|
| [NL] See you in heaven... | |
| Auteur | Bericht |
---|
Janaea Spurling
PROFIELAantal berichten : 120 Registratiedatum : 19-08-13
| ◊Onderwerp: [NL] See you in heaven... | wo aug 06, 2014 11:22 pm | |
| Het was vandaag dag negen van de eerste Hongerspelen. Het laatste dat Janaea zich kon herinneren was een aap. En Caleb. En Bob… uiteraard herinnerde ze zich Bob. Het kleine meisje lag op de grond, met haar arm liefdevol om de ukelele heen als een warme omhelzing, die in werkelijkheid dodelijk koud was geworden. Haar ogen waren gesloten, alsof ze sliep, maar niets was minder waar. Het felle licht van de zon en een vriendelijk briesje zorgden ervoor dat Janaea haar ogen opende, zich realiserende dat ze dood was. Ze was zojuist overleden.
Janaea schoot omhoog, om te zien waar ze was. Ze was er vrij zeker van dat ze niet langer in leven was, zelfs al kon ze haar eigen ademhaling horen. Dit was niet de Arena. Tenminste, niet de Arena die ze kende. Dit was een plek met mooie gebouwen die vriendelijkheid en vrede uitstraalden – geen gevecht op leven en dood. Dit was een plek met gras, waar ze met haar vingers overheen ging. Het gras was prachtig groen en veel zachter dan Janaea ooit eerder had meegemaakt. Niet dat ze in District 6 veel gras had gezien, maar zelfs de matrassen in het Capitool konden niet op tegen deze zachtheid. Ze kon hier wel de hele dag blijven liggen! Dat was echter niet wat Janaea deed. Ze stond op, terwijl ze voorzichtig haar lichaam controleerde op verwondingen. Ze vond niets. Haar huid was perfect gaaf en nergens was ook maar een krasje te bekennen. Hetzelfde gold voor Bob. Er was geen enkel krasje en de breuk vanwege het eendengevecht was verdwenen. Wat was deze plek? Waarom was ze hier? Hoe kon het dat ze er nog steeds was?
Onwennig begon ze rond te lopen. Het gras liep over in stenen, waar de straten van gemaakt waren. De stenen waren veel harder dan het gras, iets wat natuurlijk logisch was, maar nog steeds was het alsof Janaea op kussentjes liep. Het voelde bijzonder onnatuurlijk, maar niet geheel onprettig. Toch kon ze niet anders dan concluderen dat ze op blote voeten liep. Vreemd genoeg was ze ook helemaal schoon. Dat was helemaal niets voor Janaea, zeker niet als ze op blote voeten liep. Maar het viel haar al snel op dat alles hier brandschoon was. Geen zand op de stenen, geen enkele losse kiezel te zien en geen blad dat van de bomen was komen waaien. Ook de huizen zagen er smetteloos uit. Zelfs het Capitool zag er niet zo uit en dat was de mooiste plek die Janaea ooit had gezien. Het was erg stil in de stad. Het enige wat het meisje hoorde was het geluid van zingende vogels, klaar voor een nieuwe dag. Janaea kon aan de stand van de zon zien dat het nog vroeg was. Het was alleen vreemd om te bedenken dat zelfs in het hiernamaals tijd een rol speelde. Tenminste, ze moest er toch maar vanuit gaan dat dit een hiernamaals was. Het voelde in ieder geval wel als een paradijs. Ze was alleen benieuwd of er nog meer mensen waren. Zouden ze soms nog slapen?
