Een RPG-forum gebaseerd op de Hongerspelen. Maak een personage aan voor een van de districten en doe mee aan de Hongerspelen!
 
IndexLaatste afbeeldingenZoekenRegistrerenInloggen

N

O

S

A

E

S

S

T

H

G

I

L

T

O

P

S

Personage van het seizoen
Milly Butterworth
Winnares 1e Spelen
Sage Malone
Winnares 2e Spelen
Madelynn Bristow
Winnares 3e Spelen
Solar Gbadamosi
Winnares 4e Spelen
Kasa Locklear

F

F

A

T

S

Admini
Cecilia Peak
Admini
Tyrell Peak
Moderator
Nike Foxglove
Moderator
Matthew Mills

S

T

I

D

E

R

C

© 2013 - 2015
De Hongerspelen RPG is ontworpen en gemaakt door de Adminies en is gebaseerd op de Hongerspelen trilogie van Suzanne Collins.

Deze skin is getest op
Google ChromeMozilla Firefox

Deel
 

 Interviews

Vorige onderwerp Volgende onderwerp Ga naar beneden 
AuteurBericht
Tyrell Peak
Hoofd Spelmaker
Tyrell Peak

PROFIELAantal berichten : 2155
Registratiedatum : 20-07-13
KARAKTER
Karakter Informatie
Geslacht: Man
Beroep: Spelmaker
Leeftijd: 33

Interviews Empty
Onderwerp: Interviews | zo jul 08, 2018 9:49 pm

Uitgedost in een extravagante blauwe jurk, met ontelbaar veel lagen stof en evenzoveel tierelantijntjes, stapte Priscilla Kingfisher onder luid applaus het podium op. Ze glimlachte beed en stak haar armen wijds uit, zich onderdompelend in het gejuich. Haar uitdagende blik sprak boekdelen. Aan de kant Nike, het is Priscilla-tijd!

Want dat was waar het om ging: haar gezicht in de spotlights. Dat ze daarvoor vierentwintig kinderen moest ondervragen, was een kleine bijkomstigheid. Priscilla legde kort uit wat de Capitoolbewoners allang wisten: vierentwintig interviews van drie minuten, in de volgorde van de districten. Moeilijker kon ze het niet maken. Gelukkig maar, want tot vierentwintig tellen was voor haar al moeilijk genoeg.

‘En dan nu zonder verdere omhaal, mag ik u voorstellen aan Crystal Forrest!’

------

District 1 – Crystal Forrest
De kunst was om jezelf zo interessant mogelijk te maken. Spring was daar alleen niet zo goed in. Ze wist niet goed hoe ze zichzelf in de schijnwerpers moest zetten, omdat ze haar hele leven vooral geprobeerd had zo onopvallend mogelijk te zijn. Een dief die riep “Kijk eens hoe groot de beurs is die ik net heb gejat” zou het immers niet ver schoppen.
Spring hoopte echter dat ze bij het interview de juiste vragen voorgeschoteld zou krijgen. Als ze één of ander mooi verhaal op kon hangen omtrent haar leven (desnoods doorweven met onwaarheden), dan zou ze er misschien niet slecht vanaf komen.

Sinds haar aankomst in het Capitool had ze zich al een grijze muis gevoeld, tussen al die rijkelijk uitgedoste mensen. Tegenover interviewster Priscilla was dat niet anders. Ze keek wat zenuwachtig om zich heen, maar kon geen bekend gezicht ontdekken waar ze steun uit kon halen. Ze friemelde wat met haar vingers aan de jurk die ze droeg, niet bepaald een kledingstuk dat ze zelf uitgekozen zou hebben of waar ze zich prettig in voelde, maar tsja, het was niet anders.

‘Wat voor hobbies heb je zoal?’
De eerste echte vraag, na wat standaard gewauwel over hoe welkom Spring wel niet was in het Capitool en hoe mooi ze er uit zag, et cetera, et cetera. Spring probeerde met moeite te glimlachen, maar de zenuwen waren duidelijk op haar gezicht te zien. ‘Ik ren graag,’ antwoordde ze stijfjes. ‘Het liefst met wat hindernissen erbij. Iets waar ik overheen kan springen of onderdoor moet kruipen.’ Niet gelogen. Niet helemaal althans. Het was geen hobby, maar het was in ieder geval wel iets wat ze vaak deed om mensen af te schudden. Priscilla leek niet onder de idnruk te zijn, want ze ging niet verder op de vraag in.

‘Weet je dat je me telkens weer doet denken aan een muis? Wat denk jij dat je voor dier zou zijn als je nu in een dier zou veranderen?’
De glimlach die nu op Springs gezicht verscheen, was wel oprecht. Ze had zichzelf zojuist nog vergeleken met een muis, dus over het antwoord op deze vraag hoefde ze geen seconde na te denken. ‘Ik zou inderdaad in een muis veranderen,’  antwoordde ze. Ze mijmerde even weg. ‘Ja, dat is een dier waar ik mezelf wel vaker mee vergelijk. Klein, snel, onopvallend...’ Ze aarzelde even en voegde toen vlug toe: ‘... en ook erg intelligent.’ Dit leverde haar een lachsalvo op, van mensen die het wel schattig vonden dat ze zichzelf intelligent noemde. Spring vond zichzelf niet écht intelligent, maar ze wist dat ze moest doen alsof, in de hoop dat mensen haar zouden geloven en haar zouden willen sponsoren.

Over de laatste vraag moest Spring goed nadenken. ‘Is er van alle voorgaande tributen eentje die je grote voorbeeld is?’
Haar eerste gedachte was aan Natalia Russo, de enige tribuut met wie ze daadwerkelijk contact had gehad. Natalia had een brood met haar gedeeld, uit de goedheid van haar hart... een gebaar dat Spring zich tot aan haar laatste dagen zou herinneren. Maar ze wist niet of dat een goed antwoord zou zijn, een antwoord dat de Capitool-bewoners zouden willen horen. Die wilden misschien liever horen dat ze veel waardering had voor Madelynn Bristow... Of... Spring keek Priscilla aan en schudde haar hoofd. ‘Nee,’ zei ze. ‘Er is er niet één. Bijna alle tributen zijn voor mij een voorbeeld, omdat ze bijna allemaal zo hard gevochten hebben om te overleven. De afgelopen Spelen heeft er telkens een meisje gewonnen... Ik hoop dat ik bij dat rijtje aan kan sluiten, door goed te kijken naar hoe mijn voorgangers het hebben gedaan. Wat ze goed hebben gedaan... en welke fouten ze gemaakt hebben.’

