze het rustig aan konden doen vandaag. Janaea zou minder problemen hebben met het wakker blijven als het licht was, daar was hij in ieder geval zeker van.
Hij maakte het meisje wakker en ze wisselden van plek. 'Je zou, als het rustig blijf, misschien kunnen kijken of er ergens water of eten is.' Zei de jongen. 'Maak me gelijk wakker als er iets is, oké?' Caleb had de morgenster in zijn hand terwijl hij op zijn zij ging liggen, en was niet van plan hem los te laten. De bijl lag ietsjes verderop, omdat die minder nuttig was. Het was wel hopen dat hij zich in zijn slaap niet spontaan zodanig om zou rollen dat hij één van de punten in zijn gezicht kreeg; dat zou voor een hoop extra problemen zorgen. Gelukkig was Caleb een rustige slaper en was hij binnen een paar minuten oncomfortabel op de grond liggen weggedommeld naar dromenland, klaar om wakker te worden als het noodlot toesloeg.
[ Off: Sorry, ik had echt geen flauw idee wat ik hem moest laten doen. - Caleb houdt de wacht en vlecht een soort riem om de morgenster en kapotte bijl in te doen. - Caleb maakt tegen de tijd dat de lucht wat lichter wordt - maar de zon nog niet op is - Janaea wakker om de wacht over te nemen, en gaat zelf slapen.] |
| | | Janaea Spurling
PROFIELAantal berichten : 120 Registratiedatum : 19-08-13
| ◊Onderwerp: Re: [DAG 3] Moord, doodslag en meer van die zooi | za maa 08, 2014 2:19 am | |
| Er was een kans dat Janaea – op de doden na – het beste sliep van heel Panem. Hoe dat mogelijk was, was onmogelijk te beantwoorden. Er was zo veel naars gebeurd, dat zelfs het meisje zelf kon het niet begrijpen. Ze was verdrietig, en dat was ze bijna nooit. Ze had altijd gedacht dat verdriet ervoor zorgde dat mensen niet meer goed konden slapen, waardoor ze moe en chagrijnig werden en zou resulteren in een ongelukkig leven. Het ging gewoon niet op voor haar. Ze wist zelfs te blijven lachen. Oprechte, brede, tandenshowende lachjes! Het enige moment dat ze tranen op geen enkele manier kon tegenhouden, was als de foto’s van de overleden Tributen werden getoond. Bij het horen van Panems volkslied ontwaakte ze en keek ze zonder wegkijken naar de foto’s. Op een gegeven moment kon ze nog amper gezichten onderscheiden dankzij de tranen, maar ze dwong zichzelf te kijken. Pas toen alles weer ophield, net alsof er niets was veranderd, sloot Janaea opnieuw haar ogen. Ze droomde, over de bom die ze hadden gekregen die dag en waarmee ze iemand hadden vermoord, maar ze ervoer het niet als een nachtmerrie. Het was ook niet prettig, maar een soort… - het was moeilijk onder woorden te brengen. Het maakte Janaea alerter op hoe het leven zo gedaan kon zijn. Ook háár leven. Maar zoals altijd was ze kinderlijk eigenwijs en negeerde ze alle serieuze gedachten toen Caleb haar wakker maakte om de wacht te houden. Ze glimlachte, knikte en kwam zonder morren overeind.
Voordat hij ging slapen, had Caleb nog voorgesteld dat ze water of eten kon gaan zoeken als ze het idee had dat de kust veilig was. Janaea vond het moeilijk inschatten, zeker met al die plekjes hier waar iedereen zich kon verstoppen. Ook kon ze zomaar in een val lopen, of gewoon simpelweg iemand onverhoeds tegenkomen. Natuurlijk had ze haar mes bij zich, en gelukkig had ze best een goed reactievermogen, maar mocht er iemand met een bijl of moker op haar af komen, zonder dat ze dit doorhad, dan had ze helaas niet zo’n grote kans op overleven.
Stilzitten in de ruïne was echter saai. Ongedurig als Janaea was, hupte ze van haar ene bil naar de andere. Ze was op de grond blijven zitten om zo min mogelijk geluid te produceren, zodat Caleb kon slapen, maar ze had al snel door dat het geen doen was. Elke keer dat ze ging verzitten leek ze meer geluid te produceren, dus gaf ze uiteindelijk toe en besloot ze op te staan. Zo zachtjes mogelijk pakte ze Els, die ze aan haar arm hing, terwijl ze het mes in haar goede hand beetnam. Ze wilde, zoals gevraagd, op zoek gaan naar water en eten, maar nu Caleb probeerde te slapen, wilde ze niet al te ver gaan. Misschien durfde ze niet. Het was stiekem ook wel een beetje eng met al dat vechten en al die dode mensjes. Misschien had die droom van haar toch enige uitwerking gehad. Daarom bleef ze dichtbij de ruïnes en hield ze zich in de schaduw, waar ze hoopte nog minder op te vallen. Het was nog steeds niet helemaal licht, waardoor het tenminste niet was alsof er een spotje op haar werd gericht.
