"Newt!" Feline kwam huilend binnen gerend. Newt was het stadsgebouw binnen geleid en stond nu in een aparte kamer, terwijl zijn vader en Feline naar binnen kwamen om afscheid te nemen. Feline sprong in Newts armen en hij klemde het meisje tegen zich aan. "Hey, rustig..." probeerde hij haar te kalmeren, maar dat had natuurlijk geen enkele zin. "Hoe dan? Je zit in de spelen! Wat als je dood gaat?! Je mag niet dood gaan, Newt. Je moet winnen!" huilde ze. Newt sloot zijn ogen kort en keek op naar zijn vader. Newt liet zijn zusje los en drukte zijn lippen kort op haar voorhoofd. "Newt, je moet terug komen. Je moet het beloven." huilde Feline. De jongen beet op zijn lip. Hij kon het niet. Hij kon niet tegen haar liegen. Dus zei hij, opnieuw, niets. Hij trok zich langzaam los van het meisje en stond toen recht. "Vader, zorg voor haar. Ik... Ik kom niet terug." zei hij zachtjes tegen zijn vader. "Dat moet je niet zeggen jongen. Je hebt best een kans." "Best een kans? Ik ben twee dagen geleden nog inelkaar gebeukt. Ik begin met een achterstand. En denk even aan alle andere tributen. We zijn met z'n 24en! Ik kom niet terug." Newt zuchtte en haalde gefrustreerd zijn hand door zijn haar.