Spring knikte. Ze was trots op haar antwoord. Ze vond dat ze behoorlijk volwassen en verstandig klonk. Nu maar hopen dat het haar zou helpen om het een dag langer uit te houden in de Spelen.

-----

Na Crystal kondigde Priscilla Neo Norose aan, die haar een stuk meer aanstond dan dat ratje van daarvoor. Hij was een van haar favorieten, dus was haar eerste vraag erop gericht om erachter te komen of hij zichzelf ook als een winnaar zag.
Al snel verliet Neo het podium, en mocht Priscilla de jongens uit District 2 interviewen, waarvan de eerste haar tegenstond door zijn serieuze, korte antwoorden en de tweede haar wél aansprak om zijn humor en zijn mooie blauwe ogen. Hij leek haar vragen zo leuk te vinden!
Lennox Forrest vroeg ze naar haar gekleurde haar, want dat was iets wat ze nog nooit bij een tribuut had gezien, maar al snel verloor ze haar interesse in deze tribuut en wimpelde ze haar het podium af. Tijd voor de volgende.

-----

District 3 – Capri Moreno
Priscilla toverde een stralende lach op haar gezicht en glansde snel naar de auto-cue. De naam die er op stond zei haar niets. Dat beloofde weinig goeds. Toch verkondigde ze hem met groots enthousiasme: ‘Capri Moreno!’. Het volume van de muziek steeg. Alle hoofden en camera’s draaiden naar de tribuut die het podium op kwam lopen. Er werd bescheiden geapplaudisseerd. Iemand in het publiek juichte, maar klonk niet helemaal overtuigd. Het kreupele meisje, wiens botten je kon tellen, was dan ook ver van overtuigend terwijl ze over het podium strompelde. Het jurkje waar ze in gehesen was moest van zichzelf vast erg schattig zijn. De diepe paarse kleur, de mooie stoffen en de vele details verraden dat er geen kosten waren gespaard. Toch wist het het beeld niet te verbeteren. Priscilla vroeg zich af of er zonder medisch ingrijpen en een paar goede maaltijden überhaupt iets te verbeteren viel. Ze wierp nog snel een blik op haar cue cards om te zien of het meisje misschien nog iets van verborgen talenten had. De ongelooflijke saaie vijf voor haar privésessie stond daar vermeld. Niet te veel zendtijd aan verspillen dus.

“Wat een éénig jurkje, Capri. Het staat je fan-tas-tisch.” jubelde ze en ze maakte een uitnodigend gebaar om te gaan zitten. Het meisje plofte oncharmant neer. “Dit is natuurlijk niet het eerste modieuze meesterwerk wat we je hebben zien dragen…” Ze liet een korte stilte vallen maar de geïnterviewde maakte geen aanstalten om het gesprek over te nemen. “Tijdens de parade droegen jullie een erg bijzonder kostuum.” Capri bleef schaapachtig naar haar staren en dus zette Kingfisher voort. “Wat vond je er zelf van?”

Het meisje haalde haar schouders op en voor enkele ongemakkelijke seconden vreesde Priscilla dat er niet meer uit zou komen. “Het was okay”.
Zucht. Wat een nietszeggend antwoord. Maar Priscilla liet niets van haar ergernissen blijken en zette juist haar verbaasde gezicht op. “‘Okay’? Wat had je dan liever gedragen?”  
Dit keer leek er echt niets meer dan een schouderophaal in te zitten. Priscilla glansde weer snel naar de autocue, maar al te goed ervan bewust dat er kostbare zendtijd werd verspild. De geplande vragen waren tam, net als de eerste vraag geweest was. Tijd om het over een andere boeg te gooien.

Met een subtiel kuchje trok ze alle aandacht weer naar haar. “Nou, ik denk zelf dat er weinig verbeterd kon worden. Maar goed, laten we niet langer de olifant in de kamer ontwijken.” Ze gaf een kort knikje naar de prothese en zag vanuit haar ooghoeken dat één van de camera’s er ook op inzoomde. Capri leek zich ongemakkelijk te voelen onder de plotselinge aandacht, en verschoof het ding iets meer achter haar goede been. “Je mist een been, of nou ja, een groot deel van een been. Denk je dat je wel een kans had gemaakt als je normaal was geweest?” Ze zag de kleur uit het gezicht van het getinte meisje trekken. “Ik bedoel natuurlijk, als je twee echte benen had gehad.” De zaal was doodstil. Priscilla gaf zichzelf een denkbeeldig schouderklopje. Capri ging voor het eerst fatsoenlijk rechtop zitten.

“Als de dag waarop dit..” Capri liet haar ogen kort op de prothese vallen, “gebeurde nooit geweest was…” Ze liet weer een korte stilte vallen. Misschien denkt ze wel dat de stilte interessant in plaats van irritant zijn. “Dan had ik hier niet gezeten.”

Wat een ongelooflijk cryptisch en ronduit bloedirritant antwoord. Alsof men zat te wachten op haar hele levensverhaal terwijl er zoveel tributen die wel interessant zijn nog aan de beurt moesten komen. Vanbinnen zuchtte Priscilla geïrriteerd. Maar naar Capri knikte ze meelevend, alsof ze volkomen begreep wat het kind bedoelde. Deze vraag had tenminste een reactie opgeleverd, eens kijken of ze dat nog wat kon verbeteren. “Nou, de komende vraag is toepasselijk, want het is de laatste voor ons tweetjes. Wat hoop je dat je laatste woorden zullen zijn als..” Ze wist zichzelf net op tijd te verbeteren om geen ‘wanneer’ te zeggen. “je sterft?”

“Ik ga er maar niet van uit dat ik veel intelligents kan vermelden wanneer mijn hersenen de grond versieren of wanneer er een gat in mijn borstkas zit. Dus ik hoop dat ik mijn kop kan houden, als ‘t kan liever letterlijk dan figuurlijk.”
Priscilla kakelde van het lachen en pinkte zelfs een traantje uit haar ooghoek weg. Nog altijd lachend om de hilarische opmerking bedankte ze de tribuut en wuifde haar weer weg. De exit ging gepaard met een nog minder enthousiast applaus dan bij haar entree. Priscilla maakte zichzelf snel gereed om de volgende tribuut aan te kondigen en hoopte vurig dat deze niet nog erger was.

-----

De tributen van District 4 bevielen haar wel. Mickayla was een knap en spontaan meisje dat leuke antwoorden gaf op haar vragen. Priscilla merkte dat het geen probleem was om de drie minuten met haar vol te praten – maar drie minuten was dan ook wel weer lang genoeg. Snel door naar Ikram.