Janaea had misschien twintig minuten gelopen, toen ze de bevestiging kreeg dat ze hier inderdaad niet alleen was. “District 6, is het niet?”, hoorde ze een vriendelijke stem vragen. Ze draaide zich om en keek in de ogen van een wat ouder meisje dat vriendelijk naar haar lachte. Janaea slikte en staarde enkel naar haar gezicht. Je kon zien dat ze erg mager was, maar niettemin leek ze sterk en gezond. Dit gezicht herinnerde Janaea zich echter, hoewel ze nooit met deze Tribuut had gepraat. Ze was zelfs vergeten hoe het meisje heette. “Katelin Bletcher, District 9,” stelde ze zich voor, waarna ze haar hand uitstak en Janaea meenam een straatje in. Ze kwamen langs vele mooie gebouwen – mooier en steviger dan Janaea ooit had gezien. Het leken wel kastelen! “Je hebt het lang volgehouden,” glimlachte Katelin, maar haar ogen stonden verdrietig. “Dat was een marteling die je niet verdiende.” Janaea vond het moeilijk om deze vriendelijke woorden aan te horen. Niet omdat ze het er niet mee eens was, of omdat ze het meisje niet vertrouwde, maar het was Katelin. Ze had Katelin gezien – haar lichaam – net nadat ze overleden was. Ze was het slachtoffer geweest van Janaea’s spijkerbom op de tweede dag van de Spelen. “Het spijt me,” zei het jonge meisje daarom met een pruillipje. Het was al moeilijk geweest om anderen pijn te doen, laat staan om ze te vermoorden, maar ze had er nooit over nagedacht dat ze deze mensen ooit weer tegen zou kunnen komen. Dood was immers dood. Katelin keek Janaea onbegrijpend aan. “Waarvoor?” O… Daar had Janaea ook niet bij stil gestaan. Ze was natuurlijk al dood geweest toen het meisje uit District 6 haar had gezien. Katelin wist niet dat Janaea – en Caleb uiteraard, gezien hij de bom had gegooid – verantwoordelijk was geweest voor haar dood. “Dat je hier bent,” legde Janaea zieligjes uit. “De spijkerbom was van mij.” Ze wilde niet gaan huilen, maar ze vond het heel moeilijk om Katelin hier te zien. Ze had niet verwacht dat het zou gebeuren en het was bijna onmogelijk om het meisje te zien zonder alle spijkers die haar lichaam doorboorden. Het roodharige meisje lachte echter. “Ik ben blij hier te zijn. Het is prachtig hier,” zei ze. “Ik had het toch nooit overleefd en nu heb ik maar twee dagen in hel doorgebracht. Ik kan niet anders dan dankbaar zijn.”
Het kostte Janaea moeite om de woorden van het oudere meisje geheel door te laten dringen. Terwijl ze nadacht liepen ze verder, tot ze op een rond plein aan waren gekomen. Het werd gedeeltelijk ingesloten door gebouwen, maar was te bereiken door verschillende grote en ook smalle wegen. Zoals de Arena. Het duurde niet lang voor het tot Janaea doordrong, hoewel ze het eigenlijk niet kon geloven. Dit was de Arena. Maar dan mooi en niet dodelijk (hoewel het weinig had uitgemaakt, gezien ze toch al reeds gestorven waren). “Zijn de andere overleden Tributen hier ook?”, vroeg Janaea nieuwsgierig, waarop Katelin knikte. “We zijn allemaal hier terechtgekomen, maar het is geen gevangenis. Sommige mensen volgen wellicht de Spelen van dichtbij, anderen bezoeken misschien hun families. Niemand in leven is echter in staat je te zien. Dat is heel pijnlijk.” Toch wist Katelin weer een glimlach op haar gezicht te toveren, waardoor Janaea hetzelfde deed. Het idee dat ze voor de rest van de wereld onzichtbaar was, was niet aanlokkelijk, maar het idee dat ze haar familie en Caleb kon opzoeken maakte haar erg gelukkig.
Terwijl Katelin en Janaea nog wat meer praatten, begon er meer ‘leven’ te ontstaan. Janaea keek om zich heen. Zou Odin in de buurt zijn? Of Diana, Calebs districtgenoot van wie hij Bob had afgepakt? De rest van de overleden Tributen kende Janaea niet zo goed, maar wellicht konden ze daar nu mee beginnen. De situatie leek hier een stuk minder gespannen en vijandig dan in het Capitool. Gelukkig maar. Janaea hield niet van al die pijn en verdriet.
