Huilend, paniek en rondmaaiend schrok Jacob wakker. De gebeurtenissen van de afgelopen tijd kwamen deze nacht ineens hard aan. De afgelopen dagen was het alsof hij als een machine had geleefd, maar nu was het echt menes. Degene met wie hij de grootste band had gevormd in de hele spelen was nu niet meer zijn bondgenoot, maar zijn enige vijand. Thuis, was een plek geworden die hij mogelijk nooit meer zou zien. Als hij daarentegen ooit weer thuis zou zijn, wat zou er dan nog van hem over zijn? Paniek overmande Jacob, paniek voor wat er ging komen.
Het ergste van al vond Jacob dat hij zonder blikken of blozen twee tributen, twee mensen, had vermoord. Hij had hen van het leven beroofd, twee mensen met vermoedelijk een thuis, een familie en vrienden. Daarna was hij doorgegaan alsof het niets was. Grote tranen van wanhoop rolden over zijn wangen. Where did everything in this world go wrong? Hoe konden degene die dit hele gebeuren hadden bedacht ooit met zichzelf leven. Hij had toegekeken hoe drie van zijn medemensen, kinderen, dood gingen. In het capitool daarentegen hadden ze er al 21 dood zien gaan en zoals hij het gezien had daar ging het alleen maar om feesten en zuipen. Hoe kon dit ooit de bedoeling geweest zijn? Was dit de wereld zoals hij het wilde, zoals hij het kende.
Een wereld waar mensen dood moesten voor een lolletje. Waar in de districten vrijheid niet gekend werd, waar het recht niet zegevierde en zoals het er nu naar uitzag nooit zou zegenvieren. Was dit de wereld waarin hij wilde bestaan, kinderen krijgen en als slaaf blijven werken voor het capitool? Voor het eerst in zijn leven werd hij geconfronteerd met de werkelijke situatie. Vissen vangen was leuk, maar het moest een keuze blijven. Hij had als jongetje hiervoor kunnen kiezen, maar bij terugkomst zou hij bekend zijn en zou het niet meer mogelijk zijn. Dan was hij gewoon het poppetje van het capitool en als hij dat niet was, een slaaf, just like any other person.
Jacob wilde rennen en rennen, en dat deed hij. Waarheen, hij kon nergens heen, het was een arena met grenzen. Grenzen die ook elk district kende, grenzen waarmee Jake niet kon leven.
Give me the right to be heard,
To be seen, to be loved, to be me,
To be everything I need to be me,
To be safe
To believe
In something
De haven kwam in zicht, nog meer water, water een grote vriend van de mensheid. Zonder water kon je niet leven, maar als je het niet kende ook een grote vijand. Deze oude bekende vriend zou zijn dood betekenen. Van de kade liet hij zich in het water storten.
I have a right to be heard
To be seen, to be loved, to be free
To be everything, I need to be me,
To be safe
To believe
In something
Zijn lichaam vocht, vocht om te blijven leven om naar boven te gaan. Jacob's wil was sterker. Langzaam, heel langzaam werd het steeds zwarter voor zijn ogen. Inmiddels was bewusteloosheid volledig ingetreden, Jacob bestrad nu langzaam een andere wereld, eentje die voor hem hopelijk meer rust zou geven. Hij koos zelf voor zijn einde en ook hier weer gold 'water is your ally, not your enemy!'.