-----

District 4 - Ikram Nasrallah

“Maar lieverd, je hebt zulk prachtig háár!” Kwekte één van de dames van het stylingteam. Ikram had geprobeerd haar naam te onthouden, maar blijven hangen deed het niet. Het was erg onfatsoenlijk om haar naam te moeten blijven vragen. Het zou ook de indruk kunnen geven dat ze niet geïnteresseerd was in haar hulp. Dat zou een schande zijn voor het imago van haar mensen, en dus hield Ikram zich stil en refereerde ze naar elk als, simpelweg, mevrouw, of een variant daarop. Nu was Ikram niet bekend met hoe het Initiatief zich staande hield in het Capitool en óf er überhaupt nog een tak was, want de Donkere Dagen hadden er voor gezorgd dat alle communicatie tussen de districten compleet stil was gelegd. Ze kon zich moeilijk voorstellen dat haar stylisten erg bezig waren met het Initatief, want ze leken niets te begrijpen van haar uitleg. Ikram vermoedde dat ze daardoor nog nooit met iemand zoals haar in contact was gekomen, dus een heel slechte indruk zou ze vast niet achterlaten. Toch prefereerde ze haar beleefde omgangsmethodes over dat stemmetje in haar hoofd, wat moe werd van al het getetter.
“Het is niet de bedoeling dat mensen worden afgeleid door iets eigens en zelfzuchtigs als het uiterlijk. Zowel wijzelf als anderen. Het bemoeilijkt onze zaak.” Haar geduld begon op te raken, maar haar stem was zoet als honing.
“Maar het is maar háár!” Kwekte dezelfde dame. Ze had Ikrams lange lokken in haar handen en leek te popelen om ermee aan de slag te kunnen.
“Elke seconde die wij besteden aan ons uiterlijk is een seconde minder die wij besteden aan een ander.” Ikram haalde haar schouders op. “En onze hoofddoek houdt het haar uit onze ogen zodrá we aan het werk zijn.”
“En toch,” verzuchtte de andere dame, die Ikram in haar hoofd een beetje vergeleek met een appel vanwege haar postuur en knalrode kapsel, “toch zou je er vanavond veel beter uitzien zonder dat vod op je hoofd.”
Ikram hield haar mond wijselijk. In haar eigen district zou ze de moeite hebben genomen om uit te leggen waarom dit soort gedachten en uitspraken ongewenst waren. Vooroordelen waren gevaarlijk en vooral een manier om zichzelf kort te houden, hoewel daar niet altijd zo over werd gedacht. In het Capitool leek dit echter de ultieme manier van leven. Ook dát was een vooroordeel, en Ikram vervloekte zichzelf er om, maar toegegeven had ze weinig bewijs gezien dat haar observaties kon weerleggen. Ze had echt haar best gedaan.

Ze liet zich uiteindelijk kleden in een gebroken witte jurk die overliep naar verschillende tinten blauw, zoals de zee en de branding. Ikram moest eerlijk zeggen dat ze het een mooie jurk vond, hoewel ze zich erg bloot voelde. Haar hijab, die ze met een hoop gezucht aangereikt kreeg, was dezelfde kleur gebroken wit en was transparanter dan ze gewend was. Ze zei echter niets. Ikram had het idee dat ze anders zonder hoofddoek de deur uitkon, en ze vond het al vervelend genoeg dat niet alleen haar armen, maar ook haar gezicht bloot zouden zijn. Ze begaf zich niet in groepen mensen zonder zodanig gesluierd te zijn dat slechts haar ogen zichtbaar waren, en straks zou ze voor een miljoenenpubliek staan. Ze prees de goden dat haar hijab haar boezem bedekte, en dat de jurk wijder uitliep dan hij begon, want ze hoorde de stem van haar vader al in haar hoofd. Hij zou ongetwijfeld begrijpen dat ze niet veel keus hád, maar zou des te trotser zijn als ze toch haar principes wist te behouden.

Nervositeit ervoer Ikram niet. Ze beeldde zich andere situaties in die moeilijker en enger waren geweest dan deze. Ze had tot nu toe alles overleefd. Ze had vaker voor groepen gesproken. Goed, dat waren geen groepen van duizenden Capitoolbewoners die hogere verwachtingen hadden dan de bergen die zich in Panem waanden, of miljoenen Districtbewoners die hoopten dat ze zou sterven zodat hun eigen Tribuut terug kon komen, maar toch. Je moest iets. En het was niet alsof ze belangrijk genoeg was om zichzelf nerveus te mógen maken. Het was simpelweg niet gerechtvaardigd. Ze kon dat bewaren voor later.

Met een zo vriendelijk en open mogelijke uitstraling wandelde Ikram het podium op. Ze probeerde haar afkeer van de camera’s zo goed mogelijk te verbergen. Het middelpunt van de aandacht zijn was zó arrogant en zó egoïstisch, hoe kon iemand denken dat ze belangrijk genoeg waren om het in deze mate op te eisen? Ikram probeerde alle ruis buiten te sluiten. Ze focuste zich op de stoel waarin ze ging zitten, en op de vrouw tegenover haar. Het was maar drie minuten.
“Wat fijn u te ontmoeten, mevrouw Kingfisher.” Ikram glimlachte vriendelijk naar de presentatrice, die bijna van haar stoel viel van shock.
“Mevrouw?! U?!” Ikram keek ongestoord toe hoe Kingfisher een kreetje slaakte en haar hand voor haar mond hield in geveinsde ontzetting. “Lieverd, zeg maar gewoon Priscilla hoor. Zo oud ben ik niet!”
“Mijn oprechte excuses,” zei Ikram met een verontschuldigende glimlach. Het was een stuk moeilijker beleefd over te komen als je hele gezicht mee moest doen, maar Ikram dacht dat ze het goed deed. Kingfisher leek in ieder geval niet door te hebben dat Ikram het liefst nu expres alle beleefdheidsvormen gerelateerd aan ouderdom zou gebruiken.
“Och, geen probleem! Ik kan het je niet kwalijk nemen, mijn jarenlange ervaring met onze afgevaardigden uit de Districten heeft me al kennis doen maken met jullie énige beleefdheid. En nu ik het toch over de Districten heb, lieve Ikram, wil ik het ook over jou hebben.” Ikram knikte, maar bewoog ongemakkelijk haar benen, verstopt onder de lagen textiel.
“Want,” vervolgde Kingfisher, “wat heb je een prachtige naam! Betekent die ook iets, of is -ie alleen mooi?” Ikram ontspande een beetje. Hoewel dit een vraag was naar haar, was hij direct gerelateerd aan haar afkomst – en dat betekende dat zij niet alle aandacht op zou eisen.
“Ikram betekent eervol.” Zei ze netjes. “Ik ben opgegroeid binnen het Initiatief, waar we onbaatzuchtigheid en het dienen van de medemens als ultiem doel hebben, even kort gezegd. We zien namen als een gift, een soort belofte van hoop. We kiezen de namen van onze kinderen niet uit op hoe mooi ze zijn, maar wat ze betekenen, in de hoop dat we onze naam waar maken als we opgroeien.”
Ikram kon niet precies aangeven of Kingfisher dit ook maar enigszins interessant vroeg, maar deze knikte gretig en vroeg daarna: “En denk je dat je je naam eer aan doet? Beschouw je jezelf als eervol?”
Ikram hield haar hoofd schuin toen ze antwoord gaf: “Dat is niet aan mij om te beoordelen.”