OOC: Mochten er andere gevallen Tributen zin hebben om hoi te zeggen... of mensen met familie-npc's die zijn overleden... kom vooral langs ^^
Laatst aangepast door Janaea Spurling op zo nov 13, 2016 1:19 am; in totaal 1 keer bewerkt |
| | | Diana Ladris District 7
PROFIELAantal berichten : 119 Registratiedatum : 30-07-13
KARAKTERKarakter InformatieGeslacht: VrouwBeroep: • I don't need to work in heaven •Leeftijd: • I'm ageless now •
| ◊Onderwerp: Re: [NL] See you in heaven... | zo aug 10, 2014 1:55 pm | |
| Het was allemaal zo erg nog niet; die conclusie had Diana wel getrokken toen ze hier was gekomen. Het zacht wuivende gras kietelde onder haar blote voeten, maar niet zo dat het irritant was. Haar bruine haar wapperde zachtjes in het frisse briesje, en haar witte kleden zat als gegoten. Ze was eindelijk vrij. Terwijl ze rustig door de velden wandelde, kwam het overleden meisje uit bij een klein meertje. Ze knielde naast het water om wat te drinken. Ook al had ze het niet nodig, het verfrissende gevoel van water in haar mond voelde nog altijd fijn, zeker nadat ze deels door uitdroging was gestorven. Nadat ze rustig een slokje had genomen, keek ze naar het water dat haar spiegelbeeld weerkaatste. Haar huid was glad, zo effen was het nooit geweest. Alle littekens waren verdwenen. Alle pijn was weg. Ze had zelfs haar arm nog.
Toen Diana hier net was, had ze geen idee van wat er aan de hand was. Ze was bang, ze dacht dat ze nog in de spelen zat. Maar toen ze haar effen huid zag en bovenal haar arm, die nog gewoon bij haar lichaam hoorde, begon het haar te dagen. Een blonde jongen was naar haar toegekomen, en had haar alles uitgelegd. Hijzelf was omgekomen bij de Hoorn, en was daarna hier gekomen. Hij kon gaan en staan waar hij wilde, zelf is de wereld van de levenden. Echter kon niemand hem zien. Toen was hij weer verdwenen, en bleef Diana alleen achter.
Af en toe reisde ze naar beneden, naar de arena. Naar haar familie was te pijnlijk. Ze keek toe hoe het ging. Ze hoopte nu dat Caleb zou winnen, aangezien dat beter was voor haar familie, maar ze kon niets doen. Soms wilde ze ze allemaal tegelijk helpen, maar ze was machteloos. Dat was et moeilijkste van dood zijn. Ze dachten dat je weg was. Dat je niet meer bestond. Één keer was ze naar district zeven gegaan. Daar had ze haar zusje gezien. Ze glimlachte, maar Diana zag best wel dat ze pijn leed. Toen is ze snel weer vertrokken. Nog een nadeel van dood zijn. Je nabestaanden leden pijn, en het enige wat jij kon doen was toekijken. Om deze redenen bleef Diana meestal hier, op deze plek zonder naam. Hier was alles fijn.
