Wanneer je niemand in je team hebt om 's avonds mee af te wisselen is het niet heel vreemd dat je gespannen slaapt. Daarbij komt ook nog dat een boom onder een laag plakkerige, gesmolten chocolade niet het beste matras is. En dat slapen met hoofdpijn en een blind, stekend oog niet comfortabel is, is ook niet gek. Door deze redenen schoot George wakker toen hij het zachte geluid van krakende bladeren hoorde. Op zijn hoede keek hij naar de richting waar het geluid vandaan kwam, om erachter te komen dat er een rood-zwarte, gevaarlijk uitziende slang in zijn boom zat. Hij bevroor, niet bepaald blij met dit nieuwe gezelschap.
Lang duurde het niet tot het beest hem zag, en toen ze enkele seconden oogcontact hadden duurde het nog minder om voor George zijn tas te pakken en uit de boom te springen. Hij had thuis wel eens een waterslang gezien, en hij wist maar al te goed dat die glibberige beesten niet te vertrouwen waren, en zeker niet in deze arena. Hij sprintte naar de veiligste plek die hij kon bedenken: het pad. Maar toen hij erop wou klimmen zag hij hoe het pad bezaaid was met de kronkelende, enge beesten. Zijn instinct nam alles over, en voor het eerst voelde hij niets meer van de pijn in zijn oog. Alles in zijn lichaam was gefocused op één ding: Weg komen van deze duivelse beesten! Zo snel als hij kon rende hij de tegenovergestelde richting op, het bos in.
Hij was nog niet eens 20 meter van het pad af en hij had al meerdere schrammen van takken die hij niet zag door zijn blinde oog en blauwe plekken doordat hij twee keer tegen een boom aanliep. Toen hij struikelde over een boomtak en zo zichzelf onder de modder en chocolade liet komen, begon hij langzaam te kalmeren. Hij stopte met doelloos rennen maar begon te snelwandelen. Hopend zo de rand van het woud te kunnen vinden. Wat hem de afgelopen dagen beschutting en veiligheid had geboden was nu zijn ergste vijand geworden. De hoeveelheid slangen die hij had gezien was al veel, en er zouden er nog veel meer kunnen zijn. En hier zijn er veel te veel verstop-plekken voor die rotbeesten. Doodgaan door per ongeluk op een slang te stappen leek hem niet het prettigste. Dus zou hij het open veld weer moeten gaan betreden, waar hij gezien kon worden door iedereen. Liever mensen dan slangen, mensen zouden misschien nog een verbond met hem aangaan.
Hij liep al een behoorlijke tijd toen hij merkte dat de modder dieper begon te worden. Dieper en vloeibaarder. Hij moest dicht bij de rand zijn. Met een beetje geluk hoefde hij niet te zwemmen om bij een pad te komen, want het water stond nu al tot zijn knieën. Hij had zich zo gefocust op het wegkomen van de slangen, dat op een of andere manier hij het gele, tikkende badeendje pas zag toen ze in dezelfde plas zaten en het ding twee meter van hem af zwom. Het tikken wat hij al vaker had gehoord en hij inmiddels niet meer als een gevaar had zag was nu vele malen harder. Het was wel duidelijk dat het van het gele, kleine monster kwam. En hoewel het niet al te gevaarlijk leek wist hij maar al te goed wat er vorig jaar met zijn grote broer aan de hand was geweest. Hij wou zich alweer omdraaien en een andere route nemen toen hij bedacht dat het ding misschien ook wel wat goeds met zich mee kon brengen.
Hij staarde enkele minuten naar het ding, wat vrolijk dobberde op het water. Zijn gevoelens waren verdeeld, maar omdat hij nog altijd hulp kon gebruiken en omdat zijn nieuwsgierigheid naar het ding per seconde groeide besloot hij het ding te benaderen. Nou ja, met uiterste voorzichtigheid dan, hij haalde de encyclopedie uit zijn tas en scheurde er een blaadje uit, vloekte toen hij per ongeluk er twee uitscheurde, maakte er een prop van en gooide het tegen het ding aan. Vervolgens zette hij zich schrap, klaar voor een explosie of een laserstraal. Klaar voor wat de capitoolmensen nu weer in petto hadden. Of niet?
TL;DR:
~ George word wakker door een slang
~ George vlucht weg door het bos 'cause Snakes
~ Hij gaat op zoek naar de rand en reist naar N1/N2
~ Hij ontmoet het badeendje
~ Hij valt het badeendje aan met een propje papier
Het propje raakt de badeend, die daardoor wat heen en weer schommelt, maar al snel weer in zijn gewone drijfritme vervalt.