Kingfisher keek haar hoopvol aan, maar Ikram zei verder niets. Uiteindelijk besloot de presentatrice maar verder te gaan.
“En, als ik zo brutaal mag zijn, waarom draag je een hoofddoek? Je bent toch niet kaal, hoop ik, want je bent daar echt nog te jong voor!”
Ikram haalde diep adem en hield zichzelf voor dat deze vrouw gewoon echt niet beter wist. Het was geen persoonlijke aanval. Gekwetst worden was een daad van egoïsme.
In plaats van irritatie, toverde Ikram wederom een beleefde glimlach tevoorschijn. “Mijn haar lijkt me niet heel relevant, maar als u er beter door kunt slapen; ik ben niet kaal.” Haar toon was zoetjes, haar boodschap hopelijk duidelijk. “Wij bedekken ons gelaat omdat uiterlijke vertoning gepaard gaat met ijdelheid, en ijdelheid is zelfzuchtig. Het Initiatief heeft als doel het helpen van anderen door een onbaatzuchtig leven, en ijdelheid heeft daarin geen plaats. Daarbij zijn wij een uniform, herkenbaar toonbeeld waardoor hulpbehoevenden ons altijd kunnen vinden. Wij oordelen niet, en verkiezen een deugdelijk, kalm leven met enkel een oordeel over ons kunnen en niet ons gelaat.”

Kingfisher leek in de war, maar herstelde zich snel met een: “wauw, wat een interessante manier van leven! Ik zou me niet voor kunnen stellen hoe het zou zijn als ik me niet druk hoefde te maken om mijn uiterlijk!”
“Ik zou zeggen, kom eens een kijkje nemen bij het Initiatief. Misschien vindt u het iets.” Antwoorde Ikram droogjes. Kingfisher keek het meisje even aan, en barstte toen in lachen uit. Ikram hoorde de zaal meeknorren en wachtte geduldig tot iedereen was bedaard. “Och, lieve meid,” snikte Kingfisher, “Ik zou bijna ja zeggen, maar nee, dat leven is toch niks voor mij hoor!”
Ikram bleef stil, maar keek geamuseerd naar Kingfisher die snel een blik op de klok wierp.
“Gelukkig, we hebben nog tijd voor één vraag. Al dat grappen en grollen van jou kost ons een hoop tijd! Goed. Ikram. Wat is voor jou de perfecte dag?”
Ikram waande zich heel eventjes terug in haar district, en herinnerde de gezichten van hen die ze achter moest laten. “Het is voor mij een goede dag,” besloot ze te zeggen, want perfectie was arrogantie, “wanneer de mensen om mij heen veilig en gelukkig zijn. Het is voor mij een goede dag als mensen met mijn hulp een goede dag hebben gehad, en hun blijdschap delen met anderen.” Ikram keek Kingfisher aan. “Dat is voor mij een goede dag.” De zoemer ging, en Ikram nam afscheid. Een vluchtig knikje naar het publiek om hen duidelijk te maken dat ze hen niet was vergeten, en Ikram was uit beeld. Ze hoopte dat dat uit beeld blijven nog lang mocht duren.

[OOC: De jurk is een combinatie van klik en klik]

-----

Sam Montagne uit District 5 gaf Priscilla wat problemen. Hij besloot het antwoord op haar vraag volledig om te buigen naar een betoog gericht aan de Spelmakers om alstublieft-alstublieft-alstublieft het concept van de Hongerspelen aan te passen. Ze moest de grootste moeite doen om hem de mond te snoeren en hem met een niet-gemeende glimlach van het podium te bonjouren.
Kon zij er wat aan doen dat ze bij het daarop volgende interview, dat van Shushi, daarom nog wat geïrriteerd was en hem constant in de rede viel?
Ook bij District 6 was haar irritatie nog voelbaar voor het publiek. Ze reageerde kattig op de antwoorden van Phoebe en pas tegen het einde van het interview van Milena begon ze weer een beetje te genieten, want Milena was toch wel een aardig meisje dat uitgebreid antwoord gaf op de vragen die ze stelde, maar zich wel liet afkappen als ze té lang aan het woord was. Dat soort mensen interviewde Priscilla veel liever. Ook al was ze dan een tikje saai. Tijd voor verandering. Tijd voor een van haar ándere favorieten.
‘Graag een daverend applaus voor Mineko Takenaka!’

-----

District 7 – Mineko Takenaka
Zachtjes gleden zijn vingertoppen over het diepgroene velours van zijn nette jasje. Donzig als mos. En met lichte kussentjes in de schouders om hem nog wat breder te laten lijken. Mineko rechtte zijn rug, keek de spiegel in en glimlachte zijn witte tanden bloot. Niet omdat hij zo dolgelukkig was, gevuld met vreugde op de vooravond van de Spelen. Maar hij moest straks op het podium staan en glimlachen alsof - of liever gezegd omdat - zijn leven ervan af hing. Opkomen. Stil staan. Glimlachen. Nee, nog een extra stapje naar voren. Daar was de spotlight. Nog een keer stil staan, glimlachen. Hopen dat niemand iets gemerkt had. Zelfverzekerd liep hij naar de presentatrice toe, op zijn eigen tempo. Het was heet onder de lampen, heter dan hij had verwacht. Of waren dat de zenuwen? Hopelijk kwam het zweet niet door de dikke lagen makeup heen gelekt..