Iets verderop hoorde Diana stemmen, en ze keek op van het water. Ze zag het roodharige meisje uit district 9, samen met een klein blond meisje praten. Even ging er een steek door haar hart. Kennelijk was zij ook overleden. Wat erg... Rustig stond ze op, en wandelde ze richting de twee. Ze praatten rustig, hun stemmen als gezang. 'Welkom,' Sprak de brunette rustig tegen het kleine meisje. Ze glimlachte liefjes naar haar. Natuurlijk was Diana niet vergeten hoe zij en Caleb de ukelele van haar af hadden gepakt, maar het had geen zin om daar nog boos over te worden. 'Ik ben Diana, misschien ken je me nog wel. Ik was de districtgenoot van Caleb.' Onwillekeurig gleed haar blik over de ukelele, die Janaea in haar hand hield. Ze glimlachte. Als Caleb die niet had afgepakt, zou ze nu dan nog leven? Misschien. Misschien niet. Misschien was het wel beter dat ze nu hier was. Hier was ze gelukkig. |
| | | Odin Donaghue District 6
PROFIELAantal berichten : 246 Registratiedatum : 09-08-13
| ◊Onderwerp: Re: [NL] See you in heaven... | ma aug 11, 2014 11:30 am | |
| Schapenwolkjes dreven langs de heldere hemel, gedreven door een onzichtbare wind. Odin lag in een open veld, zijn armen en benen gespreid als een zeester. Zijn blik was rechtstreeks gericht op de ronde bol die hier de zon speelde, maar de felheid van het licht deed hem niets. Hij lag doodstil, zoals hij dat vroeger dichterlijk beschreven zou hebben. Zijn borstkas ging echter rustig op en neer en af en toe knipperde hij zijn blauwgroene ogen. Het gras kriebelde in zijn nek en alles, alles voelde zo echt. De herinneringen waren het enige bewijs van de verschrikkingen die hij in de Arena had meegemaakt (en aangericht). Bloederige herinneringen. En die was hij eerlijk gezegd liever kwijt dan rijk. Hij was in een monsterlijk gedrocht veranderd, een karikatuur van zichzelf. Moordlustig. Genadeloos. Niet zoals hij was. Het was afschuwelijk misselijkmakend. Al wist Odin zeker dat er meer dan genoeg mensen voor hem gejuigd hadden, zijn gevechtskracht bejubeld hadden.
Maar voor hemzelf was het duidelijk: Hij was een monster. En hoewel vele tributen hem ervan overtuigd hadden dat ze hem niets kwalijk namen hielpen die sussende woorden nauwelijks. Hij was degene die met zichzelf verder moest 'leven'. En de switch in zijn persoonlijkheid benauwde hem, omdat hij het toentertijd niet door had gehad. Hij was alleen maar bezig geweest met overleven, overleven en terug gaan naar Chad. Dat was niet gelukt, waardoor alle bloedvergieten van zijn hand voor niets waren geweest. Dat was een pijnlijk besef, wat hij haast dagelijks in het hoge gras lag te overdenken.
Tot hij plots rumoer hoorde. Odin wist meteen wat dat betekende. Het betekende wat het altijd deed. Er was een nieuweling gearriveerd. Hij kwam overeind, omdat dit één van de vier laatsten was. En wellicht zat zijn districtgenootje nu verdwaasd in de utopische plek, wachtend op antwoorden, zoekend naar een bebaarde man of gevleugelde engelen. In de verte zag hij al een groepje kinderen ontstaan en tot zijn spijt ontdekte hij inderdaad ook een kleine gestalte. Natuurlijk had Odin geweten dat het waarschijnlijk was dat hij Janaea hier zou begroeten. Maar het bleef lastig, nu het moment echt daar was. Haar haren straalden als gouden draden en ze zag er zo puur uit dat hij zichzelf emotioneel voelde worden.
Odin vermande zich en liep op het groepje af, zichzelf dwingend om te glimlachen. Het zou niet eerlijk zijn om de drie meisjes met zijn eigen kopzorgen te belasten. De meesten genoten immers van het paradijs hier, dat hadden ze verdiend en Odin hoopte dat hij dat ooit ook zou kunnen. Eerst maar eens de uitslag van de Spelen afwachten.