Rondom de ruïne vond Janaea in ieder geval geen water. Dat was een ding dat zeker was. Ze zuchtte, een beetje bang dat ze Caleb moest teleurstellen als hij wakker zou worden. Het liefst had ze hem het ontbijt van zijn leven geschonken, maar dat zat er helaas niet in. Gepusht door het gevoel van mislukking begon Janaea in verschillende ruïnes te gluren. Ze vermoedde niet dat er nog iemand was, maar mocht dat wel het geval zijn, dan werd ze zo wel een heel makkelijk slachtoffer. Als men haar in de gaten hield, tenminste. Anders kon ze voor een leuke verrassing zorgen!
Uiteindelijk kwam Janaea terecht in een ruïne, ongeveer recht tegenover die waar Caleb zich bevond, waar ze relatief veel groen tegenkwam. Ze hupte naar binnen, hopend op iets eetbaars. Al snel bleek dat het groene toch voornamelijk bestond uit klimop, waar ze de afgelopen paar dagen nou wel genoeg van had gezien. Misschien hadden ze toch verder moeten lopen. Zouden ze daarginds meer eetbaars tegen zijn gekomen? Toch had klimop zich al nuttig bewezen, dus kon ze de plant niet al te veel haten. Ze hadden immers een mooie slinger weten te maken! Toch besloot Janaea er niets van te pakken. Als ze daadwerkelijk klimop nodig hadden, dan konden ze het wel ter plekke plukken. Klimop was, in tegenstelling tot al het andere groen, vrij veelvoorkomend. Wat echter niet veel voorkomend was – of wat Janaea tenminste nog niet eerder had gezien – was het geinige beestje daar! Met haar oogjes staarde ze als een verliefd tienermeisje naar de vleugeltjes van het kleine ding. Wat geweldig! En het beste nieuws was nog wel… hij was eetbaar!
Het kostte moeite. Blijkbaar wilde het lekkernijtje niet als voedsel dienen! Nou ja, met een beetje hulp van Els in combinatie met Janaea’s vingervlugge acties, had het meisje uiteindelijk toch nog ontbijt voor Caleb! Blij rende ze terug naar de ruïne. Ze had niemand gezien op het plein, hoewel ze pas dacht aan kijken toen ze al aan het rennen was. De zon was ondertussen bijna helemaal boven, wat betekende dat de dag niet lang meer op zich liet wachten.
Echt subtiel was Janaea niet bij binnenkomst in de ruïne, hoewel enkel haar stem duidelijk geluid produceerde. “CALEB, IK HEB EEN INSECT!” Nu maar hopen dat de jongen snel genoeg doorhad dat dit geen vreemde aanval was, en hij haar aan zou zien voor iemand anders en haar met dat puntige ding te lijf zou gaan. Nee. Dit spel kon op vele manieren eindigen, maar in geen geval zou Caleb degene zijn die haar dood zou maken. Dat kon gewoon niet. Toch? Nog voordat ze haar zin goed en wel had uitgesproken, was ze al bij Caleb en bracht ze haar hand naar zijn mond. Ze had het beestje ontdaan van zijn vleugels (awh!), maar verder was hij nog helemaal intact. En dat ging, hupsakee, in de richting van Calebs mond! “Hij is eetbaar! LEKKER HÈ?!”
OOC: Poor Caleb. - Janaea wordt wakker gemaakt door Caleb om de wacht te houden - Janaea wil eerst rustig blijven zitten in de ruïne, maar besluit uiteindelijk toch een beetje rond te lopen, op zoek naar eten en water. Ze vindt geen water, dus stalkt ze andere aanwezige ruïnes. - Janaea gaat een ruïne binnen en vangt na enige moeite een soort sprinkhaan-iets. - Janaea rent terug naar Caleb en doet een poging het beestje in zijn mond te duwen.