Na een begroeting vol bombast en show van haar kant en kalme stilte van de zijne namen ze plaats in de diepe fauteuils. Mineko knoopte zijn jasje los, zoals dat hoorde volgens de stylisten, en onthulde een wit overhemd met een ingewikkeld patroon van verfijnde donkergroene bladeren. Hij keek de dame aan, verwachtingsvol, en het circus begon. "Dusssssss," siste de feeks. "Ik heb gehoord dat je goed piano kan spelen." De jongen reageerde met een combinatie van knikken en zijn schouders op halen, probeerde zijn verbazing te verbergen. Hoe wisten ze dit? Big brother was always watching. "Heb je de ambitie hiermee beroemd te worden?" Die vraag stak wel een beetje, vooral omdat Mineko van kinds af aan inderdaad had gedagdroomd van faam en grote podia. Een beetje zoals hij hier nu zat. "Beroemd, beroemd.." Dat lachte hij bescheiden weg. "Muziek is mijn grootste passie, die ik graag met mensen deel." Een collectieve aww gonsde door de zaal. Daardoor gesterkt sprak Mineko door. "Het is een manier om emoties te delen, je weg te voeren naar een ander land. Muziek is ook echt iets wat in mijn familie zit."

Hij draaide de gouden muzieksleutel manchetknopen recht en legde zijn arm zo dat die subtiel in de camera's zichtbaar waren. "Aha, aha. Wat is je favoriete muziek?" vroeg de vrouw, duidelijk niet geïnteresseerd in het familie geleuter. "Om te spelen of te luisteren? Ik speel piano en viool, het mooiste vind ik klassieke muziek, die je betovert en meevoert naar eindeloze feeërieke wouden.. Ik blijf toch een inwoner van mijn district." Hij grijnsde ietwat beschaamd, de vrouw lachtte hinnikend alsof het hilarisch was. "Ik zou graag met je dansen onder het bladerdak, hihi." De opgetutte Priscilla legde haar netjes gelakte hand op zijn onderarm en Mineko forceerde een glimlach. Hij moest de muziek los laten, vermoedde hij, en het gesprek weer naar zijn krachten sturen. "Zodra ik hier terug ben als winnaar, Priscilla, speel ik mijn favoriete lied voor jullie," beloofde hij haar. "Ohohoh, dan moeten we je maar goed helpen!" riep ze uitbundig uit. Dat zou zeker fijn zijn, bedacht hij, lachend als een etalagepop.

Mineko duurde geen spier te bewegen, met de hand nog steeds bezitterig om zijn arm geklemd. "Over je district gesproken, hoe is het om Madelynn Bristow als begeleider te hebben?" Een vraag die hij omdraaide om het over zijn eigen kwaliteiten te hebben. "Inspirerend, ze is een echte strijder en haar ervaringen zijn goede lessen voor mijn eigen tactieken. Dus dat kan zeker een voordeel vormen. En ik moet zeggen dat ze het bijlwerpen nog populairder heeft gemaakt thuis." Priscilla klauwde hem nog steviger vast en keek hem schattend aan. "Bijlgooien, kan een muzikant als jij dat wel?" Hij grinnikte ongemakkelijk. Wat wilde ze van hem, dat hij zijn shirt uit trok? "Zeker. Geen enkel probleem. Het fijnere houtsnijwerk is dankzij mijn werk als instrumentenmaker misschien meer mijn forte, maar bomen vellen hoort er natuurlijk ook bij." Dat leek antwoord genoeg - of misschien raakte Priscilla verveeld door het eindeloze bomen-gepraat. Ze glimlachte zoetjes. "Dankjewel, een groot applaus voor onze troubadour!" Ze stond op en trok hem haast mee. Mineko stond vlug op en maakte onder haar aanmoediging een soort buiging. Hij liep af en veegde daar de beginnende druppeltjes van zijn voorhoofd, wat een streep vette huidskleurige makeup op zijn hand opleverde. Hij had het overleefd. Nu morgen nog.

-----

District 7 – Gabriel Katz
Gabriel Katz. Priscilla Kingfisher vroeg zich af wat ze van hem kon verwachten. Bij de Boete had hij nog zo’n kanshebber geleken: kalm, sterker dan sommige andere krielkipjes in de groep, en best een leuk koppie. Maar misschien was hij toch waardelozer dan hij eruitzag, want een 4? Zelfs het meisje met één been had een hogere score! Daar ging ze absoluut naar vragen. Toen de jongen aan kwam lopen, begroette ze hem met een stralende glimlach, terwijl ze snel zijn outfit keurde. Hm, best stijlvol, zo’n pak gemaakt van glanzend gelakte houten onderdelen, maar extravagante jurken waren meer haar ding. Wanneer zouden de stylisten zich toch realiseren dat ze die pakken moesten vergeten en de jongens gewoon ook in zulke prachtige creaties moesten hijsen?

“Welkom, Gabriel”, opende ze het gesprek, enthousiast haar armen spreidend, terwijl de jongen met een kalme glimlach op zijn gezicht ging zitten. “Hoe gaat het met je? Je haalde een vier tijdens de privésessies. Dat moet haast wel een onverwachte klap geweest zijn?”
Zo, meteen de remmen los. Nike mocht dan proberen de interviews vrolijk en gezellig te beginnen, maar Priscilla wist dat de antwoorden veel sterker en puurder waren als de vraag snel en onverwachts kwam. Dán kreeg je het drama en de emotie waar iedereen op hoopte. Tot haar ergernis was Gabriels antwoord zowel kalm als kort: “Niet echt, eigenlijk.” In plaats van haar ergernis te laten blijken, ging Priscilla rechtop zitten. Haar perfecte wenkbrauwen vormden twee verbaasde boogjes op haar voorhoofd.
“Oooh, echt niet? Maar zo’n laag cijfer toont toch aan dat de spelmakers weinig vertrouwen in je overwinning hebben. Hoe ben je van plan hun ongelijk te bewijzen?” Opnieuw een kort antwoord, gebracht met een onverstoorbare glimlach: “Niet.” Maar dit keer praatte hij zonder aansporing na enkele tellen verder. “Winnen is niet mijn doel.”
“Maar wie niet wint, sterft in de Arena!” wierp Priscilla tegen, niet bang om in een interview over dood en verderf te beginnen.
“Het is sterven of doden, en ik kies voor het eerste.”
“En de mensen die achterblijven? Je zult vast ouders hebben die van je houden, en vrienden. Misschien zelfs een vriendje of vriendinnetje?” Ze hield haar hoofd schuin en haar stem klonk meelevend en een beetje samenzweerderig bij die laatste vraag. Liefde deed het altijd goed bij het publiek. Gabriel lachte even. “Geen vriendinnetje, wel een vriendin”, zei hij. “Nina.”
“Nina”, herhaalde Priscilla de naam, alsof het een heel bijzondere, heel mooie naam was. Terwijl hij eigenlijk zo gewoontjes klonk. Maar het was een naam die haar misschien verder kon brengen in dit interview. “Zijn jullie heel goede vrienden?”
“Als broer en zus, maar dan zonder de ruzies”, luidde het antwoord en Priscilla lachte uitbundig, alsof het de grap van de eeuw was. “Dat klinkt alsof jullie inderdaad een hechte band hebben”, zei ze terwijl ze een denkbeeldig lachtraantje wegpinkte. “Maar Gabriel, als je zo veel om Nina geeft,” ging ze verder, plotseling op een haast treurige toon. “wil je dan niet vechten om haar terug te zien?” Daar, een kleine verandering in zijn gezichtsuitdrukking. De glimlach was er nog steeds, maar hij was anders. Priscilla uitte haar eigen emoties misschien extreem, maar ze kon de subtielere gradaties ook waarnemen. Daarom was ze natuurlijk ook zo’n gewéldige interviewer. Ze hadden haar niet voor niets gevraagd als vervangster voor Nike.
“Aan alles komt een eind”, zei Gabriel. “Zo hoort het ook. Mijn ouders zijn uitvaartondernemers, weet je. Ik heb honderden families zien rouwen, en ik heb honderden families over hun verlies heen zien komen. Het hoort bij het leven. Ik ga dood zoals iedereen eens doodgaat, het enige verschil is dat ik weet wanneer, dat ik afscheid heb kunnen nemen en dat ik meer van de wereld heb kunnen zien dan de meesten. Dus zo erg is het niet.” Hij leek bijna vrolijk terwijl hij dat zei, een houding die Priscilla niet helemaal begreep. Het viel haar eigenlijk wat tegen. Hoe dan ook, ze had wel weer genoeg van dit onderwerp. Tijd om een bruggetje te maken naar de volgende vraag die ze had bedacht.