''Hey, Kat, Diana.. Janaea,'' sprak hij uiteindelijk, uiterlijk kalm. Hij keek eerst de twee andere meiden aan, voor hij zijn aandacht op de kleinste richtte. ''Ik hoop dat je niet te veel pijn hebt gehad.'' Wat een stom ding om te zeggen. Met een treurig gevoel in zijn maag keek hij haar recht in de ogen, haalde diep adem. ''Het spijt me,'' gooide hij er uiteindelijk maar uit. En het was waar. Het speet hem dat hij haar niet beschermd had. Dat hij niet meer met haar gesproken had, haar had leren kennen. Odin had de neiging het kleine meisje te omhelzen, maar tegelijk meende hij daar het recht niet toe te hebben. Wat had hij ooit voor haar gedaan? Niets. ''Hebben ze je alles al laten zien?'' vroeg hij dan nieuwsgierig, wat vrolijker. Het had geen zin om zielig depressief te blijven doen, alleen omdat hij zich druk maakte over fouten van het verleden. Er waren een aantal mooie plekjes hier, in tegenstelling tot in de Arena was de Hoorn des Overvloeds hier bijvoorbeeld een prachtige verzamelplaats. Zo slecht was het hier nog niet. |
| | | Janaea Spurling
PROFIELAantal berichten : 120 Registratiedatum : 19-08-13
| ◊Onderwerp: Re: [NL] See you in heaven... | do aug 14, 2014 10:03 pm | |
|
Hampstead Heath by SlipStreamJC, used under CC BY 2.0
Janaea schonk het meisje dat haar welkom heette een brede glimlach. Het was Diana, die zich voorstelde en vertelde dat ze de districtgenoot van Caleb was geweest. Totaal onnodig natuurlijk, want Janaea was haar niet zomaar vergeten. “Dank je, Diana,” glimlachte ze. “Ik ben Janaea! Ik kom uit District 6! Wat is het hier mooi, hè?!” Janaea’s kinderlijke enthousiasme was weer even duidelijk te horen, iets wat ze zelf ook realiseerde. Het voelde goed. Waarschijnlijk was iedereen mentaal gezien ouder geworden de afgelopen weken – zélfs Janaea. Toch hield ze graag vast aan de persoon die ze was geweest en die ze nog steeds wilde zijn. Nu ze echter was overleden, wist ze niet in hoeverre het echter nog uitmaakte. Zou ze nu voor altijd twaalf blijven? Of werkte het niet zo? Wellicht omdat ze niet als leuke, oude mannetjes en vrouwtjes waren overleden, maar dankzij een gemeen plannetje van het Capitool, zouden ze wel ouder worden. Ha! Dan werden ze hier allemaal groot en sterk en als ze zouden samenwerken met de Tributen die – helaas – nog zouden volgen, dan konden ze over een paar jaar met z’n allen in het Capitool gaan spoken. Dat was een opstand die President Peak waarschijnlijk niet snel zou verwachten!
Janaea was echter blij dat Diana er was. Er was nog iets wat ze al sinds de eerste dag in de Arena had willen doen. Met een vloeiende beweging haalde ze haar lieve ukelele van haar rug en hield ze hem in de richting van Diana. “Dit is Bob,” stelde ze hem aan het meisje voor. “Sorry dat Caleb hem voor mij van je afpakte. Maar volgens mij mag Bob je graag! Zullen we hem delen?”
Niet veel later klonk er opnieuw een bekende stem. Janaea kon zich nauwelijks bedwingen, want ze wilde als een dolle motor op de jongen afgaan om hem te knuffelen, maar het voelde echter niet als het juiste moment. Ze schonk hem echter haar breedste glimlach. Ze was Odin echt heel erg graag gaan mogen in de periode voor de Spelen begonnen waren en ze was blij dat ze nu de kans kreeg om hem nog wat beter te leren kennen. Want, nou ja… ze moesten er toch het beste van maken! “Het viel heel erg mee,” glimlachte ze oprecht, maar haar glimlach verdween toen ze de serieuze blik van haar districtgenoot zag. Hij keek haar recht aan en Janaea voelde zich gedwongen om terug te kijken. Had ze iets verkeerd gedaan? Ze was niet expres doodgegaan! Maar het lag overduidelijk niet aan haar. “Het spijt me,” zei Odin, en Janaea wist eigenlijk niet zo goed wat ze ermee moest. Misschien was dit in principe nog wel een slechter moment om hem te knuffelen, maar ze gaf toe aan haar gevoel. Ze rende op hem af – klaar voor een knuffel zoals alleen Janaea dat kon. “Ik heb je gemist,” glimlachte ze, “en er is niets dat ik je kwalijk neem.”