Rustig zweefde de parachute naar beneden. Er stond op de doos een zeven gegraveerd en als hij word opengemaakt zit er een bijl in, maar dan op twee slagen kleiner dan hij zou moeten zijn om precies goed te zijn voor Caleb. Er zit ook nog een klein briefje bij waarop staat An axe is as strong as love |
| | | Caleb Green District 7
PROFIELAantal berichten : 279 Registratiedatum : 28-07-13
| ◊Onderwerp: Re: [DAG 3] Moord, doodslag en meer van die zooi | zo maa 09, 2014 9:16 pm | |
| “CALEB, IK HEB EEN INSECT!” Daar had Caleb echter geen tijd voor. Hij was in District 7 en had zojuist de jaarlijkse bijlwerpcompetitie gewonnen! Hij stond op het punt om het podium te betreden, toen die zin hem afleidde. Een beetje verbaasd keek de droomversie van Caleb rond, maar hij kon niemand vinden die zoiets raars zou zeggen. Hij haalde zijn schouders op en stapte het podium op, waar hij over iedereen heen kon kijken. De bossen van het district strekten zich uit zo ver het ook reikte en het was een raar gevoel dat hij zo ver kon zien. Hoe hoog zou hij wel niet staan? Toen hij naar zijn voeten keek, schrok hij zo erg dat hij bijna viel. Hij was minstens 50 meter boven de grond! Hoe had hij dat niet kunnen merken? Hoe had hij in één stap zo hoog kunnen staan? En wat deed dit kleine meisje hier, met blonde haren en een twinkeling in haar ogen en een brede lach op haar gezicht? Waarom strekte ze haar hand uit richting het gezicht van Caleb? Wat was dat in haar hand? Waarom ging het richting zijn mond?
'AAAAAAAAAH' Schreeuwde Caleb, wat het insect de kans gaf zijn mond daadwerkelijk in te springen. Nog half slapend en niet doorhebbend wat er gebeurde, beet hij op het insect. Zijn sterke tanden zorgen ervoor dat het uitwendige skelet van het insect brak en hij had hem al doorgeslikt voordat Caleb doorhad wat er echt was gebeurd. Hij schoot overeind en begon als een gek te hoesten en te proesten en hapte naar adem. Hij liep rood aan en keek boos naar Janaea, die het een slim idee had geleken om een insect in de mond van een slapende Caleb te proppen. Caleb hield echter niet zo van insecten en de gedachte dat hij er één in had geslikt, was dan ook geen uiterst fijne gedachte. Hij kon Janaea echter nog geen preek geven zolang hij aan het hoesten was, dus probeerde hij te vergeten dat hij net een insect had vermoord en dat deze nu aan het ronddobberen was in zijn maagsappen. Jasses.
'Janaea,' begon hij rustig, 'Ik vind het heel lief wat je deed, maar vanwege stikgevaar is het misschien handiger om iemand eerst wakker te maken voordat je hem wat voert. Zeker als het eten nog leeft. Gewoon een tip.' Hij keek naar het meisje en slaakte een diepe zucht, trok hem tegen zich aan en gaf haar een knuffel. 'Maar ik weet dat je het goed bedoelde, dus het is niet erg.' Het was dat hij wist dat het insectending dood was, want hij durfde te zweren dat het nog bewoog. Iets anders bewoog wel. Het was voor het eerst dat hij iets door de lucht had zien vliegen, want er was hier geen vogel te bekennen. Binnenkort zouden hier ook geen mensen meer zijn. Driekwart van de Tributen was al dood. Caleb wist echter wat het neerdalende pakketje betekende. Dit kon hun leven redden. Dit zou ervoor zorgen dat, net zoals de vorige keer, hij en Janaea niet bij de overleden Tributen zou horen, maar bij de overgebleven Tributen. Een vogel zou leuk geweest zijn, maar dit was nog veel beter. Dit was een sponsoring en niet zomaar een.
