Gwen had de laatste dagen keihard gewerkt. En niet alleen zij; met haar de hele familie. Haar handen zaten vol met pleisters en er zaten er zelfs een paar op haar armen en benen. Dat kwam ervan als je ineens op het land ging werken, zelfs al wist je dat het eigenlijk helemaal niet voor jou was weggelegd. Daarnaast was het ook best wel zwaar om op het land te zijn; Norah had haar immers geleerd hoe ze goed de kroppen af moest snijden. Norah moedigde haar aan als ze voorzichtig het water rondbracht. Norah was degene die haar op de kar trok die hen naar huis bracht. Gwen kon nog steeds nauwelijks geloven dat Norah daar in die Arena zat. Ze keek wel, maar het voelde niet echt. Het moest haast wel een droom zijn.
Maar als ze thuis was gebleven, hadden de herinneringen aan Norah daar ook rondgewaard. Hoe haar zus neuriede als ze Jett hielp met de boontjes doppen, of hoe ze lachten als ze een keer tijd hadden om een spelletje te spelen op een mooie zomeravond. Dat was de Norah die Gwen zich niet herinnerde. Het was niet het meisje dat door de Arena rende met een bijl en in gevechten terecht kwam, het meisje dat mensen voor haar ogen dood zag bloeden. Het moest verschrikkelijk zijn. Als Norah al thuis zou komen, dan kon ze dezelfde toch niet meer zijn?
Gwen haatte het idee dat de laatste herinnering die ze van Norah had in die trein was, waar ze met de hele familie op elkaar gepropt stonden en Norah nooit meer wilden laten gaan. Dat was het laatste wat ze écht van haar zus gezien had, voor ze als een vlinder op een wagen rondreed en de Arena in getransporteerd werd. Maar toch, Gwen was zo ontzettend blij dat haar zus nog leefde. Er was nog een kans.
Ze had de pen, die ze gebruikte om het briefje te schrijven dat ze bij haar sponsoring wilde sluiten sluiten, ondhandig vast. Door de pleisters en de talloze verwondingen die ze had opgelopen moest ze de pen nu tussen haar duim en middelvinger klemmen. De woorden werden er niet mooier op, maar Gwen had een redelijk net handschrift dus het was nog steeds leesbaar. Daarnaast had ze erop gestaan om zelf het briefje te schrijven aan Norah. De rest zou wel zelf zijn naam eronder zetten.
Het voelde verkeerd om een sponsoring te doen, ergens. Haar vader was het er eerst ook niet helemaal mee eens geweest, net als Nicky. Ze zeiden dat het dan was alsof ze het Capitool sponsorde, alsof ze het allemaal wel prima vond en er aan mee deed. Het was op een ruzie uitgelopen en Gwen had uiteindelijk gegild dat het niet om die Spelen ging, maar om Norah die daar zat en dat ze hoe dan ook een briefje ging sturen. Toen was het sparen gevonden.
Na een dag zag haar familie in dat Gwen sowieso door ging zetten en toen was iedereen bijgesprongen; ze deden wat ze konden. Ze kregen zelfs wat andere Districtbewoners mee om wat bij te dragen. Cosmo was al overleden, hem konden ze niet meer helpen. Het was verdrietig, maar nu konden ze nog wel wat voor een ander doen, toch?
Jammer genoeg was sponsoren duur. Vooral als je een familie als de hare te voeden had. Niet dat de taak alleen op Gwen rustte, maar ze kon lastig hun geld van de maand uitgeven aan Norah. Daarom had het sparen ook zolang geduurd. Het probleem was dat de prijzen ook stegen natuurlijk; het was niet bij te houden. Daarom had Gwen tegen de tijd dat ze besloot te gaan sponsoren nog steeds maar genoeg voor een klein zakje met eten. Maar het was iets. Als ze nog langer wachtte, kon ze niets meer veroorloven..
Ze hoopte dat haar sponsoring goed aan zou komen. Ze had het eigenlijk al eerder willen sturen; stel dat Norah het niet overleefd had, dan had ze nooit.. nooit meer van hen gehoord. Gwen wilde nog een keer met Norah praten, al was het indirect, al kon Norah niet antwoorden. Maar ze wilde iets laten horen voordat ze.. Je weet wel. Voordat het te laat was.
Nu was het enige wat er nog op zat naar de tv blijven kijken, wachten, wachten wachten tot dat haar sponsoring naar beneden zou dwarrelen en ze Norahs reactie kon zien.