“Eh… ik denk het niet,” glimlachte Janaea, in reactie op Odins vraag of ze alles al gezien had, terwijl ze vragend naar Katelin keek. Die bevestigde deze aanname, maar voor de roodharige iets kon zeggen was Janaea alweer aan het praten. “Maar ik heb het gras gezien – én gevoeld! Het is zo lekker zacht!” Een brede glimlach sierde opnieuw Janaea’s gezicht. “Maar ik ben ook heel benieuwd naar de rest, hoor!”
OOC: Teehee. Dit wilde ik gewoon even proberen, oké... XD Ik heb echt nul verstand van al die code-prut... xD
|
|
| | | Caleb Green District 7
PROFIELAantal berichten : 279 Registratiedatum : 28-07-13
| ◊Onderwerp: Re: [NL] See you in heaven... | vr aug 15, 2014 2:59 pm | |
| 'Wat de-' Caleb schoot overeind en hield zich met moeite in die positie, want alle lucht verdween uit zijn longen toen hij doorhad dat dit niet kon. Verschrikt keek hij achterom, naar zijn handen die hem stabiel hielden in zijn zittende positie, die de koele aarde raakten, en het gras wat tussen zijn vingers omhoog kwam en kriebelde aan zijn polsen. Hij staarde en staarde, tilde zijn hand op, trok zijn benen in zodat hij kon blijven zitten en bestudeerde zijn handen. Met de vinger van zijn linkerhand porde hij in de rechter, niet zeker van wat hij verwachtte dat er zou gebeuren. Waarschijnlijk dat hij door zijn hand heen zou porren, maar alles leek vast te zijn. Hij zat met zijn kont in het gras, aan de rand van een naaldbomenbos - maar het was niet District 7. Dat had hij zich direct gerealiseerd, want hij zag een stad voor zich uit met échte huizen, geen houten hutten, en het rook anders en het voelde anders en het was simpelweg anders. Het rook gezonder, frisser, veiliger dan waar hij dan ooit iets had kunnen ruiken - ergens was dat logisch, want een Arena en in de klauwen van het Capitool ben je alles behalve veilig, zeker als Tribuut. Maar dat was nu voorbij.
Nog altijd verward keek Caleb naar zijn borst en hij trok zijn shirt van zijn huid vandaan en keek in zijn shirt om te zien of het echt waar was wat hij zag. Geen chakram. Geen sporen van dat er ooit een chakram was geweest. Zijn shirt was heel, en niet alleen dat: hij had een compleet ander shirt aan dan hij had gedragen toen hij stierf. Droeg andere kleren. Kleren die hij in het dagelijks leven droeg: effen grijs shirt, roodzwart geblokte blouse, spijkerbroek. Geen riem met bijlen. Geen schaafwonden of littekens te vinden, voor zover hij kon zien. Alles leek normaal, maar het kon niet normaal zijn.
Caleb was nog maar een paar minuten geleden overleden. Of iets langer geleden, want hij had nou niet bepaald een horloge in het hiernamaals, maar voor zijn gevoel had hij zijn ogen gesloten, was hij met Madelynn meegegeaan, had zijn ogen geopend en was hier beland. Waar de hel 'hier' was, wist hij niet. Waar Madelynn was, wist hij wel. Zij was op aarde, hij was ver weg. Zij was nog bij de levenden, als het goed was, en hij niet meer. Deze realisatie stuurde een pijnscheut door zijn hart, vergelijkbaar met die van de chakram toen deze zijn hart doorboorde, maar dit was erger. Hij had gedacht dat doodgaan het einde betekende en dat hij rust zou hebben, maar dat was niet het geval, zo bleek. Hij zou nog moeten rouwen tot in den eeuwigheid, of voor een bepaalde tijd die hij niet wist, of tot Madelynn zich bij hem zou voegen. En dan was er nog de kwestie van de rest van zijn familie. Hoe kon hij hiermee leven terwijl hij dood was?