“Ik hoop toch dat je in de komende dagen nog van gedachten verandert. Een reünie met je familie en met Nina zouden we toch allemaal prachtig vinden, nietwaar?” Ze richtte zich bij dat laatste op het publiek, dat enthousiast hun instemming betuigde. “Maar zeg eens, Gabriel, als jij denkt niet te winnen… wie dan wel? Wie is volgens jou de grootste kanshebber?” Gabriel schudde al zijn hoofd terwijl ze de vraag stelde. “Ik weet het niet. Ik houd me daar ook niet zo mee bezig. Ik kan alleen zeggen dat ik, wie het ook wordt, het hem of haar van harte gun.”
“Wat een ontzéttend ruimhartige instelling”, zei Priscilla met een vertederde houding, maar ze besefte dat het tijd werd om het gesprek over een andere boeg te gooien. Genoeg over de dood - tijd voor muziek!

“Iets heel anders nu…” begon ze dan ook. “Je districtgenoot is erg muzikaal. Jij misschien ook? Kun je zingen?” Muziek kon niet misgaan. Het kon tot feeststemming brengen of juist ontroeren, en als hij totaal geen talent had, was er altijd nog zoiets als leedvermaak. Zijn lachje deed haar al vrezen dat het dat laatste zou worden.
“Ik kan… een beetje zingen. Maar ik weet zeker dat er onder mijn medetributen veel betere zangers zitten”, probeerde hij zich eruit te redden, maar zo makkelijk gaf Priscilla niet op. “Toe nou, Gabriel, één liedje? Voor ons?” Ze hield haar hoofd schuin en knipperde smekend met haar ogen, terwijl ze tevreden aanhoorde hoe het publiek maar al te bereid was Gabriel aan te moedingen.
“Ik kan wel iets fluiten?” stelde de tribuut voor. Hm, dat kon ook nog iets zijn. Priscilla richtte zich vragend tot het publiek. “Wat denken jullie? Vinden we dat ook goed?” Aan het gejoel van het publiek te horen vonden zij het helemaal prima. “Nou dan, Gabriel, het podium is van jou!”
Eventjes aarzelde de jongen, toen bevochtigde hij zijn lippen en begon een vrolijk deuntje te fluiten. Hé, kende ze die niet? Was het niet het liedje van zo’n klassieke cowboyfilm van lang geleden*? Ze was ooit op een feestje geweest waar die films vertoond werden, en hoewel ze haar niet echt hadden geboeid, had ze goede herinneringen aan alle positieve reacties die ze daar op haar spaghettijurk had gekregen. Vanuit het publiek kreeg de jongen in ieder geval geen fluitconcert! Ook Priscilla klapte enthousiast in haar handen. “Gewéldig. Dan zijn we nu alweer aan het eind van ons interview gekomen. Bedankt, en mogen de kansen immer in je voordeel zijn! Dames en heren, nog één keer een daverend applaus voor Gabriel!”

*Het is het begin van de themesong van For a Few Dollars More

-----

District 8 – Morgana Fay
De spotlight dat op haar en de interviewster gericht was, was veel warmer dan ze zich ooit had kunnen voorstellen. Het was een zon op zichzelf, een elektrische kern die op dit moment alleen om haar draaide. Zoals het hoorde.
Morgana had al een tijdje uitgekeken naar de interviews; ze mocht daar doen wat ze het liefste deed. Praten, voornamelijk over zichzelf, en de kans aanpakken om het publiek om haar vingers te winden. De presentatrice zou haar vast geweldig vinden. Morgana had goed opgelet hoe de vrouw zich gedroeg bij de Tributen die voor haar aan de beurt waren. Ze was grappig: haar uitdrukkingen en gebaren waren druk en overdreven, overduidelijk alleen bedoeld om interesse te veinzen en het publiek mee te krijgen. Maar het werkte, en iedereen hing aan haar lippen. Ze was niet tevreden met korte antwoorden, wilde zoveel mogelijk horen. Nou, Morgana zou haar niet teleurstellen! Ze had zich van tevoren voorgenomen dat ze een voorbeeldige dame ging zijn, maar dat ze ook enigszins terug ging vallen op haar jonge – en daarom schattige – uiterlijk, zonder het te laten lijken of ze zwak was. Kon dat? Vast. Morgana had er alle vertrouwen in. Ze misleidde al jaren haar vader en zijn medewerkers; waarom dan ook niet een paar sullen in het Capitool? Luie mensen lieten zich vaak gemakkelijk inpakken en Morgana ging die kans niet laten liggen.
Ze streek de jurk die hun stylist haar aangetrokken had netjes recht voordat ze ging zitten en haar handen rustig in haar schoot vouwde. Ze zat met een rechte rug en een ontspannen, hopelijk vriendelijke, glimlach op haar gezicht.
‘Goedenavond, mevrouw Kingfisher,’ begon Morgana beleefd, met een knikje richting de vrouw en daarna een blik naar het publiek. Ze was benieuwd hoe goed het haar zou lukken om de oppervlakkige vragen als reclame voor zichzelf te gebruiken.
‘Hallo, Morgana,’ groette Kingfisher te vrolijk terug, terwijl ze even snel op haar kaartje spiekte om Morgana’s naam kunnen zeggen. ‘Wat zie je er leuk uit! Tributen uit het District van de textielbewerking hebben altijd een goede smaak!’
Kingfisher wist heel goed dat de stylisten alle Tributen hun kleding aanmaten, maar dat maakte niet uit voor dit gesprek. Morgana lachte lieflijk en knikte.
Voordat ze echter wat kon zeggen, ging Kingfisher verder. Die wilde maar al te graag beginnen, nu de begroetingen voorbij waren. Want uiteindelijk ging het erom dat ze een leuk antwoord op de vragen ging krijgen. Prima. Morgana bleef Kingfisher afwachtend aankijken, zonder enig teken van zenuwen of woede dat ze hier was. Ze was er klaar voor en ze had er zin in; ze hoopte dat ze inwoners van het Capitool dat aan haar zouden zien.