De doos raakte de grond en de parachute deed ditzelfde, maar dan een tel later. Caleb snelde er naartoe. Zijn hart bonsde in zijn keel terwijl hij Janaea wenkte. Hij haalde de parachute van de doos en zag een prachtige, hemelse 7. Een grijns verscheen er op zijn gezicht en zijn ogen begonnen te twinkelen. Het was vrij duidelijk dat de vorige sponsoring meer voor Janaea geschikt was geweest en waarschijnlijk ook aan haar was gegeven - de mooie tekeningen die het meisje bleven fascineren, de teller, het feit dat ze ook direct doorhad dat het een tijdbom was en een plan had gemaakt. Caleb was lang niet zo goed in dat soort conclusies trekken. Hij was niet dom, maar zijn spieren deden hun werk beter dan zijn hersenen. 'Wat hebben we hier!' Mompelde hij, maar hij wist het al. Natuurlijk wist hij het, en hij wist al drie dagen lang dat dit eraan zat te komen. Dit had bakken met geld moeten kosten en zou misschien niet de kwaliteit zijn die hij was gewend, maar het gaf hem kans, veel meer kans. Hij opende de kist, wierp een blik op de inhoud, liet zich op zijn knieën zakken en keek naar de lucht, welke nog steeds de verkeerde kleur had, want hij was niet zoals thuis. Hij bracht zijn handen naar zijn mond en gaf de grootste kushand uit de geschiedenis van de kushandjes naar de plek waar hij de lens van een camera had gespot. De grijns werd niet van zijn gezicht geveegd toen hij zag dat de bijl een stuk kleiner was dan zijn eigen bijlen, want het was iets. Het was ongelooflijk duur geweest en misschien wel hetgeen waarmee hij dit wedstrijdje zou winnen. En misschien werd hij afgeslacht voordat hij hem aan had kunnen raken, dus om dat te voorkomen pakte hij snel de bijl uit de doos. Hij was licht en klein en dus minder geschikt voor close combat, maar misschien wel beter om hem lange afstanden door de lucht te smijten. De morgenster kon als close combat wapen dienen, de kapotte bijl eventueel ook. Dit zou zijn schatje worden. Hij zou de kleine bijl bijna net zo veel liefde geven als hij Madelynn zou geven. Bijna, want een bijl was geen persoon natuurlijk. Hij hief de bijl in de lucht, keek naar de camera en riep: 'District 7, bereid je maar voor op mijn terugkeer!' Toen wierp hij een blik op het kleine meisje achter hem. 'En mocht ik het ondanks deze gift toch niet halen, maak je borst dan maar nat voor Janaea!' Weer gaf de jongen haar een knuffel, alsof het zijn kleine zusje was. Zo voelde het wel een beetje. Hij zou overduidelijk alles voor haar doen.
Toen viel zijn oog op het briefje wat bij de bijl in de doos zat. Nieuwsgierig pakte Caleb het op. 'An axe is as strong as love' was de tekst die erop stond. Stilletjes keek Caleb ernaar. Madelynn. Madelynn had dit voor hem geregeld. Misschien met de hulp van meer mensen, maar daar kon hij alleen maar achterkomen door terug te keren naar het district. Dat zou betekenen dat Janaea niet zou overleven en dat was een vreselijke gedachte, maar hij moest zelf terugkeren. Of toch niet? Janaea had nog veel meer tijd voor zich in haar leven, meer dan Caleb. Waarschijnlijk had ze ook veel meer vriendjes en vriendinnetjes dan hij en een gezinnetje dat van haar hield. Hij had dat echter ook. En hij had een prachtige vriendin, plus schoonfamilie, die hem zojuist een bijl hadden geschonken. Caleb vocht tegen de tranen die een weg uit zijn ogen probeerden te banen en beet op zijn lip. Hij moest sterk zijn. Hij kon later wel huilen, daar was nu geen tijd voor. Maar geroerd was hij zeker. Hoe veel mensen hadden hier hun spaargeld voor geplunderd? Had Lynn nog wel een kans als zij volgend jaar de klos zou zijn?
Hij schudde die gedachte van zich af. Alles zou goedkomen. Over een paar dagen was Caleb weer in District 7 en kon hij iedereen bedanken. Hij glimlachte terwijl hij het briefje in zijn broekzak stopte. Ze had gelijk. Met deze bijl en wat hij voor haar voelde, kon hij weldegelijk thuiskomen. Hij moest alleen even wennen aan het gewicht van deze bijl, want hij was zo licht dat hij bang was 'm kwijt te raken.
Caleb liep naar zijn wapens en stak de kapotte bijl in zijn klimopriem. De morgenster kon hij daar nog niet in kwijt, dus die hield hij vast. De kleine bijl hield hij ook vast, want daar moest hij nog aan wennen en dat ging het beste door hem te dragen en er trucjes mee te doen. Caleb legde de puntige knuppel over zijn schouder en had de bijl stevig in zijn andere hand.
'Ik heb twee bijlen en een knuppel. Jij hebt Els en Bob. Wat denk je ervan? Gaan we winnen of gaan we winnen?'
OOC: - Caleb droomt - Caleb eet het insectending op - Caleb doet emotioneel en gooit met bedankjes en zo als hij de bijl pakt. - Gewapend met een twee bijlen en een morgenster gaan - gok ik - Janaea en hij op pad naar.. dingen. Water. Maar ze blijven wel enigszins in de buurt van de ontplofte Hoorn omdat Janaea dat wil of zo weetikhet.
|
| | | Gesponsorde inhoud
| ◊Onderwerp: Re: [DAG 3] Moord, doodslag en meer van die zooi | | |
| |
| | | | [DAG 3] Moord, doodslag en meer van die zooi | |
|
Soortgelijke onderwerpen | |
|
| Permissies van dit forum: | Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum
| |
| |
| |