Langzaam stond Caleb op en hij kon het niet laten om naar de dichtbijzijnde boom te lopen en deze vast te pakken - te knuffelen, zelfs, want hij kon zich niet voorstellen dat hij écht in een plek anders dan de wereld die hij kende rondliep. Hij probeerde zich voor te stellen dat dit allemaal een soort overheidsgrap was, maar dat kon hij niet. Hij wilde zich voorhouden dat hij nog wel leefde en dat hij - en dat hield automatisch ook de andere tributen in, want Caleb was geen special snowflake geweest in de Arena - was getransporteerd vanaf de Arena, vlak voordat hij echt doodging. Maar hij wist dat dat fikse onzin was, want niet alleen had hij samen met Janaea iemand vermoord met een spijkerbom, hij had twee keer iemand doodgeslagen. Eén van hen was al bijna dood geweest, de ander niet. En hij had hun ogen dicht zien gaan of weg zien draaien en hun lichamen slap zien worden en de kanonschoten af horen gaan en de hovercraft over zien vliegen om ze op te halen. Hij had zijn eigen hart voelen stoppen. De doden konden niet tot leven worden gewekt, dat wist iedereen. Maar deze plek was echt en zodra hij zijn armen om de boom heen had geslagen en de bast tegen zijn gezicht voelde en de harsgeur opsnoof wist hij dat hij écht dood was gegaan en dat hij écht op een andere plek was.
Nu was het de vraag of hij eerder al gelijk had gehad, en dat hij inderdaad niet alleen was. Of zou iedereen zijn eigen leven-na-de-dood ervaring hebben? Dadelijk zat hij hier alleen tot in den eeuwigheid. Dat was niet iets waar hij trek in had. En daarom keerde Caleb zijn rug naar het bos toe - daar zou hij nog genoeg rond kunnen hangen, besloot hij - en liep hij richting de stad. Het duurde maar tien minuten voordat hij de rand van de stad had bereikt en vanaf daar hoorde hij al stemmen. Een grijns verscheen op het gezicht van Caleb, maar deze haalden zijn ogen niet: als er hier mensen waren, waren ze net zo dood als hij. En als ze hier waren, waren het waarschijnlijk de Tributen, want het leek niet alsof dit een speciale plek was voor iedereen die ooit doodging. En misschien ook wel, maar hij zou later de tijd hebben om alles te vragen. Het leek echter niet druk genoeg om alle overledenen mensen te bevatten. Misschien was dit een plaats gemaakt door het Capitool, om alle Tributen op te vangen? Maar konden ze dat in het Capitool wel? Ze konden veel, dat was duidelijk zijn, maar een hiernamaals creëren leek Caleb toch iets tè. En wat kon het hen nou schelen waar de dode Tributen eindigden? Als ze maar doodgingen.
Hij bereikte al snel het punt waar de andere mensen waren. Ondanks dat hij tijdens de trainingsdagen in het Capitool niet met iedereen had gepraat en ook niet de namen van iedereen wist - sommige was hij gewoon vergeten - herkende hij ze stuk voor stuk. Odin, die tegen alle verwachtingen in vrijwel meteen het loodje had gelegd. Janaea met Bob in haar hand. Diana, waarvan Bob was afgepakt.. Het meisje van de spijkerbom, dat er altijd zo verdrietig uit had gezien.. Janaea. Bob. Janaea. 'JANAEA!' Schreeuwde Caleb uit en hij zette het op een sprinten en binnen de kortste keren had hij het minimensje in zijn armen en tilde hij haar in de lucht samen met Bob, want hoe kon het ook anders dan dat Janaea op de één of andere manier haar trouwe metgezel had meegenomen naar deze plek., en zijn zicht werd troebel van de tranen en hij trok Janaea dicht tegen zich aan. 'Het spijt me zo dat ik je achterliet!' Tranen liepen nu over zijn wangen en hij probeerde ze verwoed weg te vegen met de mouw van zijn blouse zonder het meisje los te laten, 'Ik had je moeten helpen en anders op z'n minst die chakram moeten ontwijken en ik wilde echt winnen zodat je niet voor niks mijn leven had gered en nu ben ik hier e-' Zijn stem brak en viel weg en Caleb kreeg niks meer uit zijn keel behalve gesnik en wat gehik en het was niet zijn ding om te huilen, zeker niet voor de Tributen die hij ofwel in koele bloede had afgeslacht of niet had afgeslacht maar ook nooit iets positiefs had gedaan maar hij leek op dit moment niet anders te kunnen.