‘Dus, Morgana, gefeliciteerd met het cijfer van je privésessies!’ riep Kingfisher uit. ‘Een 11 maar liefst!’
Morgana veinsde enthousiasme toen ze terug knikte en lachte zo bescheiden als ze kon.
‘Het is altijd goed om te zien dat al het trainen geloond heeft,’ gaf ze aan. ‘Het was geweldig om de kans te krijgen met de andere Tributen te oefenen. Het is een kans om elkaar beter te leren kennen, vind u niet?’
Kingfisher knikte enthousiast, maar onderbrak haar verder niet.
‘Voor mijzelf kan ik zeggen dat zowel het solo trainen als met anderen me veel geleerd heeft en ik hoop dat ik dat kan laten zien in de Arena,’ voegde ze eraan toe. Er klonk wat goedkeurend gebrom uit het publiek en Kingfisher nam nu de kans om haar vragenvuur te vervolgen.
‘Is dat een hint naar mogelijke bondgenoten?’ vroeg ze. Ja, dat zou ze wel willen weten.
‘Wie weet,’ antwoordde Morgana, terwijl ze achter haar hand lachte alsof ze een geheimpje had. ‘Daar komt u natuurlijk snel genoeg achter, maar ik kan wel zeggen dat ik enkele vrienden op het oog heb.’
Ze had geen zin om namen te noemen, het moest wel leuk blijven, een verrassing. Kingfisher leek niet echt teleurgesteld of verbaasd door dat antwoord en ging in plaats daarvan gewoon door.
‘Om nog even terug te komen op je cijfer, vind je het niet frustrerend dat er net dit jaar een 12 is gehaald? Voorgaand jaar was het hoogste cijfer een 11, maar dit jaar scoor je net op de tweede plaats!’
Mahu.
Morgana rolde inwendig met haar ogen. Ze had het meisje gezien; ze liep mank en had ondersteuning nodig om zich goed voort te bewegen. Morgana had geen idee wat ze uitgespookt had met die privé-sessie, maar ze had geen zin om zich daardoor af te laten schrikken. Wat het ook was, Mahu zou uit moeten kijken om niet gelijk het doelwit van aanvallen te worden. Misschien was het maar goed voor Morgana dat ze niet het hoogste cijfer had.
‘Ach, het geeft de belofte aan een uitdaging,’ antwoordde Morgana simpel, waarop Kingfisher lachte en zich even naar het publiek draaide.
‘Hoort u dat? We hebben een enthousiaste Tribuut!’ Het publiek juichte, Morgana boog haar hoofd met een lach. Juich maar, zolang je later ook een sponsoring stuurt.
Kingfisher ging weer verder.
‘Dat komt niet altijd voor, dat een Tribuut die niet uit District 1 komt zo enthousiast is over de Spelen! Wat voorbeeldig,’ kwetterde ze. ‘Nu we het daar toch over hebben, waarom vertel je ons niet over je beste eigenschap?’
Ugh. Die was lastig. Morgana had van tevoren wel proberen te anticiperen op vragen, maar deze was bijzonder. Hoe definieerde je “beste eigenschap” in relatie tot de Spelen? Het was een persoonlijkheidstrek, maar niet vergevingsgezindheid of empathie. Die zaken hielpen niet bij de jacht op andere Tributen. Maar ze kon ook niet laten blijken dat ze harteloos was en dat het haar niet uitmaakte, dat gaf weer de kans dat mensen je “karma” of zo’n onzinnig concept toewensten, omdat je duidelijk een slecht persoon was. Misschien moest ze maar iets nietszeggend antwoorden op deze vraag, voordat ze veel te lang na zat te denken.
‘Mijn vastberadenheid,’ antwoordde ze. Geen “ik denk” of “waarschijnlijk” – die woorden toonden juist geen vastberadenheid aan. ‘Met doorzettingsvermogen en vastberadenheid kun je ver komen in de Arena, zoals de voorgaande jaren is gebleken,’ zei Morgana.

Kingfisher schraapte nu, precies op het goede moment, haar keel; nog heel even en Morgana was doorgegaan om haar bijna encyclopedische kennis van de Tributen van voorgaande jaren (voornamelijk de manieren waarop ze gestorven waren, maar goed) te tonen door in een lange lezing verzeild te raken over alle voorbeelden die haar opmerking ondersteunden. Gelukkig haalde Kingfisher haar terug naar de realiteit, waar ze zich besefte dat niemand op zo’n speech zat te wachten. Pff, Tobias had dat wel leuk gevonden. Of misschien Mineko, omdat hij wel geïnteresseerd leuk in haar lessen. Maar goed, ze moest niet beter verwachten van de gemiddelde bewoner van het Capitool.
‘Nou, de tijd gaat snel met jou, Morgana,’ zei Kingfisher, overdreven vriendelijk. ‘Bedankt voor je eerlijke antwoorden! Dat kunnen we zeker waarderen,’ zei ze, waarop het publiek een instemmend geluid maakte. ‘Jammer genoeg heb ik niet zoveel tijd als ik voor jou zou willen hebben, dus ik ga je nog een laatste vraag stellen!’
Morgana knikte, natuurlijk mocht dat. Kom maar op.
‘Na jou mag Aliya Villiers opkomen, je Districtgenoot. Dit vinden we altijd leuk om te weten: hoe kun je het met haar vinden? Vaak zien we dat Districtgenoten elkaar vinden in de Arena, maar sommige proberen juist zo snel mogelijk elkaar uit te schakelen. Wat mogen we van jullie verwachten?’
Oh. Aliya? Morgana vond het meisje maar matig interessant, vooral na haar score met de privé-sessie. Een vijf? Dat was weinig waard. Ze kon misschien een menselijk schild vormen, maar Morgana had ook niet veel tijd met haar besteed en vroeg zich af of Aliya überhaupt met haar om zou kunnen gaan.
‘Aliya en ik hebben ons vooral met onze eigen zaken beziggehouden,’ gaf Morgana aan, ‘maar we zijn zeker geen vijanden. Uit hetzelfde District komen geeft toch verbondenheid,’ zei ze, waarop Kingfisher knikte. ‘Maar uiteindelijk hebben we allemaal maar één doel,’ sloot ze af, waarbij ze even niet door had dat de glimlach op haar gezicht haar uitspraak niet vriendelijker maakte, in deze context. ‘Wie weet kunnen Aliya en ik elkaar nog helpen.’
‘Een mooi sentiment,’ vond Kingfisher. ‘We zullen er snel achter komen!’

