De kleine boot deinde kalm op en neer op de golven. Raven hield zich vast aan de reling en keek naar Jay, die met zijn hoofd op zijn handen geleund naar de witte schuimkoppen tuurde. Ravens blik gleed naar haar vader, die op een bankje zat met de urn in zijn handen. Vreemd om te bedenken dat haar zusje daarin zat. De dood verandert niets aan het leven dat geleefd is, had Harper gezegd. Oftewel, Rook was dan misschien verdronken, maar dat nam niet weg dat ze juist altijd van zwemmen had gehouden. De zee was anders dan dat kleine, vuile zwembad. Raven had er moeite mee om het ene water los van het andere te zien, en gezien de moeilijk uitdrukking op Jay's gezicht voelde hij hetzelfde, maar tegelijkertijd begreep ze Harpers logica. Dat was de Arena geweest, een zwembad in een kooi. Dit was de oceaan, groots, wild, en vooral: vrij. Hier waren geen grenzen, geen muren, geen hekken. Hier was de onmetelijke ruimte en de levende wind. De enige plek in het district waar je de stank van de fabrieken niet kon ruiken en de krotten die ze huizen noemden verborgen waren achter duinen vol wuivend helmgras. Haar blik gleed naar het strand, waar Rooks voetafdrukken allang verdwenen waren. Had ze daar gedanst? Ze had haar zusje al in geen jaren zien dansen, maar ze had dan ook al in geen jaren een geode verstandhouding met haar gehad.
Het werd stil toen de kapitein – een vriend van haar vader – de motor uitzette. Raven keerde zich van de reling af en keek naar Harper, die was opgestaan en een paar stappen naar voren zette. Hij keerde zich eerst naar Raven toe, die niets zei, en daarna naar Jay, die zijn hand op de urn legde en daarbij keek alsof hij hem nooit meer los zou willen laten. Dingen loslaten had hij nooit goed gekund, maar misschien gold dat voor iedereen in het gezin wel. Waar Jay soms nog huilde om zijn moeder, was bij Raven de woede door de jaren heen alleen maar gegroeid, en had Rook Oriel haar daden nooit kunnen vergeven. Raven dacht altijd dat ze die eigenschap van hun moeder geërfd hadden, want hun vader was juist maar al te goed in dingen laten gaan. Het was dan ook Harper die uiteindelijk voorzichtig de urn van Jay wegtrok en zich naar de zee keerde. Een laatste stap bracht hem tot de reling en hij draaide zorgvuldig het deksel van de urn. Na nog een blik op zijn twee overlevende kinderen, boog hij zich naar voren om voorzichtig de as uit de urn te schudden. Een deel viel in het water en verdween in de golven, een deel werd opgetild door de wind en meegedragen, dansend in de wervelende luchtstromen. “Wees vrij, mijn meisje”, zei Harper met een treurige glimlach. Hij zette de nu lege urn op de grond en legde zijn arm op Jays schouders, terwijl Raven met een zucht neerplofte op het bankje. Nou, dat was het dan. Rook was nu echt weg. Ze hadden afscheid genomen toen ze vertrok, toen ze stierf, op de begrafenis, en nu hier op de boot. Nu was er niets meer over om afscheid van te nemen, nu was het eindelijk voorbij. Nee, niet voorbij. Dit was pas voorbij als het Capitool in de as lag en al haar inwoners hadden geboet voor hun daden. Terug op het strand zaten Ben en Anna te wachten. Ze hadden in de buurt willen zijn, maar het afscheid zelf was een familiemoment geweest, dus waren zij met zijn tweeën op het strand achtergebleven. Terwijl ze Harper en Jay begroetten, beende Raven er zonder nog een woord te zeggen in haar eentje vandoor en liet zich pas een heel eind verder in een duinkom in het zand vallen. Ze staarde naar de lucht en vroeg zich af of Rooks as al was geland of dat een deel ervan in de lucht rond zou blijven zweven en pas vele mijlen verder neer zou dalen, in een ander district, misschien wel op een ander continent. Ze was nog nooit zo vrij geweest. Ze was dood en had meer vrijheid dan de achtergeblevenen. Raven legde een hand op haar gezicht en sloot haar ogen. Zou het ooit voorbij zijn?
Vervolg: www.hongerspelenrpg.com/t1075-and-give-yourself-to-harmony