'Het spijt me zo.'
((OFF: DIT TOPIC IS NIET GOED VOOR MIJN MACHOHEIDSGEHALTE *zit voor de derde keer met tranen in haar ogen* SO STOP IT sorry dat ik jullie karakters even negeer - lach hem gerust uit of huil gezellig mee, in een volgende post krijgen jullie alle aandacht - maar het zou kinda karaktermoord zijn om het niet te doen. Sorry! Vergeef me! )) |
| | | Janaea Spurling
PROFIELAantal berichten : 120 Registratiedatum : 19-08-13
| ◊Onderwerp: Re: [NL] See you in heaven... | do okt 23, 2014 9:05 pm | |
| “JANAEA!”, klonk er niet veel later. Het voelde alsof er nog maar een paar minuten waren verstreken, maar wellicht was het gevoel van tijd verdwenen als je stierf. Janaea wist het niet. Het was niet alsof ze al eerder dood was gegaan. Ze keek in de richting van het geluid, maar ze had meteen geweten dat het Caleb was geweest. Voor ze het wist werd ze opgetild en omhelsd en overvallen door een waterval aan woorden. Het liefste wilde ze haar vinger op Calebs mond leggen, maar wellicht was het goed voor hem om deze dingen te zeggen. Ze hadden veel slechte dingen gedaan in de Arena, zelfs al konden ze daar niets aan doen, maar Janaea snapte wel dat het moeilijk kon zijn voor mensen. Ze hadden voornamelijk elkaar vermoord en nu zaten ze hier gezamenlijk, misschien niet geheel opgesloten, maar ook niet vrij om te gaan en te staan waar ze wilden. Ze moesten hier mee leren ‘leven’.
“Caleb,” glimlachte Janaea met haar kinderlijke onschuld, terwijl ze de jongen knuffelde. “Het is goed. Je moest wel, om je eigen kansen te vergroten.” Ze klonk nog steeds heel jong, maar de blik op haar gezicht leek nu bijna volwassen en bloedserieus. Ze was dan ook een stuk gegroeid in de laatste paar dagen voor haar dood. Ze gedroeg zich onschuldig, maar wat ze had meegemaakt was dat uiteraard niet. Aan de ene kant had het haar meer volwassen gemaakt, maar aan de andere kant hield het haar ook kinderlijk. Eigenlijk wist Janaea in het algemeen gewoon niet goed hoe ze met de situatie om moest gaan, dus glimlachte ze maar gewoon. Zo ook nu. Dat was de beste oplossing die ze kon bedenken. “Ik heb je gemist, Caleb.”
Janaea probeerde zich te bevrijden uit Calebs omhelzing en keek toen naar de Tributen die hier langer waren dan zij. “Dus hoe werkt het hier verder? Waar wonen we? Moeten we nog eten? Mijn tante zei altijd dat geesten niet aten, maar eigenlijk heb ik best een beetje honger!”
OOC: Awh, Caleb. Poor boy. :c |
| | | Gesponsorde inhoud
| ◊Onderwerp: Re: [NL] See you in heaven... | | |
| |
| | | | [NL] See you in heaven... | |
|
Soortgelijke onderwerpen | |
|
| Permissies van dit forum: | Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum
| |
| |
| |