Kingfisher checkte nog één keer haar kaartje en maakte toen een uitgebreid, zwaaiend gebaar naar Morgana.
‘Heel erg bedankt voor je tijd! We gaan helaas door, maar we zijn benieuwd wat je ons laat zien in de Arena!’
Morgana stond op, streek weer even over de rok van haar jurk en maakte een lichte buiging richting het publiek.
‘Natuurlijk. Ik hoop u te intrigeren.’
Met die woorden draaide ze zich soepeltjes om en liep weg, naar waar Aliya stond te wachten op haar beurt. Hopelijk had de camera haar van haar goede kant gevangen, bedacht Morgana, terwijl ze Aliya voorbij liep zonder veel aandacht aan haar te schenken. Dit interview kon niet anders dan een succes zijn!

-----

District 8 – Aliya Villiers
- Wie heb je thuis allemaal achtergelaten?
“Ik heb mijn tweelingbroer Noud en mijn ouders achtergelaten. Ik ben behoorlijk gehecht aan hen, maar nu zit ik hier. Dus uhm, ja”

- Hebben je vrienden leuke bijnamen voor je?
“Mijn ouders noemen we soms Ali, maar dat vind ik een jongensnaam.”

- Wat moet er volgens jou écht in de arena liggen qua attributen?
“Bijzondere lappen stof, daar kan ik wel wat mee.”

-----

Als ze een horloge om had gehad, had ze vast vaak naar de tijd gekeken. Wat was vierentwintig mensen interviewen toch een werk! En ze mocht zich niet eens tussendoor even opfrissen! Gelukkig zat er af en toe nog wel wat afwisseling in. De ene praatte veel, de ander praatte weinig, en sommigen praatten... grappig. Zoals Christian Garrett, die het niet kon laten om zich heel eerlijk over de slechte eigenschappen van zijn mede tributen wilde uitlaten. Priscilla vond het hilarisch om hem te horen klagen over het slechte gedrag van zijn districtgenoot.
Dat ze die districtgenoot ook nog moest interviewen, viel wel tegen. Hij peuterde nog even wat oorsmeer uit zijn oor en wilde haar toen een hand geven. Het publiek lachte luid, maar zij lachte als een boer met kiespijn. Ze voelde zich uitgelachen en hield zijn interview zo kort mogelijk, om hem zo min mogelijk kans te geven nog meer van dat soort fratsen uit te halen.
Met Antonio uit District 10 kon ze oprecht nog wel lachen. Al snapte ze niet al zijn grapjes, dan lachte ze toch mee met het publiek dat het allemaal wel leek te snappen. Hij hield de sfeer er in ieder geval goed in. Zijn districtgenoot Maggy raffelde ze ook af. Die zou toch binnen een paar minuten dood zijn en... nou ja... hallo-oh, hoe kon je nou een goed gesprek houden met een twaalfjarige?
District 11: Mahu Oghene. Ze brandde van verlangen om aan haar het antwoord op een specifieke vraag te ontfrutselen. Hoe. Die. Twaalf?
Ze faalde jammerlijk.
Na drie minuten moest ze het opgeven en kon ze de volgende tribuut aankondigen. ‘Een applaus voor Ella Stone, dames en heren!

-----

District 11 – Ella Stone
- Wat zijn je verwachtingen van de arena, op wat voor setting hoop je?
Ik weet niet of ik echt verwachtingen heb, buiten het feit dat er vast voldoende dingen zijn die ons kunnen doden? Ik bedoel, ik hoop denk ik op een setting die mij het meest ligt - maar dat zegt niet veel en je hebt daar al helemaal niets aan als je niet eens door het bloedbad komt, niet?
- Vertel eens, wat deed je zoal op een dag, voordat je gekozen werd als tribuut?
Werken? De ene keer was dat op het land, de andere keer zat je meer in bomen... standaard dingen voor ons district, dus. En buiten dat alles was er ook school.
- Heb je nog een boodschap aan de mensen die je thuis hebt achtergelaten?
Wat er ook gebeurd - leef zoals je altijd hebt geleefd en blijf hier niet teveel in hangen. Daar heeft niemand namelijk wat aan.

-----

En daarmee bleef alleen District 12 nog over. Priscilla ratelde zich door de laatste twee interviews heen. Het was mooi geweest voor haar. Ze probeerde Jean-Marie nog wat interessants te laten zeggen, ze kon wel wat grapjes uit hem halen, maar Opal Thornton was een hopeloos geval. Verbitterd moest Priscilla toegeven dat de interviews eindigden in een anti-climax. Maar ja, ging dat  niet altijd zo als je zo’n saai district als 12 aan het einde zette?

Priscilla stond op van haar stoel en zweepte het publiek nog één keer op om zich op zijn luidst te laten horen. ‘Laat je horen voor je favoriet! Morgen gaan het beginnen!’ Telkens wanneer het applaus dreigde in te kakken, gooide ze er nog een uitroep tegenaan. Het podium trilde van het applaus. Het was tijd dat de kinderen de arena in zouden gaan. Het was tijd voor bloed!


OOC: Ontbrekende interviews kunnen eventueel later nog toegevoegd worden.
Terug naar boven Ga naar beneden
http://goldenlionofra.deviantart.com
 

Interviews

Vorige onderwerp Volgende onderwerp Terug naar boven 
Pagina 1 van 1

 Soortgelijke onderwerpen

-
» Interviews
» Interviews
» Interviews
» Interviews!
» Interviews

Permissies van dit forum:Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum
De Hongerspelen :: De Spelen :: 5de Hongerspelen :: Het Capitool-